Kinderen van ouders met dyslexie hebben een grotere kans om zelf dyslexie te krijgen, dan kinderen waarbij geen dyslexie in de familie voorkomt.
Tussen de 5 en 17 procent van de kinderen heeft last van dyslexie, een taalstoornis die het moeilijk maakt om te lezen en schrijven.
Hoewel we de precieze oorzaak dus niet weten, is wel duidelijk dat dyslexie een neurologische basis heeft. Dit houdt in dat afwijkingen in de hersenen leiden tot verstoringen in het opnemen van talige informatie. Het gaat dan vooral om de verwerking van klanken en letters, dat zich uit in moeite met lezen en spellen.
Je kan dyslexie niet voorkomen omdat het een ontwikkelingsstoornis is. Wel kan je met de juiste begeleiding en hulpmiddelen vermijden dat dyslexie tot laaggeletterdheid gaat leiden. Het herkennen van de risicosignalen op jonge leeftijd en dus op tijd kunnen bijsturen, is van groot belang.
Wat zijn de kansen om dyslexie te ontwikkelen? Onderzoekers schatten dat een kind met een ouder met dyslexie 40 tot 60 procent kans heeft op het ontwikkelen van dyslexie, en het risico is groter als een extra familielid dit heeft.
Dyslexie heeft niets te maken met intelligentie, het komt voor bij zowel mensen met hoge, gemiddelde of lage intelligentie. Vaak wordt dyslexie geconstateerd als er verder geen andere oorzaken worden gevonden voor lees– en schrijfproblemen.
Dyslectici maken meer spelfouten dan leeftijdsgenoten: 'luisterfouten', (bijv. verspeken in plaats van verspreken), 'onthoudfouten' (bijv. ou-au of ei-ij) of regelgebaseerde fouten (bijv. dt-fouten).
Er gaat iets mis in de aanleg van de hersenen waardoor de linker hersenhelft langzamer ontwikkelt dan de rechter helft. Een deel van de informatieverwerking in de hersenen verloopt niet snel genoeg. Verlaagde activiteit in de hersengebieden voor woordherkenning en woordanalyse.
ontwikkelen van faalangst; moeite met aansluiting bij leeftijdgenoten of volwassenen door verminderde sociale acceptatie; schroom om aan een vervolgopleiding of baan te beginnen; vermijden van bepaalde taken op sociaal gebied zoals vrijwilligerswerk en bestuurswerk.
Het klopt dat mensen met dyslexie op sommige taken bij een IQ-test als groep minder goed presteren.
Meestal worden de kenmerken van dyslexie duidelijk vanaf een jaar of 7. Kinderen hebben dan moeite met klanken in de goede volgorde zetten, zoals dorp of drop. Maar ook bij cijfers: 12 en 21. Kinderen kunnen de letter d en b door elkaar halen, vinden hardop lezen vaak niet leuk en lezen vaak 'radend'.
Dyslexie gaat nooit over. Je kunt wel leren om er minder last van te hebben. Daarnaast kan het veel oefenen helpen om steeds iets beter te worden in het lezen en spellen. Niet ieder kind met dyslexie heeft veel moeite met zowel het lezen als de spelling.
Het DCD2-gen ligt op het zesde chromosoom, in een gebiedje waarvan al langer bekend was dat het bij dyslexie betrokken is.
Dyslexie en hoogbegaafdheid
Kinderen die zowel hoogbegaafd als dyslectisch zijn, zijn vaak te herkennen aan de volgende signalen: Veel spellingsfouten. Wel goed mondeling taalgebruik, maar schriftelijk wel problemen. Negatief beïnvloede prestaties (verveling, faalangst, enz.)
Ten eerste kun je problemen hebben met het herkennen van het visuele woordbeeld. Daarnaast kun je ook moeite hebben met het begrijpen van taal en klanken. Veel kinderen overwinnen hun dyslectische problemen, maar kunnen als volwassenen subtiele problemen met lezen en schrijven hebben.
Er is sprake van Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED) als de leerachterstand in lezen en/of spellen erg groot is, ondanks extra instructie op school. Ook moet er in onderzoek zijn aangetoond dat er sprake is van ernstige dyslexie. Een orthopedagoog of psycholoog kan vaststellen of iemand ernstige dyslexie heeft.
Mensen met dyslexie zijn over het algemeen goed in het waarnemen van de dingen in hun omgeving, het zien van grote gehelen maar ook van details die anderen niet altijd opvallen. De meeste dyslectici denken ook op een sterk visuele (en minder talige) manier.
Dyslexie is de algemene term voor ernstige lees- en/of spellingproblemen, die internationaal ook wordt gebruikt. Ernstige dyslexie (ED) is een Nederlandse term, die vooral met regelgeving voor vergoede zorg in Nederland te maken heeft (tot 1 januari 2022 werd gesproken van EED, Ernstige Enkelvoudige Dyslexie).
Albert Einstein en Leonardo da Vinci hadden dyslexie. Dat is niet zomaar toeval, volgens de auteurs van Dyslexie als kans. Mensen met dyslexie hebben namelijk een andere hersenstructuur. Die zit ze vaak in de weg, maar biedt ook grote voordelen.
Naar de oorzaken van dyslexie wordt nog steeds veel onderzoek gedaan. Wel weten we dat er iets misgaat in de hersenen en dat erfelijkheid een rol kan spelen. Dyslexie is niet te verhelpen, maar er kunnen veel handvatten worden aangereikt waardoor het makkelijker wordt om ermee om te gaan.
Wanneer de kosten voor een dyslexieonderzoek niet vergoed worden door uw gemeente, bedragen de kosten voor een dyslexietest €. 715,-. Een particulier dyslexieonderzoek is verder identiek aan een vergoed onderzoek.
Omdat er veel minder sprake is van geautomatiseerde processen bij lezen en schrijven vergt de schrijftaak extra veel aandacht voor kinderen met dyslexie. Ze hebben a.h.w. de keuze tussen netjes schrijven en veel fouten maken of minder fouten maken en slordig schrijven.
Veelvoorkomende rekenproblemen bij kinderen met dyslexie
Niet alleen het maken van de verhaaltjessommen kost kinderen met dyslexie extra veel moeite; ook het eigen maken van de rekenfeiten als splitsingen, sommen tot 10/20 en de keersommen blijken lastig.