Er is geen test die kan bewijzen dat u de ziekte van Parkinson heeft. Daarom stelt uw huisarts vragen en kijkt hij of zij hoe u beweegt. Het trillen kan bijvoorbeeld ook komen door medicijnen of een essentiële tremor.
Bij de ziekte van Parkinson en Parkinsonismen komen soms plotselinge bloeddrukdalingen voor. Deze bloeddrukdalingen kunnen uw gewone dagelijkse bezigheden beïnvloeden. De medische term voor deze bloeddrukdalingen zijn: orthostatische hypotensie en postprandiale hypotensie.
Lusteloosheid. Veel mensen met Parkinson hebben last van apathie (lusteloosheid). Dit zorgt voor een verminderde kwaliteit van leven van zowel de patiënt als hun naasten. Er wordt onderzoek gedaan of medicijnen invloed kunnen hebben op de hoeveelheid dopamine, wat mogelijk apathie bij patiënten kan verminderen.
Parkinson herken je ook aan de aparte manier waarop je beweegt. Tijdens het lopen kun je meer gaan sloffen en schuifelen en meer voorovergebogen lopen. Soms blokkeren je voeten plotseling tijdens het lopen ('Freezing of gait'). Je voeten lijken 'vastgeplakt' aan de grond.
'Beweeg regelmatig en eet gezond' is een advies dat iederéén ter harte kan nemen. Voor Parkinsonpatiënten is het echter nóg belangrijker om uitgebalanceerd voedsel te eten. Dus veel fruit, groenten en andere complexe koolhydraten zoals graan en koren en bepaalde proteïnen.
De spierstijfheid die optreedt bij de ziekte van Parkinson, begint vaak in de benen en de nek. De meeste mensen hebben last van stijfheid. De spieren zijn gespannen en trekken zich samen en sommige mensen ervaren naast stijfheid soms ook pijn. Bradykinesie is een van de klassieke symptomen van de ziekte van Parkinson.
Emoties, aandacht en spanningen verergeren het trillen. Geleidelijk kan het trillen uitbreiden naar uw andere hand, uw armen, benen en soms zelfs naar uw kaak, tong, voorhoofd en oogleden.
De diagnose 'Parkinson' kan op dit moment echter niet worden gesteld met een bloedtest.
Er is GEEN ENKEL BEWIJS dat stress Parkinson veroorzaakt. Wél verergert stress de symptomen van de ziekte. Bijvoorbeeld trillen en pijn. Hier geldt: hoe meer stress, hoe sterker de symptomen worden.
Mensen met de ziekte van Parkinson hebben vaker zicht- en oogproblemen zoals wazig zien, symptomen van droge ogen, moeite met diepte inschatten en dubbelzien, dan mensen van dezelfde leeftijd zonder de aandoening.
Een MRI-scan is een soort foto van de binnenkant uw hoofd. De arts ziet dan of er misschien een andere oorzaak van uw klachten is. Bijvoorbeeld een andere ziekte die lijkt op de ziekte van Parkinson of schade in uw hersenen. Dit is te zien op de MRI-scan.
De ziekte is vandaag de dag nog steeds niet te genezen, maar door een combinatie van medicatie en revalidatie kunnen de symptomen wel worden gecontroleerd en kan de evolutie enigszins worden afgeremd. Gemiddeld genomen duurt het zo'n 10 à 25 jaren voordat de ziekte de gevorderde fasen bereikt.
ALS begint vaak met zwakke spieren in uw armen of benen. Het kan ook beginnen met problemen met slikken of praten. De eerste klachten zijn meestal niet zo duidelijk: U bent wat onhandig: u struikelt bijvoorbeeld vaker of u kunt knoopjes niet meer goed dichtmaken.
Dit aminozuur wordt weer aangemaakt door, fonyalanine. Als je voedsel eet dat rijk is aan deze aminozuren, stimuleer je de aanmaak van dopamine. Voorbeelden van dit voedsel zijn amandelen, avocado's, bananen, zuivel, peulvruchten, zaden, noten, mager rood vlees, kip, kalkoen, zeevruchten en tofu.
Parkinson is een progressieve, degeneratieve ziekte, dat wil zeggen dat de ziekte in de loop der jaren verergert. Symptomen kunnen soms voor langere tijd stabiel blijven om daarna weer te verergeren.
De ziekte treft vooral mensen boven de 50 jaar. Ruim 55.000 Nederlanders hebben Parkinson en helaas zien we een alarmerende stijging onder dertigers en veertigers. Een klein percentage heeft erfelijke Parkinson. De ziekte is niet besmettelijk.
Resultaten. Zoals verwacht was de levensverwachting voor mensen met de diagnose ziekte van Parkinson korter dan voor de mensen in de bijpassende controlegroepen, gemiddeld 2 à 4 jaar. Het verschil hing sterk af van de leeftijd waarop de diagnose plaats vond.
Als je de ziekte van Parkinson hebt, is er een kans van 35 tot 55 procent dat je ook dementie krijgt. Dit wordt Parkinson dementie genoemd. Bij dementie functioneren je hersenen steeds minder goed doordat zenuwcellen of verbindingen tussen de cellen in de hersenen kapotgaan.
Niet alle parkinson patiënten krijgen pijn maar het komt wel veel voor, met name als spierpijn, gewrichtspijn, verkramping, bewegingsdrang en zenuwpijn. Als mensen met parkinson ook last krijgen van stemmingswisselingen en depressie, kunnen zij er minder goed mee omgaan en ervaren daardoor meer pijn.
Er is behoefte aan een wetenschappelijk advies over het gebruik van vitamine D bij de ziekte van Parkinson. Een tekort van vitamine B12 kan onder andere leiden tot anemie (normo- of macrocytair), onverklaarde polyneuropathie en cognitieve klachten.
Een van de meest voor de hand liggende oorzaken van vermoeidheid is dat veel activiteiten met parkinson extra moeite en energie kosten. Hiernaast kan gewichtsafname zorgen voor minder energie en meer vermoeidheid. Ook slapen veel mensen met parkinson slecht.
De aandoening is dan multifactorieel erfelijk. Bij ongeveer 15 op 100 (15%) van de mensen met Parkinson kwam de aandoening al eerder in de familie voor. Maar bij minder dan 5% van de mensen met Parkinson wordt een erfelijke aanleg gevonden.