Omdat een verordening dus niet door de lidstaten hoeft te worden uitgewerkt, moet een verordening in alle lidstaten van de EU op een zelfde manier worden ingevoerd en overal tot een gelijk resultaat leiden. Lidstaten zijn verplicht om verordeningen uit te voeren.
Verordeningen. Een “verordening” is een bindende rechtshandeling die in de hele EU van toepassing is.
Richtlijnen zijn gericht tot de lidstaten.Dit in tegenstelling tot verordeningen, die zijn gericht tot eenieder. Een richtlijn heeft voornamelijk tot doel uiteenlopende wetgevingen op elkaar af te stemmen (harmonisatie). Een besluit is verbindend in al zijn onderdelen.
Een richtlijn van de Europese Unie is een Europese wet die juridisch bindend is en boven de wetten van de afzonderlijke lidstaten staat. Iedere lidstaat moet de fundamentele eisen die in een Europese richtlijn vermeld worden opnemen in de nationale wetgeving.Daarmee is de toepassing van een richtlijn verplicht.
De Richtlijn (Directive) is de enige rechtshandeling die niet-rechtstreeks bindend is. Personen en instellingen kunnen in principe geen rechten aan een Richtlijn ontlenen. Een Richtlijn bindt de lidstaten om de nationale wetgeving aan te passen en legt de lidstaten een resultaatverplichting op.
Verordeningen. Verordeningen zijn wetgevingshandelingen die vanaf hun inwerkingtreding automatisch en op dezelfde manier gelden in alle EU-landen. Ze zijn in hun geheel bindend in alle EU-landen.
Een besluit van algemene strekking is daarentegen een beslissing die niet is gericht op een individu of een concreet geval, maar gevolgen heeft voor een groep gevallen. Voorbeelden van besluiten van algemene strekking zijn een verordening of een bestemmingsplan.
Een richtlijn is te vergelijken met beleid en geeft een algemene verklaringen over aanvaardbaar gedrag of een aanvaardbare praktijk.
Met een richtlijn kunnen op zich geen verplichtingen worden opgelegd aan particulieren. De verplichtingen uit een richtlijn zijn slechts verbindend ten aanzien van elke lidstaat waarvoor zij bestemd is. Richtlijnen hebben daarom alleen verticale rechtstreekse werking (verhouding particulier-lidstaat).
Daar waar richtlijnen aangeven wat er moet gedaan worden, beschrijven protocollen vooral hoe dat moet gedaan worden. Protocollen worden daarom doorgaans lokaal geformuleerd, waarbij men rekening houdt met de mogelijkheden en de beperkingen van de praktijk.
Een gemeentelijke verordening is een regeling die geldt voor iedereen binnen de gemeente, en die vaak tot doel heeft de gemeente netjes en leefbaar te houden voor iedereen. Op grond van de gemeentewet mogen en moeten gemeenten verordeningen uitvaardigen en ook sanctioneren.
Een verordening is eigenlijk niets anders dan lokale wetgeving. In de gemeente Landsmeer zijn er momenteel ongeveer tachtig verordeningen van kracht. Een verordening kan betrekking hebben op alle terreinen van gemeentelijk beleid, zoals openbare orde, ruimtelijke ordening, financiën.
Een verordening is een voor burgers algemeen bindende regeling, vastgesteld door bijvoorbeeld een gemeenteraad.
De Algemene Plaatselijke Verordening (APV) is een belangrijke bron van openbare-ordebevoegdheden. De gemeenteraad stelt de APV vast en belast de burgemeester daarin met een deel van de uitvoering.
Provinciale staten en de gemeenteraad stellen, behoudens bij de wet of door hen krachtens de wet te bepalen uitzonderingen, de provinciale onderscheidenlijk de gemeentelijke verordeningen vast.
Een gemeentelijke verordening is een op gemeentelijk niveau vastgesteld algemeen verbindend voorschrift. De Algemene Plaatselijke Verordening (APV) is de meest bekende gemeentelijke verordening.
Uit artikel 93 van de Grondwet volgt dat een ieder verbindende bepalingen van verdragen en besluiten van volkenrechtelijke organisaties verbindende kracht hebben jegens burgers en rechtspersonen nadat ze zijn bekendgemaakt. Deze bekendmaking vindt plaats in het Tractatenblad.
De vier vrijheden zijn het vrije verkeer van personen, goederen, diensten en kapi- taal.
Tegen andere burgers kan geen beroep worden gedaan op richtlijnbepalingen (geen horizontale rechtstreekse werking). Een bepaling kan rechtstreekse werking hebben wanneer de desbetreffende bepaling in de richtlijn volgens de rechtspraak van het Europese Hof van Justitie onvoorwaardelijk en voldoende nauwkeurig is.
Richtlijnen helpen jou om keuzes te maken voor de juiste zorg. Ze zijn, kortom, bedoeld om de kwaliteit van zorg te verbeteren. Richtlijnen worden ontwikkeld vóór en dóór professionals.
Compliance heeft tot taak de organisatie te beschermen tegen normoverschrijdend gedrag. Toezichthouders stellen steeds verdere eisen aan het compliance bouwwerk, waarbij doorgaans uitgegaan wordt van het systeem van de 'three lines of defence'.
Het recht van de lidstaten kan bestaan uit wetgeving op nationaal niveau (of nationale wetgeving, die overal in een bepaalde lidstaat van kracht is) en wetgeving die alleen in een bepaald gebied, een bepaalde regio of een bepaalde stad geldig is.
Toepassing met terugwerkende kracht
In uitzonderlijke gevallen kan een verordening met terugwerkende kracht van toepassing worden. Het wordt bijvoorbeeld gebruikt voor verordeningen van tariefcontingenten. Dit kan alleen wanneer de rechtszekerheid het toelaat.
Wie beleidsregels kunnen maken
Alleen bestuursorganen kunnen beleidsregels vaststellen. Bestuursorganen kunnen beleidsregels vaststellen over: hun eigen bevoegdheden. onder hun verantwoordelijkheid uitgeoefende bevoegdheden.
Het principe van rechtstreekse werking heeft tevens betrekking op regelgeving uit secundair recht, ofwel regelgeving die is aangenomen door de EU-instellingen, zoals verordeningen, richtlijnen en besluiten, die zijn afgeleid van de in de verdragen uiteengezette principes en doelstellingen.