Zelfstandig naamwoord Het woordgeslacht van "boek" is onzijdig (het boek, het wordt veel verkocht), dat van "soep" is vrouwelijk (de soep, zij brandt aan) en dat van "computer" is mannelijk (de computer, hij staat heel de tijd aan).
Als een de-woord mannelijk is, staat er in woordenboeken en spellinglijsten een m achter. Bijvoorbeeld: boom, de (m.). Bij vrouwelijke woorden staat er een v achter, bijvoorbeeld: begroting, de (v.). Als er alleen de achter een woord staat, is het mannelijk én vrouwelijk.
Ook namen van dorpen en landen zijn onzijdig. Daarom is juist: Bunnik en zijn inwoners, België en zijn bijzondere bieren en Nederland en zijn Deltawerken.
Een aantal vrouwelijke woorden is aan de vorm te herkennen: woorden op -de, -te, -heid, -ij, -ing, -ie, -theek, -teit en -nis zijn doorgaans vrouwelijk. Ook de-woorden op -tuur en -schap worden over het algemeen als vrouwelijk beschouwd.
de raad (m) het bestuur (o) het kabinet (o) het korps (o)
Diernamen als hond, olifant en papegaai hebben van oorsprong een mannelijk woordgeslacht. Er wordt naar verwezen met de mannelijke voornaamwoorden hij, hem en zijn.
College is dus een onzijdig woord. In dit artikel een aantal tips om het woordgeslacht van zelfstandige naamwoorden te herkennen.
Als een woord op -heit, -keit, -ung, -schaft, -tät eindigt, gaat het altijd om een vrouwelijk zelfstandig naamwoord. Om een aantal voorbeelden te noemen: die Gesellschaft, die Möglichkeit, die Realität. Ook bijna alle woorden die op -e eindigen, zijn vrouwelijk, bijvoorbeeld die Lampe.
Zowel de stad en haar inwoners als de stad en zijn inwoners is correct. Gebruik in één tekst wel consequent hetzelfde verwijswoord om naar hetzelfde woord te verwijzen.
In de Nederlandse taal gebruiken wij de stad.
Het Nederlands kent er drie: mannelijk, vrouwelijk en onzijdig. Elk substantief heeft een geslacht. 'Trein' is bijvoorbeeld mannelijk, en 'verandering' is vrouwelijk. Een voorbeeld van een onzijdig woord is 'water'.
Het-woorden zoals het huis, het licht en het kantoor zijn allemaal onzijdig. De-woorden zijn verdeeld in mannelijke en vrouwelijke woorden. Zo is het woord regering bijvoorbeeld vrouwelijk en het woord kano mannelijk.
Om te verwijzen naar het woord tafel is zowel hem, haar als ze correct. Zaaknamen als tafel kunnen zowel mannelijk als vrouwelijk opgevat worden. Andere voorbeelden zijn bloem, lamp, deur, kaars, kaart, kast, klok, pan, sigaret, vork. In het zuiden van het taalgebied is ze het gebruikelijkst.
Is het de of het bril
In de Nederlandse taal gebruiken wij de bril.
in de meeste gevallen wanneer het woord eindigt op: -heid, -nis, -ing, -schap, -de, -te, -ij, -st. De onderneming en haar personeel. Een paar uitzonderingen zijn: het schilderij, het waterschap, het gezelschap, het burgerschap.
Hoewel er een tendens bestaat om naar steden, landen en werelddelen te verwijzen met haar, moet er naar onzijdige woorden verwezen worden met het bezittelijk voornaamwoord zijn. Correct is dus: Venetië en zijn gondels, Frankrijk en zijn kernproeven, Europa en zijn instellingen.
de hof (mannelijk): 'tuin', 'boomgaard'
Een tip vooraf: de Hoge Raad is mannelijk. Gebruik ook de juiste verwijzende voornaamwoorden (bijv. 'het antwoord, dat (niet: “die”) de minister gaf').
Is het 'de oogarts' of 'het oogarts'?
Het is 'de oogarts', want oogarts is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die oogarts'.
Welp definities
(m.) Uitspraak: [ wɛlp ] Verbuigingen: welpen (meerv.)
Mannelijke ezels heten ezelhengsten. Vrouwelijke ezels ezelinnen. Jongen van ezels heten ezelsveulens. Een kruising tussen ezelhengst en paardenmerrie wordt muildier genoemd, die tussen ezelin en paardenhengst heet een muilezel.