Uitleg: de helft = enkelvoud.
Hoe weet ik of ik enkelvoud of meervoud schrijf? Om te bepalen of je kind enkelvoud of meervoud schrijft, kijkt hij naar het onderwerp van een zin. Als het om één iets of iemand draait, is het enkelvoud.Wanneer het om meerdere personen, dingen of zaken gaat, schrijft je kind meervoud.
Na een bepaald hoofdtelwoord (behalve beide), na hoeveel, zoveel en een paar staan zelfstandige naamwoorden die een hoeveelheid aanduiden (bijvoorbeeld een maat, inhoud, gewicht, munt) en de woorden maal en keer gewoonlijk in het enkelvoud: vijfhonderd meter, drie hectare, hoeveel liter, zoveel kilogram, een paar ton, ...
Dat verwijst naar het-woorden: het huis dat, het meisje dat. Die verwijst naar de-woorden en naar meervoudsvormen: de woning die, de meisjes die. Aantal is een het-woord en wordt in principe gecombineerd met dat als het bepaald lidwoord het eraan voorafgaat.
De correct gespelde meervoudsvorm van café is cafés, zonder apostrof. Als een zelfstandig naamwoord eindigt op é, schrijven we de meervoudsuitgang eraan vast. Een apostrof is niet nodig omdat de combinatie niet verkeerd kan worden uitgesproken: logés, attachés, coupés, prostitués.
De correct gespelde meervoudsvorm is baby's.
En spreek je van een bedrag in euro/Euro of van een bedrag in euro's/Euro's'? Goed is: euro (met een kleine letter). In een bedrag in euro's heeft het meervoud euro's de voorkeur boven het enkelvoud euro. Munteenheden krijgen een kleine letter: euro, dollar, pond, kroon, enz.
De meeste zelfstandige naamwoorden schrijf je in het meervoud met -en. Voor de uitgangen s en 's zijn er duidelijke regels. Als een woord eindigt op -e, -el, -en, -er, -em, -ie of -eau dan schrijf je in het meervoud een s.Als een woord eindigt op -i, -a, -o, -u, -y dan maak je het meervoud met 's.
Wanneer gebruik je altijd “de”? Bij een woord dat in het meervoud staat komt altijd “de”.
Jullie is het persoonlijk voornaamwoord voor de tweede persoon meervoud in het Nederlands. Het is etymologisch een verbastering van jij+lui ("mensen, lieden"). De oervorm voor de tweede persoon meervoud is de Proto-Indo-Europese nominatief *iuH.
fruits zelfstandig naamwoord, meervoud
resultaten mv.
Antwoord. Het meervoud van bacterie wordt gespeld als bacteriën; het meervoud van industrie als industrieën.
De korte klinkers in de gesloten lettergrepen van bijvoorbeeld dag, weg en slot werden in de open lettergreep van het meervoud lang: dagen, wegen en sloten. De korte i kon in het meervoud een e worden: lid en schip werden leden en schepen in het meervoud.
Persoonlijke voornaamwoorden verwijzen naar levende wezens of zaken, zonder die verder bij de naam te noemen: ik, jou, zij, hen, hem, etc. De vorm hangt af van: de 'persoon': Als we over onszelf praten, gebruiken we de eerste persoon.
Het persoonskenmerk kan verder gespecificeerd worden naar getal, zodat er een eerste persoon enkelvoud (Nederlands ik) en een eerste persoon meervoud (wij) is. Hetzelfde gaat uiteraard op voor de tweede persoon (jij/ u/ jullie) en de derde (hij/ zij (enkelv./meerv.)/ het/u).
De correcte manier om het meervoud van paraplu te spellen is paraplu's. Dus geen paraplus of parapluus. De extra apostrof wordt toegevoegd in de meervoudsvorm zodra er spraakverwarring kan ontstaan (zoals bij paraplus).
na een klinker die je met twee of meer letters schrijft: shampoo, shampoos; na een klinker met een accentteken: café, cafés.
Woorden die eindigen op een y (met daarvoor een medeklinker) krijgen in het meervoud een apostrof plus s: baby's, hobby's, lolly's, pony's, reply's, enz.