Volgens het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) moeten voetgangers het trottoir of het voetpad gebruiken. Als die ontbreken, gebruiken zij het fietspad of, als dat er ook niet is, de berm. Een voetgangersgebied is een gebied waarin eigenlijk alleen voetgangers en soms ook fietsers mogen zijn.
“Er geldt een aantal basisregels in het verkeer. Zo moeten voetgangers gebruikmaken van een trottoir of voetpad. Als dit niet beschikbaar is, mag er op het (brom-)fietspad gelopen worden. Ontbreekt ook een fietspad, dan mag de voetganger gebruikmaken van de berm of de uiterste zijde van de rijbaan.
Er zijn geen officiële verkeersregels die aangeven aan welke kant van de weg voetgangers moeten lopen. Het is op wegen buiten de bebouwde kom het verstandigst om aan de linker kant van de weg te lopen, dus tegen het verkeer in. Je ziet dan het tegemoetkomende verkeer aankomen.
De wet schrijft niet voor of zij links of rechts van de rijbaan moeten lopen. Ook wie voor wie aan de kant moet, is niet voorgeschreven. Het voordeel van links lopen is dat u het verkeer aan uw kant ziet naderen. U kunt dus uitwijken naar de berm als dat nodig is.
Maar ben je ook verplicht om links op de weg te wandelen? Het antwoord is kort en duidelijk: ja. Je moet aan de linkerkant van de rijbaan wandelen in de door jou gevolgde richting wanneer er geen voetpad of bewandelbare berm aanwezig is. Is die wel aanwezig, dan mag je uiteraard niet op de rijbaan lopen.
Veilig Verkeer Nederland adviseert om over het algemeen links van de weg te lopen. U kunt tegemoetkomend verkeer dan zien aankomen en u kunt dan beter reageren op eventuele onveilige situaties.
Vroeger was het voor wandelaars verplicht om buiten de bebouwde kom links van de weg te lopen. Op die manier konden ze auto's namelijk beter zien aankomen. In het verkeersreglement van 1991 komt deze verplichting echter niet meer voor. Dit betekent dat je tegenwoordig zelf mag kiezen aan welke kant van de weg je loopt.
Ooit waren de regels dat voetgangers aan de linkerkant van de weg moesten blijven. Op die manier kon je het naderende verkeer beter zien, wat voor voetgangers veiliger was. In 1991 werd deze wet geschrapt, omdat bij bepaalde situaties het veiliger is om aan de rechterkant te lopen.
Onder bestuurders vallen alle weggebruikers behalve voetgangers. Concreet betekent dit dat fietsverkeer hier wel voorrang heeft en voetgangers dus niet.
De openbare weg is precies wat het zegt: weg die voor iedereen openbaar is. Daaronder vallen autowegen en fietspaden, maar ook bermen en trottoirs. Dat wil dus zeggen dat alleen wegen en paden op eigen terrein niet onder de openbare weg vallen.
Een voetganger is een persoon die te voet aan het verkeer deelneemt. We gebruiken het woord voetganger alleen als het over verkeer hebben. Voetgangers vallen als enige buiten de buiten de categorie bestuurders. Een voetganger is wel een weggebruiker.
Voorrang aan voetgangers
Voetgangers zijn wel verkeer, maar geen bestuurders. Bij de regel 'rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg gaat voor afslaand verkeer', geldt dit ook voor voetgangers. Een auto die de hoek om gaat moet voorrang geven aan een voetganger die op diezelfde weg loopt en niet afslaat.
Meestal een vrijliggend pad dat aangeduid wordt met bord G13. Fietsers mogen hier rijden. Bromfietsers mogen hier geen gebruik van maken.
Stabiel lopen begint vanuit een goed getrainde romp. Als de rompmusculatuur vermoeid raakt kan het bovenlijf een beetje scheef gaan hangen, waardoor u meer moeite moet doen om recht te lopen. De oplossing is gelegen in krachttraining voor het hele lijf.
Voor alle duidelijkheid: als je fietst, ben je een bestuurder die deelneemt aan het verkeer. Als je de fiets aan de hand hebt, ben je een voetganger. Enkel een voetganger heeft voorrang op een voetgangersoversteekplaats.
De regel 'rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg gaat voor afslaand verkeer' geldt voor iedereen in het verkeer. Hier vallen voetgangers dus ook onder. Sla jij af? Dan moet jij iedereen –en dus ook voetgangers – voorrang verlenen.
Wie een fietser aanrijdt, moet niet alleen diens lichamelijke schade vergoeden, maar ook de eventuele schade aan kleding en bril. Deze regel geldt altijd, ongeacht wie schuld heeft aan het ongeval. Alleen als de fietser ouder is dan 14 jaar en het ongeval bewust heeft uitgelokt, moet hij zelf voor de kosten opdraaien.
15 kilometer per uur, ook wel stapvoets genoemd, is de snelheid die geldt op woonerven. Daar zijn doorgaans ook geen voetpaden aangelegd en mogen voetgangers en spelende kinderen de hele breedte van de straat gebruiken.
Fietsers moeten rechts (in hun rijrichting) op de rijbaan rijden, zo dicht mogelijk bij de rechterrand van de rijbaan.
Ongelukken. De enige regel is dat hardlopers en wandelaars op de stoep moeten lopen. Is die er niet, dan moet je naar het fietspad. Als beide paden er niet zijn, dan kan je op de weg lopen, in de buurt van de berm.
De regels in het kort
In principe loop je als voetganger altijd op de stoep of het voetpad. Als er geen stoep of voetpad is, mag je gebruikmaken van het fiets- of bromfietspad. Ontbreken die ook? Dan mag je op de uiterste zijde van de rijbaan lopen of in de berm."
Een voetganger krijgt altijd voorrang bij een zebrapad. Behalve indien het hem toegestaan is door verkeerslichten, mag een voetganger zich echter niet op een oversteekplaats voor voetgangers begeven waarover een tramspoor of een eigen trambedding loopt, wanneer een tram nadert.