De inleiding is een compleet hoofdstuk en bestaat uit meerdere pagina's. De lengte van de inleiding is afhankelijk van het maximale aantal pagina's van je scriptie en van de complexiteit van je onderwerp.
De inleiding of introductie is het eerste hoofdstuk van je scriptie. Je plaatst de inleiding direct na de inhoudsopgave.
De inleiding volgt op het voorwoord. Een voorwoord is een persoonlijk getinte tekst. Er is ruimte voor een dankwoord, informatie over de geschiedenis van het onderzoek, taakverdeling binnen een groep, informatie over de auteurs et cetera. Een inleiding daarentegen gaat specifiek over het onderzoek/de inhoud.
In je inleiding introduceer je je onderwerp, stelt de probleemstelling op en vertelt je doelstelling en je onderzoeksvragen. Verder maak je een korte beschrijving van de onderzoeksopzet en maak je een leeswijzer.
De conclusie is meestal ook niet zo'n lang hoofdstuk, namelijk één tot twee pagina's, dus daar hoef je niet heel veel over uit te weiden. Je hebt wel ook vaak nog een discussie hoofdstuk, en daarin ga je meer vertellen over de validiteit van je onderzoek, discussiepunten en verder onderzoek.
Let op Volgens de meeste referentiestijlen schrijf je “hoofdstuk” met een hoofdletter als je naar specifieke hoofdstukken verwijst (bijvoorbeeld Hoofdstuk 2, Hoofdstuk 4). Dit is ook het geval als je de APA-stijl gebruikt.
De inleiding van een essay is meestal niet langer dan een of twee paragrafen en maakt normaliter ongeveer 10 tot 20 procent uit van je tekst. Het deel waar het in je essay om gaat is je argumentatie.
Als inleiding verwijst naar het eerste gedeelte van een verhaal of boek waarin het onderwerp wordt aangegeven, is bij of van het gebruikelijke voorzetsel. In de inleiding bij / van zijn biografie licht hij toe waarom hij het boek geschreven heeft.
Een goede inleiding trekt de aandacht van de lezer en geeft aan waarover de tekst gaat. Een goed geschreven tekst bevat een inleiding van één of enkele alinea's. Na het lezen van de inleiding weet de lezer wat er komen gaat. Zo kan hij bepalen of de tekst voor hem interessant is om te lezen.
De inleiding is het eerste hoofdstuk van je scriptie en komt meteen na de inhoudsopgave.
Een inleiding of intro geeft weer waar de inhoud over gaat, terwijl het voorwoord iets vertelt over hoe u het schrijven heeft ervaren. Tijdens het lezen van de inleiding, maakt de lezer kennis met de inhoud van het boek of het verslag. Tijdens het lezen van het voorwoord maakt de lezer kennis met de schrijver.
Aan het eind van de inleiding weet de lezer waar hij kan verwachten bij de rest van het stuk.De samenvatting geeft de hele inhoud beknopt weer.
Zo moet iedere scriptie een voorblad, samenvatting en inhoudsopgave bevatten. Hierna volgen de inleiding, het theoretisch kader, de onderzoeksmethoden en het resultatenhoofdstuk. Elke scriptie sluit tenslotte af met een conclusie, discussie en aanbevelingen.
Inleiding. De inleiding is een verplicht onderdeel van de scriptie. Het dient ter introductie van het onderwerp en biedt tevens een vooruitblik op de rest van je onderzoek.
Een paragraaf is een van een opschrift en vaak van een nummer of letter voorzien onderdeel van een tekst.
De inleiding heeft drie functies: ten eerste de aandacht trekken, ten tweede het onderwerp introduceren en ten derde duidelijk maken wat jouw stelling is. Om ervoor te zorgen dat mensen je betoog willen gaan lezen, moet je op een of andere manier de aandacht trekken.
Begin je spreekbeurt met een inleiding. In de inleiding vertel je waarom je het onderwerp gekozen hebt. Daarna laat je in je PowerPoint zien welke onderwerpen je gaat behandelen.
Een goede manier om een inleiding te beginnen, is een persoonlijke anekdote die een direct verband houdt met je schrijfwerk. Vertel bijvoorbeeld hoe jouw eigen interesse voor het onderwerp is ontstaan, of op welk moment je op het idee bent gekomen om je boek of scriptie te schrijven.
In alledaagse teksten kun je vaak zien waar de inleiding stopt en waar de kern begint. Vaak is de inleiding namelijk schuingedrukt of is er een duidelijke scheiding. Bij eindexamenteksten is dit vaak wat minder duidelijk. Ook om die reden is het heel belangrijk dat je goed de functies van een inleiding kent.
Zoals alinea's gemiddeld bestaan uit zo'n zes à zeven zinnen, zo bevatten paragrafen gemiddeld ongeveer een zevental alinea's en bestaan hoofdstukken gemiddeld uit ongeveer zeven of acht paragrafen. Een boek telt veelal acht tot tien hoofdstukken.
Een hoofdstuk is een afgebakend onderdeel van een in de regel langere tekst. Een hoofdstuk begint vaak op een nieuwe bladzijde, soms met een initiaal als eerste letter. Vooral in boeken worden de individuele hoofdstukken vaak genummerd en/of getiteld.