De grove motoriek. Bij de grove motoriek horen de grote bewegingen die je met je lichaam maakt. Je kan hierbij denken aan dansen, springen, rennen en fietsen.
Grove motoriek zijn grote bewegingen die kinderen met hun lijf maken zoals kruipen, lopen, rennen, springen, gooien of zwemmen. Fijne motoriek zijn kleine bewegingen van de hand en vingers, maar ook de tenen of mond.
Met grove motoriek kan een kind grote spieren bewegen. Dansbewegingen die de grove motorische coördinatie en het evenwicht ondersteunen, zijn onder andere van links naar rechts wiegen, armen optillen en laten zakken en armen heen en weer zwaaien . Met fijne motoriek kan een kind kleine spieren bewegen en beheersen.
Denk bijvoorbeeld aan schrijven. Het evenwicht (grove motoriek) van je peuter speelt een belangrijke rol bij het schrijven (fijne motoriek).
De ontwikkeling van grove motoriek omvat de grote spieren in de armen, benen en romp. Grove motorische activiteiten zijn belangrijk voor dagelijkse fysieke activiteiten zoals lopen, rennen, gooien, tillen, schoppen , etc.
Gymnastiek is de ideale sport om de motoriek van kinderen te ontwikkelen. Er komt meer bij kijken dan alleen een handstand of een koprol. Gymnastiek zorgt ervoor dat kinderen hun balans en coördinatie versterken.
Buitenactiviteiten zoals rennen, fietsen en klimmen dragen bij aan de ontwikkeling van grove motoriek en bieden kinderen de kans om hun lichaam op natuurlijke wijze te verkennen en uit te dagen. Laat kinderen elke dag minstens 1 uur buitenspelen.
Faciliteer groepsspel: grove motoriek, zoals rennen, achtervolgen en met de bal spelen , wordt vaak gebruikt bij groepsspel. Naarmate kinderen vaardiger worden in deze activiteiten, is de kans groter dat ze deelnemen aan groepsspel, wat kan helpen hun sociale vaardigheden te ontwikkelen en hun vermogen om met anderen te communiceren kan verbeteren.
Samen dansen met leeftijdsgenoten bevordert de sociaal-emotionele ontwikkeling. Kinderen maken contact met elkaar tijdens het dansen. Ze dansen naast elkaar en met elkaar en leren samen- werken tijdens het dansen. Daarnaast leert een kind zichzelf te uiten op een non-verbale manier en zichzelf te laten zien via dans.
Leren bewegen. Veel kinderen beginnen of oefenen op deze leeftijd verder met nieuwe dingen in beweging. Dit gaat om de grove motoriek, zoals fietsen en zwemmen. Maar ook de fijne motoriek, zoals schrijven en typen.
Onder de grove motoriek worden de grote bewegingen verstaan die kinderen leren en maken. Eigenlijk waar we ons hele lichaam voor gebruiken. Onder grove motoriek verstaan we o.a.:kruipen.
Met de grove motoriek – zwemmen, fietsen, hardlopen – brengen we grote delen van ons lichaam in beweging. De fijne motoriek van bijvoorbeeld tekenen en schrijven, is waarmee onze handen precieze taken verrichten.
Als kinderen ouder worden, kunnen ze steeds grotere bewegingen maken. Vaak met hun hele lijf. Dit heet de grove motoriek. De meeste kleuters leren dingen zoals hinkelen, steppen, zwemmen, fietsen en kunstjes in de speeltuin.
Door te dansen train je dus niet alleen het lichaam maar ook het brein. Het effect is volgens Swinnen het grootst als je léért dansen: het aanleren en onthouden van nieuwe bewegingen zorgt voor extra mentale activiteit. Dat, aldus Swinnen, vertraagt de veroudering van de hersenen.
Als je er bij stil staat, is dansen een unieke vaardigheid. Dansers kunnen een beweging voor zich zien, horen hoe die beweging verbonden is met een ritme en vervolgens de beweging uitvoeren, waarbij ze meerdere handelingen tegelijkertijd uitvoeren en steeds van richting veranderen.
Loopt zelfstandig de trap op en af, afwisselend met de voeten. Schopt de bal vooruit. Duwt, trekt, stuurt speelgoed met wielen. Springt over een 6" hoog object en landt op beide voeten.
De grove motoriek van een peuter
Hij kan gemakkelijker zijn evenwicht bewaren en loopt al snel zonder hulpmiddelen. Als je peuter goed kan lopen, zullen complexere bewegingen als rennen en springen snel volgen. Je kind leert op 1 been staan en in een later stadium gaat het hinkelen.
Onder de fijne motoriek verstaan wij hetgeen men met zijn handen kan grijpen, manipuleren en loslaten. Het draait allemaal om de “fijne” bewegingen van de armen, handen en vingers. Denk hierbij aan knippen, plakken, tekenen of leren schrijven.Maar ook veters strikken en aankleden vallen onder de fijne motoriek.
Fijne motoriek gaat over de kleine bewegingen, bijvoorbeeld van de handen en vingers. Je kind oefent dat op allerlei manieren: door knutselen, met bestek eten, veters strikken, een instrument leren bespelen, tekenen en schrijven.
Cognitieve ontwikkeling:
Bijvoorbeeld: puzzelen, denkspelletjes zoals memorie en doolhoven en sorteerwerkjes. In de themaboeken worden speel-en oefenwerkjes aangeboden die de cognitieve ontwikkeling stimuleren. Ook de knutselwerkjes, sport-en spelactiviteiten en woordkaarten zijn gebaseerd op deze ontwikkeling.
3,5 tot 4 jaar oud: Je kind kan een paar keer hinkelen, een paar keer met twee benen tegelijk naar voren springen, een koprol maken (op het gras liefst!), een ballon een paar keer hooghouden zonder dat-ie wegwaait.
Hoogsensitieve kinderen hebben vaak moeite met een onrustige omgeving. Een voetbalveld vol schreeuwende ouders langs de kantlijn kan leiden tot een paniekaanval. Kies daarom liever voor een rustgevende sport zoals yoga en pilates.
Gross skills omvatten grote spierbewegingen . Deze bewegingen worden uitgevoerd door de grote spiergroepen en zijn niet erg precies. Ze omvatten veel fundamentele bewegingspatronen zoals lopen, rennen, springen en gooien.
Stimuleer je kind om actief te bewegen, dit is ook goed voor de motorische vaardigheden. Er hoeft geen structuur in te zitten als de omgeving maar veilig is. Spelen, stoeien, klimmen, klauteren, een koprol oefenen, een bal overgooien… elke beweging is goed als je kind er maar plezier in heeft.