Ook kan door de beademing een klaplong (pneumothorax) ontstaan.Verder is het bekend dat door beademing het risico op een longontsteking (pneumonie) toeneemt. Bij niet-invasieve beademing bestaat het risico op drukplekken aan het hoofd/in het gezicht als gevolg van het masker en is er een verhoogde kans op verslikken.
Het is nooit precies te voorspellen hoe lang iemand kunstmatig beademd moet worden. Dit kan enkele uren of dagen zijn maar er zijn ook patiënten die nooit volledig van de beademing af komen. Het hangt allemaal af van de aandoening en eventuele complicaties die zich kunnen voordoen.
Patiënten die een lange periode aan de beademing liggen worden steeds zwakker. De organen gaan hierdoor vaak minder goed functioneren. Ook de spieren worden in een snel tempo minder sterk. Als patiënten beter worden en niet meer door een machine beademd hoeven te worden, is het lichaam vaak nog erg zwak.
De belangrijkste risico's van intubaties zijn weefselschade (keel, stembanden en luchtpijp) en schade aan gebitselementen (meestal de boventanden). Daarnaast bestaat het risico op verslikken, waarbij maaginhoud in de longen terechtkomt.
Ook kan een arts besluiten om iemand in een kunstmatige slaap, kunstmatig coma te houden tot de situatie stabieler is. De meeste mensen die in coma liggen kunnen na enkele dagen tot weken weer bij bewustzijn komen. Voor anderen kan dat helaas veel langer duren; maanden of jaren.
Tijdens de kunstmatige coma kunnen er allerlei complicaties optreden, van doorligwonden tot longontsteking. Een groot risico vormen ook bloedingen en het zogenaamde hersenoedeem. Dit houdt in dat de hersenhaarvaten in de gekneusde delen van het brein plasma lekken.
Het feit dat de patiënt de ogen open heeft en rondkijkt, wil niet zeggen dat hij iets ziet en herkent. Hetzelfde geldt voor horen. Maar het is niet altijd te merken of een patiënt geluiden hoort. Daarom moet u er eigenlijk van uitgaan dat hij u wel verstaat en begrijpt, ook al weet u dat niet zeker.
Soms blijkt het tijdens een standaard intubatie onmogelijk om de tube in de trachea te plaatsen. Dan spreken we van een moeilijke intubatie. Mensen zijn vaak geneigd om de moeilijke luchtweg en de moeilijke intubatie door elkaar te gebruiken, alsof er hetzelfde mee wordt bedoeld, maar dat is niet correct.
Keelpijn treedt soms op na algemene anesthesie omdat een buis in de luchtweg of in de maag werd geplaatst. Dit pijnlijke gevoel kan enkele uren tot dagen duren, maar kan behandeld worden met zuigtabletjes of mondspoelingen.
Narcose kan een zware aanslag op de hersenen zijn. Jonge kinderen kunnen er hersenschade door oplopen, en menige bejaarde die met een gebroken heup in het ziekenhuis belandt, is bij het ontwaken uit de narcose langdurig, soms voorgoed, de weg kwijt.
Vaak is beademing noodzakelijk of zelfs levensreddend. Meestal is er een duidelijke reden waarom patiënten tijdelijk niet zelfstandig kunnen ademen, zoals een ernstige infectie die eerst behandeld moet worden. De beademing, die daarbij hoort, moet u zien als het tijdelijk overnemen van een belangrijke lichaamsfunctie.
Beademing kan non-invasief of invasief zijn.
Bij non-invasieve beademing of maskerbeademing krijgt de patiënt via een nauwsluitend masker op het gezicht of op de neus extra zuurstof en hulp bij het ademen. De patiënt ademt zelf. Het masker is via een slang verbonden met de beademingsmachine.
De luchtbevochtiger
Droge lucht is schadelijk voor het slijmvlies van de luchtpijp en de longen. Bij mensen die niet beademd worden, wordt de inademingslucht verwarmd en bevochtigd door de neus. De functie van de neus wordt met name bij tracheostomale beademing overgenomen door een luchtbevochtiger.
Om de hypoxemie te bestrijden zijn er twee opties: de zuurstofconcentratie van de inademingslucht en/of de hoeveelheid PEEP. Bij deze patiënten starten we de beademing vaak met 50-80% zuurstof en een hoge PEEP (10-20 cm H2O).
Artsen brengen een patiënt in coma met een verdoving of door zijn lichaamstemperatuur beneden de 33 °C te brengen. Deze toestand is reversibel, wat betekent dat de arts de patiënt weer uit het coma kan halen door de behandeling stop te zetten.
Voor de beademing is het inbrengen van een beademingsbuis (via de mond) noodzakelijk. Hierdoor kan de patiënt niet praten. Een patiënt die kunstmatige beademing nodig heeft, wordt voordat de beademingsbuis wordt ingebracht in slaap gebracht. Dit heet sedatie.
Bij het bijkomen uit de anesthesie zien we soms onrust, labiele emoties en prikkelbaarheid. Dat is meestal goed op te vangen of te behandelen en is vaak van korte duur. Op de dag na de ingreep horen we nogal eens klachten van spierpijn, keelpijn, vermoeidheid, hoofdpijn of duizeligheid, naast natuurlijk napijn.
Een narcose: je lichaam werkt door, maar op een laag pitje. Je hersenactiviteit is laag, je kunt je niet bewegen, niet slikken en meestal niet zelf ademhalen.
Dit komt zelden voor, in minder dan een half procent van alle narcoses. De anesthesioloog bewaakt de diepte van de narcose en kan zo nodig bijsturen om te voorkomen dat iemand wakker wordt tijdens de operatie. Awareness wordt soms verward met dromen tijdens de narcose.
Hoe lang de patiënt op de buik verpleegd moet worden is bij iedere patiënt verschillend en hangt af van de reactie op buikligging. Het kan variëren van een aantal uren tot enkele dagen.
Het gebruik van medicamenten voor intubatie van neonaten waar ervaring mee is opgebouwd zijn morfine, fentanyl, midazolam, spierverslappers (suxamethonium, rocuronium, vecuronium etc.) en propofol. Evidence Morfine wordt veel gebruikt, zowel in Nederland als internationaal.
Intubatie is soms noodzakelijk en dan de beste manier voor kunstmatige beademing. Een buis wordt tot in de luchtweg geschoven. Plaatsing gebeurt met een speciaal instrument (laryngoscoop). Alleen artsen die vertrouwd zijn met de techniek, mogen dit uitvoeren.
Praat tegen degene die in coma ligt. Een comapatiënt heeft nog wel hersenactiviteit. Hoewel het hier niet altijd op lijkt, kan het goed zijn dat een comapatiënt je hoort en/of begrijpt. Het kan fijn en rustgevend zijn voor diegene als je tegen hem praat.
Als je in coma bent, kun je namelijk niet meer zelfstandig drinken of eten. Je moet dan via een infuus eten en drinken direct in je bloedvaten krijgen. Het kan echter ook dat je niet meer wakker wordt. Meestal overlijd je dan binnen enkele maanden aan een infectie.
Als de patiënt niet meer wakker wordt na sedatie noemen we dat een coma. Dat kan gebeuren na hersenletsel of bijvoorbeeld bij ernstige infectieziekten. Mensen die we in slaap houden met sedatie kunnen pas wakker worden als we de sedativa stoppen. Na het stoppen verschilt het per patiënt wanneer hij wakker is.