Wiskunde is een belangrijk ondersteunend vak bij Economie en Bedrijfseconomie. Het is verplicht om Wiskunde A of Wiskunde B in je vakkenpakket te hebben.
Als je verder wilt studeren in de richting van “Economie” is wiskunde A onmisbaar. Let op: bij sommige economische studies op de universiteit moet je wiskunde B hebben. Als wiskunde je goed af gaat en je wilt economie studeren op de universiteit, dan heeft wiskunde B de voorkeur boven wiskunde A.
Voor de hand liggende keuzes zijn bedrijfsmanagement, sociale sector, gezondheidssector, onderwijs, … Voor de hand liggende keuzes zijn een managementopleiding, rechten, talen, economische wetenschappen, …
Economie-wiskunde is een sterk theoretische studierichting in de doorstroomfinaliteit. Ze combineert een brede algemene vorming met een uitgebreid pakket economie en wiskunde. Leerlingen verwerven inzicht in macro- en micro-economische concepten en de werking van ondernemingen.
' 'Mijn verwachting vooraf was dat Econometrie wel lastig zou zijn, maar dat het met hard werken en op schema blijven wel zou lukken. Vooral door de vele opdrachten was het goed mogelijk om bij te blijven. Deze opdrachten lieten ook goed het praktisch nut zien van wat je leert tijdens je studie.
Natuurkunde wordt onbetwist als de moeilijkste opleiding gezien. Elf verenigingen zetten deze bètastudie op 1. Biomedische Wetenschappen, Farmacie en Geneeskunde werden elk één keer als moeilijkste genoemd. Samen met Kunstmatige Intelligentie vormen deze opleidingen de top vijf.
Zodra je meer werkervaring opdoet als econometrist, kan je salaris flink stijgen. Het salaris van een econometrist ligt na 10 jaar op gemiddeld € 6.284,- bruto per maand. Als je kijkt over een heel jaar, dan ligt het bruto jaarsalaris voor een econometrist op gemiddeld op € 102.745,-.
Voor wiskunde is een goede basis vereist (bij voorkeur 4 uur wiskunde in het secundair onderwijs). Een analytisch en abstract denkvermogen zijn namelijk noodzakelijk doorheen de hele opleiding.
De studierichting economie - wiskunde combineert economie met abstracte wiskunde op hoog niveau (6 uur) en een beperkter pakket talen (10 uur). Waarom zou je deze studierichting kiezen?
Econometrie is op zichzelf al een combinatie van wiskunde en economie. Men spreekt tegenwoordig dan ook vaker over economische theorie om wiskundige economie aan te duiden. Binnen deze richting ligt de nadruk op wiskundige analyse. Voorbeelden daarvan zijn evenwichtsmodellen en de speltheorie.
Eerst en vooral scherpt de studie economie je statistische en wiskundige bekwaamheid aan, waardoor je problemen snel en accuraat kunt oplossen. Door economie te studeren, doe je ook de nodige kennis op van theorieën, concepten en methoden die je later in je carrière kunt toepassen.
Je wordt toegelaten tot de bachelor Econometrie en Operationele Research met: Een vwo-diploma vanaf 2010 met het profiel: Economie en Maatschappij, aangevuld met Wiskunde B. Cultuur en Maatschappij, aangevuld met Wiskunde B.
Wiskunde D is verbredend en verdiepend, maar het is niet noodzakelijk voor exacte vervolgstudies. Wel zullen leerlingen die wiskunde D hebben gevolgd beter zijn voorbereid op een technische universitaire studie dan anderen. Wiskunde D is een aantrekkelijk en uitdagend vak voor leerlingen die goed zijn in wiskunde.
Economie is voor veel leerlingen een moeilijk vak, omdat je veel verbanden moet kunnen begrijpen. Om deze verbanden zichtbaar te maken, kun je gebruik maken van mindmaps. Zo kun je bijvoorbeeld in een mindmap goed weergeven welk verband er is tussen inflatie en de concurrentiepositie.
Wiskunde D is namelijk de meest zware versie van wiskunde die je zult vinden op de middelbare school en alleen geschikt voor mensen die een enorme passie of talent voor het vak hebben.
Wiskunde B is wat moeilijker. Het is vooral bedoeld voor wie graag wiskunde deed in de onderbouw en het ook goed kon. Het is een keuzevak, behalve voor scholieren die het profiel Natuur en Techniek kiezen.
De bachelor Wiskunde duurt drie jaar. Je sluit je bachelor af met een onderzoeksproject. Al het onderwijs is Engelstalig, want de opleiding is internationaal gericht, met studenten en docenten uit binnen- en buitenland.
Je kunt er onder andere aan de slag als analist, statisticus, beursexpert … Met een diploma van de educatieve master in de wetenschappen en technologie kun je ook aan de slag als leraar wiskunde en natuurwetenschappen in het secundair onderwijs of als docent in het hoger onderwijs.
In het vak economie maak je kennis met micro- en macro-economie. Je leert hoe financiële markten werken, wat de effecten van globalisering zijn, hoe de arbeidsmarkt functioneert, wat de bronnen zijn van economische groei en recessies en nog zoveel meer.
Diploma's met de vwo-profielen Economie en Maatschappij, Natuur en Techniek en Natuur en Gezondheid geven rechtstreeks toelating tot de bacheloropleiding Bedrijfskunde. Voor diploma's met het profiel Cultuur en Maatschappij is aanvulling vereist op wiskunde C door wiskunde A of wiskunde B.
Een aantal afgestudeerden wordt bijvoorbeeld marketing manager of financieel directeur. Anderen groeien door naar algemene managementfuncties bij een bedrijf, bij ziekenfondsen, bij vakbonden. Heel wat mensen kiezen ook voor economische beroepen: accountant, bedrijfsconsulent, fiscaal adviseur, bedrijfsrevisor.
De meeste studenten hebben naast hun studie een bijbaan. Hoeveel tijd je hiervoor hebt ligt helemaal aan jezelf. Bedrijfskunde is een veeleisende studie, dus zorg dat je altijd genoeg tijd hebt om rustig en aandachtig te studeren. De meeste studenten kunnen ongeveer 8-16 uur werken naast hun studie.
,,Accountancy en de nummer twee econometrie zijn allebei heel lastige studies. Degenen die uiteindelijk slagen, zijn schaars. Dat verstevigt je positie op de arbeidsmarkt.