Appels,peren perziken en kersen noemen we fruit.Net als frambozen en bramen. Zit er één zaad in de vrucht zoals bij kersen en abrikozen dan noemen we dat steenfruit. En zitten de zaadjes verspreid in het zachte vruchtmoes dan noemen we dat besvruchten,zoals bij druiven en rode bessen.
Een bes of besvrucht is een vlezige vrucht. Bessen kunnen verschillend van vorm zijn, van rond tot langwerpig. De vruchtwand (het exocarp) van een bes kan dun (rode bes, druif) of dik (meloen, pompoen) zijn.
In botanische termen zijn het de tomaten, komkommers, meloenen en bananen die met recht bessen kunnen worden genoemd. En de grootste bes ter wereld is een echt zwaargewicht: de pompoen!
In de botanische definitie lezen we het volgende: een bes is een vlezig fruit, dat ontstaat vanuit een vrucht met slechts één ovarium. In andere definities is daarnaast ook vermeld dat een bes zijn pit(ten) aan de binnenkant moet hebben. Botanisch gezien zijn aardbeien dus geen bessen, maar samengestelde vruchten.
Fruit is de verzamelnaam voor eetbare vruchten. Ze worden meestal rauw gegeten en smaken zoet of zuur. Plantkundig gezien is een vrucht het eetbare deel van de bloem of wat zich daaruit ontwikkelt na bevruchting. Sommige vruchten worden tot de groenten gerekend, zoals tomaat, paprika, avocado, aubergine en komkommer.
Fruit is altijd de vrucht van een plant, zoals een aardbei. De groente die je eet kan ook een ander deel zijn, bijvoorbeeld de wortel, knol, stengel of het blad. Denk aan een blaadje spinazie of een stengel bleekselderij. Maar, tomaten en komkommers zijn ook vruchten, maar die noemen we weer groente.
– Alles wat aan een houtachtige plant groeit is fruit. Komkommers groeien niet aan een houtachtige plant, maar aan een kruidachtige plant. Daarom wordt de komkommer als groente gezien.
Botanisch gezien is de tomaat eigenlijk een bes, en wordt als fruit geclassificeerd. In de tuinbouw en in de volksmond spreekt men echter van een groente. De tomaat kent zijn oorsprong in Zuid-Amerika.
De kiwi of Chinese kruisbes (Actinidia chinensis) is de eetbare vrucht van een snel groeiende slingerende klimplant. De vruchten van de gewone kiwi zijn gewoonlijk langwerpig ovaal van vorm, hebben helder vruchtvlees met een witte kern en een ring van zwarte pitjes rondom deze kern.
Bananen zijn niet de enige verrassende bessen. Ook tomaten, pompoenen en meloenen vallen in de categorie. Gek hè? Technisch gezien is een tomaat dus ook een soort vrucht.
De druivenplant of wijnstok (Vitis vinifera) is een soort uit het geslacht Vitis. De plant is oorspronkelijk afkomstig uit het Middellandse Zeegebied, Centraal-Europa en Zuidwest-Azië en wordt dus ook geteeld in Marokko en Portugal, Zuid-Duitsland en Iran. De druif, de vrucht van deze plant, is eigenlijk een bes.
Banaan is een fruitsoort. Bananen groeien in trossen aan een plant op bananenplantages. Bananen zijn krom doordat ze tegen de zwaartekracht in met hun punten naar boven groeien. Banaan is een tropische vrucht.
Tomaat. Tomaten zijn technisch gezien fruit, maar dat houdt mensen niet tegen om ze onder de noemer groente te plaatsen. Een discussie hierover liep zo uit de hand dat er in Amerika in 1893 iemand naar het hoger gerechtshof trok en de rechtszaak won. Sindsdien zijn tomaten officieel fruit.
Frambozen zijn een van de lekkerste én gezondste bessen. Als je veel ruimte hebt en het een beetje uitkient, oogst je heel lang frambozen. Er zijn namelijk zomerframbozen en herfstframbozen. En de zomerframbozen zijn weer onderverdeeld in vroege en latere rassen, zodat je in juni en juli vruchten hebt.
Je kunt denken aan aardbeien, bessen, frambozen maar ook aan steenvruchten. Laten we een aantal steenvruchten eens in het zomerzonnetje zetten! Bij steenvruchten kun je denken aan kersen, abrikozen, pruimen, perziken, nectarines maar ook kokosnoten en olijven.
De geteelde blauwe bes wordt het meeste aangeboden. Deze bedauwde bes met wat groenig vruchtvlees heeft minder smaak, aroma en zuurtjes maar is doorgaans zoeter dan de bosbes en zwarte bes. Omdat handelaren vooral de blauwe bes aanbieden, verwerk ik ze in de jus.
Aanvoerlanden van de gele kiwi zijn onder andere Nieuw-Zeeland, Frankrijk en Italië. De gele kiwi is, in tegenstelling tot de groene kiwi, niet het hele jaar door verkrijgbaar. Van mei tot oktober worden gele kiwi's aangevoerd uit Nieuw-Zeeland, van november tot januari uit Frankrijk en Italië.
Kiwi's zijn groene wondertjes. Ze zitten niet alleen bomvol vitamine C, maar hebben ook een licht-laxerende werking waardoor ze dat onaangename, opgeblazen gevoel in je buik kunnen helpen verminderen.
Maar eigenlijk zit het zo: de haartjes op de bruine schil van een kiwi zijn een vorm van zelfverdediging om insecten af te schrikken. De kiwi vindt zijn oorsprong in China en heette toen 'Chinese kruisbes', maar in Nieuw-Zeeland veranderde de naam naar 'kiwi'.
Komkommer is een groente. Om precies te zijn een vruchtgroente. Dat wil zeggen dat komkommer hoort bij de groenten waarvan we de vrucht van de plant eten. Net zoals bijvoorbeeld paprika en tomaat.
Een courgette (ook wel: mergpompoen) is de ongerijpte vrucht van de soort Cucurbita pepo uit de komkommerfamilie, die als groente wordt gegeten.
Is avocado fruit of groente? Avocado is een vruchtgroente. Hij wordt bij de groente ingedeeld omdat hij meestal als groente wordt gegeten. Hij telt dus mee voor de richtlijn van 250 gram groente per dag.
Bananen bevatten in vergelijking met andere fruitsoorten meer calorieën en weinig vitamine C. Daarentegen bevatten bananen wel heel veel andere gezonde voedingstoffen, zoals vezels, vitamine B6 en kalium. Dat bananen meer calorieën bevatten, maakt het niet meteen een ongezonde keuze.
Bramen: door het grote aantal gezonde voedingsstoffen kunnen bramen worden gezien als het gezondste fruit! Bramen bevatten veel belangrijke vitamines (A, B1, B2, B6, B11, C en E) en mineralen (natrium, kalium, calcium, fosfor, ijzer, magnesium en koper).
Buiten Nederland wordt de aardappel inderdaad regelmatig gezien als groente. In Nederland plaatsen we de aardappel bij brood en graanproducten. Dat heeft te maken met de voedingsstoffen in aardappel en de plek die de aardappel van oudsher inneemt bij de maaltijd.