Zwanen zijn graseters en hebben dus behoefte aan een ruim gazon. Wanneer er te weinig gras in het perk is, dan is het nodig gemaaid of geknipt gras en ander groenvoer bij te voeren. Ook brood lusten ze graag.
Zwanen eten gras, waterplantjes en wat ze verder maar vinden op de bodem met hun lange hals. Maar brood (en zeker niet met grote zakken vol in het water gestort) is geen voedsel voor deze dieren. Zo komen er ratten, vervuilt het water en gaan watervogels dood.
Zwanen zijn planteneters. Een knobbelzwaan eet wel vier kilo planten per dag. Hij eet graag waterplanten die op de bodem van een sloot of plas groeien. Met zijn lange hals kan hij bijna een meter diep in het water komen.
Enkele jaren geleden werden in Flevoland twee Fransmannen aangehouden met een kofferbak vol zwaneneieren. Ook in Oost-Europa is dit een delicatesse en dat leidt tot verdenkingen. Men inventariseert tevoren de zwanennesten in een regio en vervolgens halen ze in een nacht alle eieren uit.
Ganzen hebben dagelijks vers water nodig. Maar brood heeft niet de juiste voedingswaarde. De vertering van dit soort voedsel kost ganzen meer moeite 'want ze zijn er niet op gebouwd'. Voeren is ook niet goed voor de conditie.
Brood kan ervoor zorgen dat de balans tussen de micro-organismen verstoord wordt. Dit – en het gisten van het brood in de maag – kan weer zorgen voor gasophoping. Daar kunnen de dieren erg ziek van worden en zelfs van komen te overlijden.
Met name waterplanten, grassen, erwten en granen staan op het menu. In de winter zijn de wilde eenden aangewezen op plantaardig voedsel. In het voorjaar komt daar meer dierlijk voedsel bij, zoals insecten, schelpdieren, wormen, kikkers en kleine visjes. In de herfst eten de eenden ook vruchten, die dan te vinden zijn.
Toch kan een zwaan of zwanenfamilie heel intimiderend zijn. "Dat ze agressief zijn en blazen is om hun gezin te beschermen, dat zal iedere goede ouder doen als iemand te dicht bij je kind komt." Zwanen dus ook.
Het voedsel van de knobbelzwaan bestaat uit waterplanten en waterdiertjes. Zwanen zijn met hun lange hals gespecialiseerd in het grondelen naar waterplanten op diepten waar grondelende eenden niet meer bij kunnen. Verder eten ze gras.
Zwanen kunnen op het land of op het water slapen, meestal met hun snavel tussen hun veren gestoken.
Ook volgens Kees Moeliker, conservator van het Natuurhistorisch Museum Rotterdam, kan een zwaan geen arm van een volwassenen breken. Zwanen vechten naast hun snavel wel met hun 'polsen', het sterkste deel van de vleugel.
Zieke dieren gaan veel neerliggen en slapen, hebben moeite met staan en wandelen, en hebben vaak een vuil en gehavend verenkleed. Neem contact op met een gespecialiseerde dierenarts als het dier ziek is.
Er was dan opstijgende wind waardoor de zeevogels even hun vleugels konden ontspannen. Op het land slaapt de vogel overigens een stuk langer: maar liefst 12 uur per dag. De resultaten komen niet uit de lucht vallen.
Zwanen zijn grote watervogels die bekend staan om hun elegantie en romantiek. De statige dieren worden in het wild ongeveer twintig jaar oud. Sommige zwanensoorten blijven het hele jaar door in Nederland, maar er zijn ook soorten die alleen bij ons komen overwinteren.
Er is weinig maar duidelijke seksuele dimorfie. Het mannetje is groter; hij heeft ook een zwaardere nek. Het mannetje heeft een knobbel bovenop de snavel; bij vrouwtjes ontbreekt die. In de lente zwelt die knobbel aan en wordt de snavel roder.
Zwanen mogen ook verjaagd worden met behulp van honden, haviken en valken. Wat kunnen die nu beginnen tegen zo'n groot dier? Ingeklapt. De honden en roofvogels worden ingezet om zwanen te verjagen, niet om ze te vangen.
De jonge zwanen hebben al natuurlijke vijanden genoeg: eksters, kraaien, reigers, snoeken en ratten. Het wordt afgeraden om de zwanen (en eenden) brood te voeren. De dieren kunnen daardoor op mensen afkomen, en wegen en fietspaden blokkeren. Ze hebben het voer eigenlijk niet nodig.
Een zwaan die broedt of gaat broeden, kan een gevaarlijke indruk maken als je dichtbij komt. Het dier kan happen in je broekspijp. Maar zwanen hebben geen tanden.”
Zwanen zijn grote watervogels. Er zijn witte en zwarte zwanen. Dankzij hun zwemvliezen kunnen ze goed zwemmen. En na een flinke aanloop kunnen ze ook vliegen!
Ze verdedigen hun nest en jongen fel, maar het is een broodje aap dat ze met een slag van hun vleugel een mensenarm kunnen breken. Zwanen gebruiken hun indrukwekkende voorkomen vooral om te dreigen. De grote botten in de vleugel van een zwaan zijn weliswaar sterk, maar ook hol.
Met een vlucht van 1725 kilometer heeft een Russische zwaan het wereldrecord nonstop vliegen gebroken. Het oude record, 700 kilometer, stond op naam van een Amerikaanse soortgenoot. Nederlandse wetenschappers van het Instituut voor oecologisch onderzoek hebben de topvlucht elektronisch geregistreerd.
Jonge zwanen hebben minstens 4 maanden zorg nodig. Meestal zorgen de ouders wel 10 maanden. Pas als ze goed kunnen vliegen moeten ze weg: de ouders verjagen ze voor ze een nieuw nest gaan maken.
Geen (oud) brood!
In brood zit zout en dat zout is niet goed voor vogels. Soms zit op het brood boter/margarine. Daar krijgen watervogels diarree van en de olie die in het brood zit komt in het verenkleed te zitten. Brood dat blijft liggen gaat bovendien schimmelen en trekt dieren zoals ratten aan.
Er zijn gelukkig wel genoeg andere dingen waarmee je eendjes blij maakt. Doormidden gesneden pitloze druiven, gekookte rijst, vogelzaad, erwten, maïs, havermout en gesneden sla zijn allemaal prima.
Zwarte zwanen houden zich dus van nature bij voorkeur op in zoete en brakke wateren, waar ze zich te goed doen aan vooral water- en moerasplanten en algen. Bij gebrek aan waterplanten voeden zwarte zwanen zich met gras en planten op de wal. Zwarte zwanen zijn ook in staat voedsel op te nemen van het wateroppervlak.