CIN III: Een voorstadium van baarmoederhalskanker. Dit betekent niet dat u zonder behandeling ook werkelijk kanker krijgt. De meeste vrouwen bij wie een CIN III wordt gevonden, krijgen waarschijnlijk nooit baarmoederhalskanker, ook niet als zij niet behandeld worden.
Bij CIN 3 is de kans dat er uiteindelijk baarmoederhalskanker ontstaat groter. Daarom adviseren artsen bij CIN 3 bijna altijd om je te laten behandelen. Zo kun je voorkomen dat CIN 3 overgaat in baarmoederhalskanker. Welke behandeling het meest geschikt is, hoor je van je arts.
Bij een uitslag vanaf Pap 3b wordt de kans groter dat de gynaecoloog bij onderzoek een voorstadium van baarmoederhalskanker vindt. Maar de kans op kanker is nog steeds klein. Het wil alleen zeggen dat je er op tijd bij bent. Een voorstadium is goed en makkelijk te behandelen.
Abnormale ontwikkeling, abnormaal uiterlijk en abnormale organisatie van de cellen, wat hen onderscheidt van de normale cellen wat betreft hun grootte, vorm en organisatie in de weefsels. Dysplasie wijst bijna altijd op een precancereuze toestand.
Behandeling met een crème bij onrustige cellen door HPV
U kunt een crème met imiquimod krijgen. Deze crème maakt de afweer van uw huid sterker. Hierdoor verdwijnen de onrustige cellen. De arts vertelt u hoe lang u de crème kunt gebruiken.
CIN II en CIN III
Bij CIN II en III bestaat de behandeling meestal uit een lis-excisie of conisatie. Meestal kiest de gynaecoloog voor een lis-excisie. Als de afwijkingen meer aan de binnenkant van de baarmoederhals zitten bij de cilindercellen, doet hij of zij een conisatie.
Zowel endogene als via de voeding verkregen antioxidanten hebben hier invloed op. Bij vrouwen is een gezond voedingspatroon, op basis van voedingsstoffen met antioxiderende eigenschappen zoals fruit en groenten, in eerder onderzoek al geassocieerd met een lager risico op HPV-infectie en baarmoederhalskanker.
Bij CIN 2 en 3 bestaat de behandeling meestal uit een lisexcisie of conisatie. Meestal kiest de gynaecoloog voor een lisexcisie. Als de afwijkingen meer aan de binnenkant van de baarmoederhals zitten bij de cilindercellen of de afwijking niet geheel te overzien is, zal meestal een conisatie worden geadviseerd.
Pap 3a: er worden licht afwijkende cellen gevonden; men spreekt soms ook van lichte of matige dysplasie. Het advies is dan herhaling door de huisarts of verder onderzoek door de gynaecoloog. In dat laatste geval blijken bij de helft van de vrouwen de afwijkingen zo gering te zijn dat geen behandeling nodig is.
Weer thuis na conisatie
Houd na de operatie een week rust. Doe in die periode ook geen huishoudelijk werk. Tot ongeveer twee tot drie weken na de operatie kun u last hebben van bloederige afscheiding. Dit komt door de vorming van nieuw weefsel.
De angst voor baarmoederhalskanker is invoelbaar, maar bijna altijd onnodig. Niet zelden is een afwijkend uitstrijkje loos alarm. Zo wordt bij meer dan de helft van de vrouwen met eenmaal Pap 3a zelfs geen voorstadium van baarmoederhalskanker gevonden, laat staan baarmoederhalskanker.
HPV krijg je door seksueel contact met iemand die HPV heeft. Ook door het aanraken van de penis of vagina en door orale seks kun je HPV krijgen. HPV is heel besmettelijk en geeft meestal geen klachten, daarom kan iemand met HPV zonder dat de persoon het weet iemand anders gemakkelijk besmetten.
Het virus is heel besmettelijk. "Het is absoluut niet zo dat mensen met HPV seksueel flink tekeer zijn gegaan. Het virus is echt heel normaal. Ook als je je hele leven slechts één seksuele partner hebt, kun je het van die partner krijgen." In de meeste gevallen is het niet ernstig als je het krijgt (zie vraag 4).
Premaligne betekent: voordat het kwaadaardig wordt. Wijken de cellen veel af van normale cellen, dan is meestal een behandeling nodig om te voorkomen dat de onrustige cellen veranderen in kankercellen.
Bij het voorstadium van baarmoederhalskanker bevinden zich afwijkende cellen in de baarmoederhals. Dit voorstadium kan spontaan genezen of worden verwijderd door middel van een kleine operatie aan de baarmoedermond (lis-excisie of conisatie).
Bij de meerderheid van de patiënten verdwijnt het HPV dat zich in de afwijkende cellen heeft genesteld met de conisatie. Ongeveer 30% blijft HPV zes maanden na een behandeling positief en 10% blijft drager na achttien maanden. Een tweede behandeling is nodig bij 5 - 8% van de vrouwen.
PAP3b is geen diagnose, geen ziekte. het is een uitslag van een onderzoek. En met deze uitslag is er een (redelijk grote) kans op een voorloperstadium van baarmoederhalskanker. Dat is heel goed te genezen en meestal is er maar en heel beperkte behandeling nodig (een lisexcisie).
Pap 4: Er zijn ernstiger afwijkende cellen te zien. Er is onderzoek nodig en bijna altijd is er een behandeling nodig. Pap 5: Deze score geeft aan dat er zeer afwijkende cellen zijn en dat er op korte termijn onderzoek en behandeling nodig is. Er kan sprake zijn van baarmoederhalskanker.
Als het afweersysteem HPV niet opruimt, kunnen er afwijkende cellen ontstaan. Dit heet dysplasie en kan het voorstadium van baarmoederhalskanker zijn. Zijn de cellen een beetje afwijkend? Dan kan het lichaam die cellen herkennen en zelf opruimen.
Baarmoederhalskanker kan uitzaaien. Dat betekent dat de tumorcellen via het lymfevocht of het bloed op andere plekken terechtkomen. Een ander woord voor uitzaaiingen is metastasen. Als baarmoederhalskanker uitzaait, is dat meestal naar de lymfeklieren in het bekken.
De colposcopie is niet echt pijnlijk, maar u kunt erna wel lichte menstruatiekramp hebben. Hiervoor kunt u een pijnstiller gebruiken. bijvoorbeeld Alive, Brufen of Nerofen. Paracetamol werk meestal minder goed bij menstruatiekramp.
Na het onderzoek
Het wegnemen van een stukje weefsel veroorzaakt een klein wondje dat kan bloeden. In de meeste gevallen is maandverband voldoende. Meestal stopt het bloedverlies binnen een paar dagen. Zolang u bloed verliest, is het beter om niet te vrijen.
Ja, je kunt seks hebben als je HPV hebt. Bijna iedere volwassen persoon heeft wel eens HPV gehad. Je hoeft je daar geen zorgen over te maken. En als jij of je partner HPV heeft, dan heeft de ander het waarschijnlijk ook (gehad).
Bovendien is HPV een latent virus en kan het jarenlang slapend aanwezig zijn- het is niet altijd het gevolg van recente geslachtsgemeenschap.
Uw lichaam ruimt het virus bijna altijd weer zelf op. Het duurt 1 tot 2 jaar voordat het virus helemaal weg is. Soms kan uw lichaam het virus niet goed opruimen. U blijft dan veel langer besmet en u heeft een grotere kans op baarmoederhalskanker.