Na een borstoperatie kunnen er nog kankercellen zijn achtergebleven. Om die te vernietigen is bijna altijd nog een behandeling nodig. Bijvoorbeeld bestraling, chemotherapie, antihormonen of het blokkeren van groei-eiwitten. Zo'n behandeling maakt de kans kleiner dat de kanker terugkomt of uitzaait.
Bestraling is belangrijk bij de behandeling van borstkanker. U krijgt bijvoorbeeld na een borstsparende operatie bijna altijd bestraling. Maar we bestralen u soms ook als we de borst weghalen. Of als er uitzaaiingen zijn in uw lymfklieren.
Bestraling is vaak een aanvullende behandeling voor of na een operatie. Bestraling ná de operatie vernietigt kankercellen die misschien zijn achtergebleven. Die kankercellen zijn meestal niet zichtbaar op scans. Door bestraling na de operatie wordt de kans kleiner dat de tumor terugkomt.
De bijwerkingen hangen samen met het gebied dat bestraald wordt. Maar er zijn ook een aantal algemene reacties die op kunnen treden, zoals vermoeidheid, meer behoefte aan slaap en minder eetlust. De meeste bijwerkingen verdwijnen enkele weken na de laatste bestraling.
Na de borstsparende operatie volgt altijd een periode van bestraling (radiotherapie). Dit is om eventueel achtergebleven kwaadaardige cellen in het borstklierweefsel uit te schakelen. Tussen de operatie en de bestraling zitten 5 tot 8 weken. In die tijd kan de wond helen.
Na een borstamputatie is soms bestraling van de borstwand nodig om de kans op terugkeer van de kanker in het operatiegebied te verkleinen. Dat kan het geval zijn als: de tumor groter is dan 5 cm. er uitzaaiingen in de lymfeklieren zijn gevonden.
Na een borstsparende operatie wordt de borst bijna altijd bestraald. Meestal krijgt u dan 5 keer per week een bestraling en in totaal 16 tot 23 keer bestralingen. Dat betekent dat de bestraling dan ongeveer 3 tot 5 weken duurt.
Advies aangepaste voeding tijdens bestraling
Vermijd alcohol, tabak, alle melkproducten, koffie, chocola, frisdranken met cafeïne, vers en gedroogd fruit, noten, zaden, rauwe groenten, alle soorten pasta, sterk gekruid eten, kant en klaar maaltijden. Wees heel zuinig met vet en boter.
misselijkheid. pijn. haaruitval door bestraling van het hoofd. heesheid en een droge mond door bestraling van de mond of keel.
Het kan weken duren voordat de vermoeidheid minder wordt. Dat je moe bent voor, tijdens en kort na de behandeling, is heel normaal. De ziekte en de behandeling vragen veel van je lichaam. Ook slecht slapen, weinig bewegen, pijn of een verminderde eetlust kunnen ervoor zorgen dat je moe bent.
Afhankelijk van de plaats van bestraling kunnen verschillende types slijmvlies geïrriteerd raken. Er kunnen aften ontstaan (mondslijmvliesontsteking), een slokdarmontsteking of een intestinale irritatie in de maag- en darmwand, met misselijkheid en diarree als gevolg.
Werk je tijdens de behandeling, let dan goed op de signalen van je lichaam. Vraag niet te veel van jezelf en neem op tijd rust. Wanneer je doorwerkt is er vaak meer mogelijk dan je denkt. Bespreek met je werkgever en de bedrijfsarts wat jij nodig hebt om (deels) te kunnen blijven werken.
Maar omdat radiotherapie ook gezonde cellen beschadigt, is er een risico dat er opnieuw kanker ontstaat (het gaat hierbij niet om terugkeer van de oorspronkelijke tumor of uitzaaiingen daarvan).
Ook kan de bestraalde borst roder, warmer en harder gaan aanvoelen dan de andere borst. Uiteindelijk kan het weefsel in uw borst verharden waardoor deze van vorm verandert. U kunt pijnscheuten of een zeurende pijn gaan ervaren, die matig reageert op pijnstillers. Soms kunnen de ribben pijn gaan doen.
Zolang u zich fit genoeg voelt is er geen enkel bezwaar tegen autorijden. Uiteraard is het niet toegestaan aan het verkeer deel te nemen als u gebruik maakt van medicatie die de rijvaardigheid beïnvloedt, bijvoorbeeld bepaalde pijnmedicatie.
Bestraling en je spieren en gewrichten
Bijvoorbeeld je kaak, schouder, heup of knie. Daardoor kan het gewricht wat stijver worden. Ook spieren in bestraald gebied kunnen wat stijver worden. Soms kun je dan last krijgen van stijfheid en pijn, vooral bij opstarten van bewegingen.
Vermoeidheid tijdens je behandeling
Dat geldt voor chemotherapie en bestraling, maar je kunt ook moe zijn door andere behandelingen. Behandelingen beschadigen kankercellen en gezonde cellen. Daardoor is je lichaam steeds bezig met kankercellen opruimen en gezonde cellen laten herstellen. En daar kun je moe door zijn.
Vaak is de misselijkheid na bestraling van korte duur en na enkele uren meestal helemaal verdwenen. Eet of drink een half uur voor aanvang tot een half uur na de bestraling niet. Als u hierdoor een maaltijd of snackmoment mist, dan kunt u deze later op de dag inhalen wanneer u voedsel weer beter verdraagt.
Een naadloze BH van zacht materiaal is een goede oplossing bij overgevoeligheid van de huid. Naadloze BH's zijn er zowel in voorgevormde als niet-voorgevormde modellen. Bij radiotherapie kies je liever een BH in een donkere kleur.
Verandering van borst of borstwand na bestraling
Dit kan gevoelig zijn. Meestal trekt dit in de volgende jaren weg. Afhankelijk van de gegeven dosis kan na verloop van maanden tot jaren het gebied bij het litteken wat vaster aan gaan voelen.
Drink voldoende tijdens bestraling
Bestraling doodt kankercellen. Dit zorgt voor afvalstoffen. Je lichaam heeft vocht nodig om die afvalstoffen via je nieren af te voeren. Daarom is het goed 1,5 tot 2 liter vocht per dag te drinken.
Leverontsteking door alcohol tijdens de behandeling kan de nevenwerkingen doen toenemen. Sommige chemotherapeutica en bestraling ter hoogte van hoofd, hals en borst kunnen het mondslijmvlies doen ontsteken (ook stomatitis of mucositis genoemd). Dan kan alcohol de mond irriteren en de ontsteking doen toenemen.
Voordat de behandeling met bestraling begint, krijg je bijna altijd een CT-scan. Hiermee bepaalt de radiotherapeut-oncoloog nauwkeurig welk gebied bestraald moet worden. Als de tumor meebeweegt op je ademhaling, houdt de arts hier rekening mee. Met de informatie van de scan kan de arts een bestralingsplan maken.
Bij 5 jaar na de diagnose is ongeveer 65% van de mensen met de diagnose kanker nog in leven. De overleving na 10 jaar is 59%. Voorbeeld: de overleving van alle mensen met nierkanker, van 1 tot 5 jaar na de diagnose. Bij 1 jaar na de diagnose is 81% van de patiënten nog in leven.
Bijwerkingen van bestraling
Sommige mensen hebben veel last van bijwerkingen, anderen merken er weinig van. Veel voorkomende bijwerkingen zijn vermoeidheid, reactie van de huid, slikklachten, droge mond, misselijkheid, hinderlijke slijmvorming, diarree, minder zin in vrijen, onvruchtbaarheid.