Dit is vaak erfelijk bepaald. Bij niet-specifieke taalontwikkelingsstoornissen verloopt de taalontwikkeling vertraagd of afwijkend als gevolg van of in combinatie met een ander probleem, zoals een verminderd gehoor, moeite met de contactname of een verstandelijke beperking.
Kenmerken van dysfasie
Het uitdrukken van gedachten en gevoelens gaat moeizaam. Een duidelijk verhaal vertellen is lastig. Het kind springt van het ene onderwerp ineens over naar het andere onderwerp. Een gesprek met een ander voeren of rechtstreekse vragen beantwoorden is moeilijk.
Om een diagnose te kunnen stellen, worden verschillende onderzoeken gedaan door verschillende specialisten met een ander expertisegebied: een uitgebreid taalonderzoek (logopedist) een onderzoek naar de verstandelijke mogelijkheden (psycholoog of orthopedagoog) een neurologisch onderzoek (kinderneuroloog)
De wijze van diagnose van een spraakstoornis hangt af van het type spraakstoornis (stotteren, dysarthrie, verbale ontwikkelingsdyspraxie, verbale apraxie, stemstoornissen ...). In de meeste gevallen zal een logopedist en/of arts betrokken zijn bij de diagnosestelling.
Bijna altijd is er na het ontstaan van afasie enig spontaan herstel van de taal. Zelden of nooit is dat herstel volledig. Toch is er met veel oefenen, telkens weer proberen en volhouden vaak enige verbetering te verkrijgen.
Primaire Progressieve Afasie (PPA) is een vrij zeldzame vorm van dementie, die in de eerste twee jaar, en soms langer, alleen het taalgebied in de hersenen aantast. Hierdoor kan je naaste met PPA nog lang zelfstandig van alles doen: tuinieren, koken en bridgen.
Dit is vaak erfelijk bepaald. Bij niet-specifieke taalontwikkelingsstoornissen verloopt de taalontwikkeling vertraagd of afwijkend als gevolg van of in combinatie met een ander probleem, zoals een verminderd gehoor, moeite met de contactname of een verstandelijke beperking.
- ongeveer 3% van de bevolking aan dysfasie lijdt. Het risico op een taalachterstand is groter wanneer ook andere familieleden taalproblemen hebben.
Vaak is dit het gevolg van een neurologische aandoening, bijvoorbeeld een beroerte, Multiple Sclerose of de ziekte van Parkinson. Ook overmatige spanning, zoals in een drukke periode met veel zorgen of stress, kan voor problemen zorgen.
TOS ontstaat bij jonge kinderen, maar verdwijnt niet wanneer zij volwassen worden. Door begeleiding en behandeling leren zij nieuwe taal. Ze worden beter verstaanbaar, leren taal beter begrijpen, leren meer woorden en hun zinnen worden langer. Wanneer kinderen ouder worden, veranderen de kenmerken van hun TOS ook.
Dysfatische ontwikkeling is een neurologische spraak-taalontwikkelingsstoornis, dat wil zeggen dat de ontwikkeling van de neurale netwerken die aan de spraak-taalontwikkeling ten grondslag liggen, in meer of mindere afwijkend verloopt. Het kernsymptoom is dat het kind veel meer taal begrijpt dan het zelf kan zeggen.
Dysfatische ontwikkeling is een neurologische spraak-taalontwikkelingsstoornis waarbij het kind veel meer begrijpt van wat anderen zeggen, dan het zelf kan zeggen.
Ieder mens gebruikt taal. Praten, het vinden van de juiste woorden, begrijpen, lezen, schrijven en gebaren maken zijn onderdelen van ons taalgebruik. Wanneer als gevolg van hersenletsel een of meer onderdelen van het taalgebruik niet meer goed functioneren, noemt men dat afasie.
Oorzaken
Leerstoornissen blijken vooral erfelijk bepaald. Zo is het gekend dat meer dan een derde van kinderen die een ouder hebben met dyslexie ook zelf grote problemen kende bij het lezen.
De meest voorkomende leerstoornissen zijn: dyslexie (leesproblemen) en dysorthografie (spelling- en schrijfproblemen) komen vaak samen voor. dyscalculie: moeite met wiskundige concepten, rangschikken van cijfers en ruimtelijk inzicht.
Een verbale ontwikkelingsdyspraxie (VOD), ook wel spraak- ontwikkelingsdyspraxie (SOD) genoemd, is een (uit)spraakstoornis. Je kind ondervindt: moeite met het plannen, programmeren, coƶrdineren en controleren van de spraakbewegingen (tong, lippen en kaken).
Er zijn 2 soorten taalstoornissen. Stoornissen die ontstaan bij het leren van taal door kinderen (taalontwikkelingsstoornissen). Deze komen het meest voor. En er zijn stoornissen die later ontstaan, bijvoorbeeld door hersenletsel.
Wat is dyspraxie? Dyspraxie of DCD (developmental coordination disorder) is een (neurobiologische ontwikkelings-) stoornis van de motoriek, die niet verwant is aan lichamelijke stoornissen zoals cerebrale parese of stoornissen van de intelligentie zoals een geestelijke beperking.
Maak oogcontact en let goed op non-verbale signalen (mimiek, intonatie, gebaren). Maak duidelijk waar het gesprek over gaat. Gebruik eventueel een tekening, afbeeldingen of foto's om het onderwerp te verduidelijken. Spreek rustig en in korte zinnen, benadruk de belangrijkste woorden uit een zin.
Risicofactoren. Primair progressieve afasie treedt voornamelijk op boven de leeftijd van 45 jaar. Er zijn enkele genetische oorzaken van gekend (mutaties van progranuline, MAPT of C9orf72 maar de meeste vormen zijn sporadisch, d.i. niet-familiaal.
Afasie wordt veroorzaakt door een hersenbeschadiging. Het hersenletsel ontstaat plotseling, bijvoorbeeld door een beroerte of een trauma. Vaak is verbetering mogelijk. PPA ontstaat geleidelijk, en wordt steeds erger.
De richtlijn neuropsychologische revalidatie vermeld dat apraxie, net als afasie, vaak voorkomt na een CVA aan de linkerkant van de hersenen.