IS HET MOEILIJK OM EEN CONTRABAS TE LEREN BESPELEN? Ja, het is moeilijk! Maar ook heel leuk! Het loont dus zeker om de moeilijkheden te overwinnen.
De contrabas, ook staande bas of kortweg bas genoemd, is het laagstklinkend muziekinstrument van de strijkinstrumenten.
Korte beschrijving van het instrument
Sommigen verwarren de contrabas met de iets kleinere cello; het meest opvallende verschil tussen deze twee instrumenten zijn de stemschroeven: ebbenhouten pennen bij de cello, grote metalen mechanieken bij de contrabas.
Strijkinstrumentenshop.nl biedt voor zowel beginnende als gevorderde contrabassisten geschikte instrumenten aan in de prijsklasse van 1300 tot 6500 euro.
Er zijn verschillende varianten van de contrabas; de 4-snarige is de meest voorkomende, maar ze zijn ook verkrijgbaar als 5-snarige, dwz waar er een extra, diepere / hogere snaar.
De contrabas kun je bespelen met een strijkstok, een stukje hout bespannen met paardenharen. Er zijn twee soorten strijkstokken: een Franse die eruit ziet als een vioolstok maar dan iets groter en een grote, Duitse stok die je 'onderhands' vasthoudt.
De contrabas is een snaarinstrument van bijna 2 meter lang en heeft vier snaren, die gestemd zijn als de vier laagste snaren van de gitaar. De contrabas wordt met een strijkstok (arco) of met de vingers ('plukken') bespeeld.
Er wordt meestal gespeeld op een 1/4 bas , 1/2 bas en dan als laatste een 3/4 bas. Gewicht: De grote bas weegt ongeveer ongeveer 10 pakken melk.
De luit is een meestal dubbelkorig snaarinstrument met 4 tot 13 snaren dat met de vingers wordt bespeeld. Net als de moderne gitaar eindigen de snaren op het bovenblad, en niet zoals bij de meeste snaarinstrumenten op de klankkast.
3/4: Kleinere mensuur, meestal rond de 104 cm. (4/4 zit al gauw tussen de 107 en 111 cm, alhoewel je zo nu en dan een 4/4 met 105 cm. mensuur tegen komt), dus gemakkelijker te intoneren omdat de afstanden tussen de posities iets kleiner is. Kleinere klankkast, makkelijker transport.
Contrabas - bepaal de juiste maat contrabas
Meet de armlengte van het schoudergewricht tot het topje van de middelvinger. Meet de spanwijdte tussen de topjes van de wijsvinger en pink, waarbij de vingertopjes zover mogelijk uit elkaar worden gestrekt (vingers ook gestrekt). Leeftijd is slechts een indicatie.
Cello. De cello is het grootste en laagste instrument uit de moderne vioolfamilie. De cello is een octaaf lager gestemd dan de altviool en wordt door de zittende speler tussen de knieën gehouden. Behalve dat de cello in elk symfonie orkest voortkomt, is er ook talloze solo muziek voor de cello geschreven.
De eerste Italiaanse werkplaatsen waar contrabassen werden gemaakt, waren in Brescia, denk aan de beroemde contrabasbouwer Gasparo Da Salo, 1540-1609, en Cremona, denk aan de Andrea Amati 1505 – 1577 en zijn zoons Antonio en Gerolamo. De beroemdste Amati, Nicolo, was een neef van Andrea.
De cello is eigenlijk een viool in een staande positie. Het instrument is ongeveer 120 cm lang en heeft vier snaren. Doordat de cello 120 cm is, is het te groot om vast te houden en wordt het daarom op de grond tussen de knieën geplaatst. De cello wordt bespeelt met een strijkstok.
Wat kost een luit? Een eenvoudige studieluit kost algauw € 1000, probleem is vooral dat men er nooit een grote voorraad van heeft om uit te kiezen.
Voorbeelden uit de middeleeuwen zijn de doedelzak, de schalmei, de kromhoorn en de ranket. De laatstgenoemde, ook wel worstfagot geheten, is een koddig instrument dat welhaast in iedere broekzak past, al had middeleeuwse kleding geen zakken.
Eén houder is voor de acht bassnaren en één houder is voor zes hogere 'melodie'-snaren. De oorspong van de naam 'theorbe' is onduidelijk. De theorbe wordt bespeeld door, zoals bij een gitaar, met de vingers van de linkerhand de zes melodiesnaren op de hals af te klemmen.
Geschiedenis van de contrabas
De contrabas werd voor het eerst aan het eind van de 16e eeuw in Italië en Duitsland gebruikt. Het instrument ziet er iets anders uit dan de andere en heeft min of meer de vorm gehouden van een oudstrijkinstrument; de basviola.
Over het algemeen kunnen we wel stellen dat de meeste bassisten vaak op een solid body basgitaar spelen met 4 snaren, zoals de meest bekende basgitaren. Toch zijn er in de wereld van de basgitaren vele te vinden met 5, 6 of zelfs 7 snaren.
De viool is een strijkinstrument met vier snaren. Het is het kleinste lid van de vioolfamilie, en heeft het hoogste bereik. De klank wordt voortgebracht door de snaren in trilling te brengen met een strijkstok (arco), of door te tokkelen met de vingers (pizzicato).
De bas is de laagste mannelijke zangstem. De gemiddelde bas heeft hetzelfde bereik als de alt, maar dan een octaaf lager. Baszangers lezen hun noten met behulp van de F-sleutel, ook vaak bassleutel genoemd. Varianten op de bas zijn de bariton (iets hoger) en de basso profundo (iets 'dieper').
De cello is familie van de viool en de altviool, allen strijkinstrumenten met vier snaren. De snaren van een cello worden in kwinten gestemd, met van laag naar hoog een C, G, D en A. De snaren van een cello worden meestal bespeeld met een strijkstok, maar af en toe ook geplukt met de hand (pizzicato).
De cello is ongeveer 120 cm lang. Kleinere afmetingen van de cello zijn 1⁄16, 1⁄8, 1⁄4, 1⁄2, 3⁄4, 4⁄4 en 7⁄8cello. Het instrument is bespannen met vier snaren en heeft twee f-gaten. De snaren van de cello zijn van laag naar hoog gestemd: C, G, D, A – een octaaf lager dan de altviool.
Van cello wordt gezegd dat de hand- en speelpositie meer natuurlijk is dan bij viool. De viool is moeilijker vast te houden: je moet deze met je kaak in balans houden, wat zeker voor de beginner echt een uitdaging is. Ook de handpositie is lastiger.