Hoe ontstaat het verschil tussen de SE- en CE-cijfers? Het verschil in cijfers tussen het schoolexamen en het centraal examens, ontstaat vooral omdat de centrale examens centraal geregeld zijn en de schoolexamens niet. De schoolexamens worden door je eigen school gemaakt en alleen door je eigen docenten nagekeken.
Het Verschil schoolexamen – centraal examen (se-ce) maakt geen deel meer uit van de beoordeling van de onderwijsresultaten. De indicator is ooit bedacht om de civiele waarde van diploma's te bewaken. Een te hoog schoolexamencijfer maakt het voor leerlingen immers (te) makkelijk om een diploma te halen.
Als een centraal examen uit twee delen bestaat, dan telt het uiteindelijke CE-cijfer mee. Een CE met twee delen komt op dit moment weinig voor; alleen bij beeldend vmbo en het oude kunstvak tehatex vwo.
Het schoolexamen en het centrale examen tellen beide voor 50% mee. Er zijn een aantal vakken waarvoor geen centraal examen wordt afgenomen, waardoor het eindcijfer alleen bestaat uit het schoolexamencijfer: Voor sommige vakken waarvoor geen centraal eindexamen is, wordt per vak een eindcijfer gegeven.
Je bent geslaagd als al je eindcijfers gemiddeld 6 zijn of hoger, met de volgende uitzonderingen: Je mag één 5 hebben als al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn. Je mag één vier hebben, maar dan moeten al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn en het gemiddelde van al je eindcijfers ten minste 6,0 zijn.
Nee, je mag maximaal 2 vijven OF 1 vijf en 1 vier OF 1 vier hebben op je eindlijst. Met 1 vier en 2 vijven ben je gezakt. M.
Voldoende wil zeggen: 5,5 of hoger.
CE-cijfer bepalen wanneer het CE uit twee delen bestaat
Het cijfer van elk deel heeft één decimaal. Het CE-cijfer moet ook een cijfer met één decimaal worden. Het CE-cijfer wordt dan (afgerond op één decimaal) een 5,4.
De meest gangbare optie is om het examenjaar opnieuw te doen. Het jaar daarop zal je dan weer het volledige centraal examen doen. Je kan er ook voor kiezen om alleen de vakken waar je voor bent gezakt opnieuw te halen via het staatsexamen.
Het gemiddeld centraal examencijfer moet onafgerond een 5,5 of hoger zijn (vanaf 1 augustus 2011). Voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde mag maximaal één vijf als eindcijfer behaald worden op havo en vwo (vanaf 1 augustus 2012).
er zijn maximaal 3 tekortpunten toegestaan. maximaal eenmaal het cijfer 5 in de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde. alle tekortpunten dienen te worden gecompenseerd.
Vakken met een CE- en SE-cijfer
Als je voor een vak zowel een schoolexamencijfer als een cijfer voor het centraal eindexamen hebt behaald, is de berekening als volgt: Voor je schoolexamen Engels heb je gemiddeld en afgerond een 6,7. Voor je centraal eindexamen Engels haal je een 6,2. (6,7+ 6,2)/2 = 6,45.
Voor het vmbo geldt dat het diplomacijfer wordt bepaald door het schoolexamencijfer (SE) en het centraalexamencijfer (CE). Bepaalde vakken worden alleen met een schoolexamen afgesloten. Dit zijn maatschappijleer (1), kunstvakken 1 (inclusief ckv) en lichamelijke opvoeding.
Belangrijkste verschil is dat bij het centraal examen iedereen in Nederland dezelfde toets maakt. Voor het schoolexamen maak je meerdere toetsen. Er zijn nog andere verschillen.
De meeste SE's worden in de SE- weken afgenomen. Per jaar mogen 4 SE's herkanst worden.
Heb je twee 5'en, dan moet de rest een 6 of hoger zijn, inclusief twee compensatiepunten om te slagen. Heb je één 5 en één 4, dan moet je minimaal drie compensatiepunten halen, en de rest moet 6 of hoger zijn. Met een 3 op je eindlijst ben je sowieso gezakt.
De kernvakkenregel houdt in dat je om te slagen hooguit één 5 als eindcijfer mag hebben voor de kernvakken Nederlands, Engels en Wiskunde. Deze regel geldt zowel voor de havo als het vwo.
KernvakkenJe bent geslaagd met:
De kernvakken zijn: Nederlands, Engels en wiskunde. In het profiel C&M hoef je geen wiskunde te kiezen. Als je geen wiskunde kiest, zijn de kernvakken alleen Nederlands en Engels.
Dit houdt in dat bijvoorbeeld een prestatie die als 'goed' wordt beoordeeld het cijfer 8 krijgt en een die als 'onvoldoende' beschouwd wordt het cijfer 4. In 1930 is er per Koninklijk besluit bepaald dat het cijfer 5 nog niet voldoende is.
Eindexamenleerlingen mogen het eindcijfer van 1 vak wegstrepen. Dat mag geen kernvak zijn, zoals Nederlands, Engels of wiskunde. Het eindcijfer van het weggestreepte vak telt dus niet mee bij het bepalen van de uitslag, maar blijft wel zichtbaar op de cijferlijst.
Je kunt niet zakken op een onvoldoende voor het examen in een extra vak. Maar je moet dan wel zonder dit extra vak voldoen aan de eisen om te slagen.
Het landelijk slagingspercentage voor het vwo examen is 94,0%. En daar wil jij natuurlijk bij horen! Er zijn 4 profielen op het VWO: natuur & gezondheid, natuur & techniek, economie & maatschappij en cultuur & maatschappij. De slagingspercentages verschillen per profiel.
Voor de meeste scholieren niet, al komen hierdoor natuurlijk wel meer leerlingen in de gevarenzone. Dat levert meer herkansers en ook meer zakkers op. Want helaas: ook het aantal geslaagden op havo en vwo is de laatste vijf jaren gedaald: van 93% naar 89% op het vwo en van 89% naar 85% op de havo. Waarom die daling?