Een regelmatige beoordeling van je diastolische en systolische bloeddruk is essentieel voor de controle van je cardiovasculaire gezondheid, omdat het je in staat stelt potentiële hart- en vaatproblemen op te sporen en te voorkomen. Een normale DBP is lager dan 80 mmHg.
Wel is het zo dat een te hoge onderdruk minder relevant is voor het bepalen van een hoge bloeddruk. Met andere woorden: de bovendruk is belangrijker voor de diagnose hoge bloeddruk. De onderdruk en bovendruk samen noemen we de bloeddruk.
Bij mensen ouder dan 40 is de systolische bloeddruk, het hoogste getal, belangrijker dan de diastolische bloeddruk. De systolische waarde is namelijk een betere voorspeller van een beroerte en hartaanval. Slechts een van de twee getallen hoeft maar hoger te zijn dan normaal en er is al sprake van een hoge bloeddruk.
Als u diastolisch hartfalen heeft, betekent dat de knijpkracht van de hartspier nog redelijk goed is, maar dat uw hart met name een probleem heeft met het ontspannen van de linker hartspier (de linker ventrikel). Dit kan komen doordat de hartspier verdikt of verstijfd is.
Een optimale systolische bloeddruk is 120 mmHg of lager en een optimale diastolische bloeddruk is 80 mmHg of lager.
Men spreekt van een gevaarlijk hoge bloeddruk wanneer de bovendruk flink hoger is dan 140 mmHg en de onderdruk hoger dan 90 mmHg is. Dit moet dan het geval zijn bij meerdere meetmomenten.
Zelfs al voelt u geen onmiddellijke beter- schap, de medicatie doet zijn werk. THERAPIETROUW IS ESSENTIEEL. Stop nooit medicatie zonder medisch advies, ook niet wanneer u zich beter of goed voelt. Lage bloeddruk zonder klachten is niet zeldzaam bij hartfalen, maar vormt op zich geen reden tot afbouw van medicatie.
Te lage bloeddruk gevaarlijk voor uzelf en anderen
Typische kenmerken van een te lage onderdruk zijn bijvoorbeeld flauwte, duizeligheid en sterretjes zien. Is uw bloeddruk of onderdruk echt te laag, dan kunt u flauwvallen. Dit kan uiteraard zorgen voor zeer gevaarlijke situatie, ongelukken en letsel.
Een normale bloeddruk ligt rond de 120/80 (bovendruk/onderdruk). Wanneer de bloeddruk lager ligt, rond de 90/60, wordt er gesproken van hypotensie. Er zijn allerlei factoren die hierbij een rol spelen, zoals leeftijd, lichaamsbouw, gezondheid en levensstijl. Daarnaast schommelt de bloeddruk ook altijd.
De onderdruk (diastolische bloeddruk) toont aan hoeveel druk er op de bloedvaten staat wanneer je hart zich ontspant. Een normale onderdruk voor volwassenen ligt gemiddeld tussen de 60 en 90 mmHg.
Een plotselinge daling van de bloeddruk kan gevaarlijk zijn. Een verandering van slechts 20 mm Hg - een daling van 110 systolisch naar 90 mm Hg systolisch, bijvoorbeeld - kan duizeligheid en flauwvallen veroorzaken wanneer de hersenen niet genoeg bloed krijgen.
Hartfalen kan ontstaan door een vernauwing in de kransslagaders. Om goed samen te knijpen, heeft de hartspier zelf ook zuurstofrijk bloed nodig. Dat krijgt het hart uit de kransslagaders die aan de buitenkant van het hart liggen. Als er een vernauwing in deze kransslagaders zit, kan het hart minder goed pompen.
Meet u thuis uw bloeddrukwaarden, dan kan een bovendruk onder de 135 mmHg en een onderdruk onder de 85 mmHg gezien worden als een normale bloeddruk.
Een 3-voudige bloeddrukmeting met korte tussenpozen verbetert de nauwkeurigheid, maar moet met zorg worden uitgevoerd. Te vaak achter elkaar meten kan ongemak en schade aan de bovenarm veroorzaken, afhankelijk van de conditie van de arm en het type bloeddrukmeter.
Bij zeer hoge waarden kun je last hebben van hoofdpijn in het achterhoofd, sneller vermoeid geraken en vlugger kortademig. Je kunt wel symptomen hebben van de aandoeningen die aan de basis liggen van de hypertensie zoals algemene zwakte, misselijkheid, obstipatie, hartkloppingen, warmteopstoten.
Kortademigheid en benauwdheid bij inspanning.Kortademigheid en benauwdheid bij platliggen in bed.Concentratieproblemen.Moeilijke stoelgang.
De onderdruk (diastolische bloeddruk) is de druk wanneer het hart zich ontspant. De bloeddruk kan worden gemeten met een bloeddrukmeter. De bloeddruk wordt uitgedrukt in millimeters kwik, afgekort tot mmHg. Bij een verhoogde bloeddruk is de bovendruk hoger dan 140 mmHg en de onderdruk hoger dan 90 mmHg.
Als één of meer van de kransslagaders vernauwd of verstopt is, krijgt het hart te weinig zuurstofrijk bloed. U kunt dan bijvoorbeeld last krijgen van aanvallen van pijn op de borst en kortademigheid. Als een gedeelte van de hartspier afsterft door langer aanhoudend zuurstofgebrek, spreken we van een hartinfarct.
De bovendruk of systole is de hoogste waarde en geeft de druk weer wanneer het hart samentrekt en het bloed in het lichaam rond pompt. De onderdruk of diastole is de laagste waarde die je afleest op de bloeddrukmeter. Het geeft de druk weer op je bloedvaten wanneer het hart zich ontspant en opnieuw met bloed vult.
Ontspanning zal ervoor zorgen dat u beter om kunt gaan met stress. Omgaan met stress is heel belangrijk als u een lage bloeddruk hebt, of als u gevoelig bent voor een lage bloeddruk. U kunt maar beter denken aan op tijd eten en drinken, gezond zijn, op tijd bewegen en op tijd rusten!
Bij bradycardie heeft u een te lage hartslag.De hartslag is dan minder dan 50 slagen per minuut. Het normale hartritme van een volwassen persoon is meestal 60 tot 70 slagen per minuut.
Als u een lage diastolische druk hebt, betekent dit dat u een lage coronaire arteriële druk hebt, en dat betekent dat uw hart een tekort aan bloed en zuurstof krijgt . Dat noemen we ischemie, en dat soort chronische, laaggradige ischemie kan het hart na verloop van tijd verzwakken en mogelijk leiden tot hartfalen.
Neem geen extra zout als je een lage bloeddruk hebt. In alles wat je normaal eet zit genoeg zout. Als je extra zout gaat eten, krijg je snel te veel binnen. En dat is slecht voor je nieren.