Een gebouw is onzijdig. Het ziet er dus uit alsof het zijn(!) bewoners wil beschermen.
Sommige de-woorden zijn mannelijk, bijvoorbeeld bal, film, strijd. Andere zijn vrouwelijk, bijvoorbeeld informatie, regering, gunst. Een groot aantal de-woorden kan zowel mannelijk als vrouwelijk zijn. Dat geldt bijvoorbeeld voor stad, vaas, school, deur, taal, groep en jas.
Het antwoord is ð
Het antwoord is: het huis.
Namen van steden, gemeenten, landen, regio's en werelddelen zijn doorgaans onzijdig: als we een lidwoord toevoegen, gebruiken we het onzijdige lidwoord het, bijvoorbeeld in het Frankrijk van na de oorlog. Om naar onzijdige woorden te verwijzen, gebruiken we het bezittelijk voornaamwoord zijn.
Voor mannelijke en vrouwelijke woorden komt namelijk altijd de, voor onzijdige woorden altijd het.
Naar onzijdige woorden (het-woorden) verwijs je niet met haar, maar met zijn. Daarom is Amsterdam en zijn grachten goed. Ook namen van dorpen en landen zijn onzijdig. Daarom is juist: Bunnik en zijn inwoners, België en zijn bijzondere bieren en Nederland en zijn Deltawerken.
Les États-Unis (de Verenigde Staten), les Pays-Bas (Nederland), les Philippines (de Filipijnen), les Seychelles (de Seychellen) etc. Opmerkingen: Le Mexique (Mexico), le Mozambique (Mozambique), le Cambodge (Cambodja) eindigen op een '-e' maar zijn mannelijk.
In Scandinavië en Rusland leven over het algemeen meer vrouwen.
Zelfstandige naamwoorden met het lidwoord 'het' zijn onzijdig. Altijd. College is dus een onzijdig woord.
Het is 'de huid', want huid is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die huid'.
Het is 'de kamer', want kamer is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die kamer'.
cinema {de}
cinema {znw.}
We gebruiken het bezittelijk voornaamwoord haar om naar vrouwelijke woorden te verwijzen (de regering en haar standpunt) en het bezittelijk voornaamwoord zijn om naar mannelijke en onzijdige woorden te verwijzen (de koning en zijn besluit, het comité en zijn rapport).
Familie is een vrouwelijk woord. Naar vrouwelijke woorden verwijzen we in de regel met haar. Als we bij een verzamelnaam meer denken aan de leden dan aan het geheel, staat het bezittelijk voornaamwoord meestal in het meervoud. Zijn familie ontving me heel gastvrij in hun huis.
Alleen als de naam een vrouwelijk kernwoord heeft, kun je met 'haar' verwijzen. Je hebt het dus over Microsoft en 'zijn' juridische problemen, Renault en 'zijn' personeelsbeleid, maar de Europese Unie en 'haar' besluitvorming, want 'unie' is een vrouwelijk woord. Naar afgekorte namen verwijs je op dezelfde manier.
Is het de of het tikkie
In de Nederlandse taal gebruiken wij de tikkie.
Het antwoord is: het bos (woud).
Namen van steden, landen en werelddelen zijn meestal onzijdig.
Om te verwijzen naar het woord tafel is zowel hem, haar als ze correct. Zaaknamen als tafel kunnen zowel mannelijk als vrouwelijk opgevat worden. Andere voorbeelden zijn bloem, lamp, deur, kaars, kaart, kast, klok, pan, sigaret, vork. In het zuiden van het taalgebied is ze het gebruikelijkst.