Het is een gezonde reactie op dreigend gevaar.Het kan echter gebeuren dat deze gezonde angst 'ongezond' wordt en je angstklachten of zelfs een angststoornis ontwikkelt. Mensen met een angststoornis zijn namelijk óók bang in situaties die geen direct gevaar opleveren.
Chronische angst is erg vervelend, en heeft daarom ook een heftigere impact op het lichaam. Hartproblemen: mensen met chronische angst hebben mogelijk meer kans op hartproblemen. Dit zou komen door de constante verhoging van de hartslag, bloeddruk en overmatige aanmaak van het stresshormoon cortisol.
Een angststoornis gaat bijna nooit vanzelf over. Wacht daarom niet met hulp zoeken. Het belangrijkste is dat je toegeeft dat je een probleem hebt en daar iets aan wilt veranderen. Je kunt zelf en samen met mensen om je heen (familie, vrienden) aan jouw angsten werken.
Angst is een normale, gezonde reactie op een reële dreiging en zorgt ervoor dat u tijdelijk waakzamer bent. Dit is heel nuttig als er gevaar dreigt. Je lichaam bereidt zich in een reflex voor op een vecht-of-vlucht reactie.
Angst is een emotie die je helpt te reageren op gevaar. Het lichaam raakt in opperste staat van paraatheid waardoor het hart sneller gaat kloppen, de ademhaling versnelt, de bloeddruk omhoog gaat en de spieren zich aanspannen. Deze plotselinge en hevige angst duurt vaak niet lang en ervaart iedereen wel eens.
Een leven zonder angst bestaat niet. Gelukkig maar - De Correspondent. We zijn in de greep van de angst, zo lijkt het; voor de toekomst, voor het virus, voor het vreemde, de anderen en voor stilstand. Volgens filosoof Patricia de Vries is daar geen ontsnappen aan.
Mensen met een gegeneraliseerde angststoornis, ook wel piekerstoornis genoemd, zijn continu gespannen en piekeren voortdurend. Objectief gezien is er geen reden voor, maar ze zijn constant bang dat er iets vreselijks zal gebeuren.
Boodschapperstoffen (neurotransmitters) spelen een grote rol in het angstcircuit in de hersenen. Het gaat vooral om de stoffen serotonine, dopamine en noradrenaline. Bij mensen met een angststoornis werken deze boodschapperstoffen niet goed. Dan is de verwerking van angstsignalen uit balans.
Wat zijn medicijnen tegen angst? Antidepressiva zijn medicijnen die de klachten van een depressie of angststoornis kunnen verminderen. Ze werken vooral bij ernstige klachten. Uw arts kan deze medicijnen in overleg met u voorschrijven bij ernstige klachten of als behandeling zonder medicijnen te weinig helpt.
Bijvoorbeeld problemen in uw relatie, problemen met uw kinderen, op het werk of met uw gezondheid. Angstklachten komen veel voor. Ze verdwijnen weer zodra de problemen zijn opgelost of wanneer u een manier heeft gevonden om ermee te leren leven. U kunt ook heel vaak bang zijn zonder duidelijke oorzaak.
Een psycholoog is een expert in het behandelen van angst en paniekaanvallen en een vertrouwenspersoon. Therapie zal je helpen om beter te leren omgaan met de angst. O.a. zal de psycholoog samen met jou op zoek gaan naar de onderliggende oorzaak van jouw angst en je technieken aanleren.
Recent onderzoek laat zien dat de helft van de mensen met een angststoornis binnen 7,5 maanden herstelt. 39% van de mensen is in een jaar nog niet hersteld en 30% is binnen 3 jaar nog steeds niet hersteld. Hierdoor weten we dat het herstel van een angststoornis langer duurt dan van een depressie.
In veel gevallen kun je te maken hebben met lichamelijke klachten, zoals trillen, buikpijn of hoofdpijn. Maar je kunt ook last hebben van piekeren, vervelende gedachten of gedragsmatige veranderingen. Denk hierbij aan verstijven, huilen, angstige situaties vermijden, opstandig worden en vragen naar geruststelling.
Uw hart gaat steeds sneller kloppen, u heeft uw ademhaling niet meer onder controle, u kunt duizelig worden of wazig gaan zien. Het voelt alsof uw lichaam het niet meer aan kan. Dat maakt de angst nog groter en u raakt in paniek.
Angststoornissen staan in de top 10 van ziekten met de grootste ziektelast. Mensen met een angststoornis ervaren hun gezondheid als minder goed, hebben over het algemeen meer moeite met het uitvoeren van dagelijkse activiteiten en een slechtere kwaliteit van leven vergeleken met de algehele bevolking.
Angst is een emotie veroorzaakt door een waargenomen of vermeende bedreiging en leidt tot vermijding of ontwijking van de oorzaak. Angst wordt beschouwd als een basaal overlevingsmechanisme, als reactie op een specifieke prikkel, zoals pijn of dreiging van gevaar.
In veel gevallen ontstaat een angststoornis al in de kindertijd. Sommige kinderen groeien eroverheen, anderen niet. In dergelijke gevallen is het mogelijk om nog jarenlang last te houden van de angststoornis, als deze niet wordt behandelt. De oorzaak van het ontstaan van een angststoornis verschilt per persoon.
Hierdoor kun je verschillende lichamelijke klachten ontwikkelen, zoals buikpijn, hoofdpijn, slapeloosheid, prikkelbaarheid en concentratieproblemen. Daarnaast zijn er verbanden aangetoond tussen angststoornissen en onder andere hartproblemen, luchtwegaandoeningen en vermoeidheidsklachten.
Ook binnen het werk is er kans op (langdurige) uitval van de werknemer. Angststoornissen vallen in een categorie psychische aandoeningen die met therapie en eventuele medicatie goed te behandelen is en met de juiste behandeling is volledige genezing absoluut mogelijk.
Als je een paniekaanval hebt of voelt aankomen, probeer dan rustig te ademen en te ontspannen. Zoek afleiding. Neem bijvoorbeeld een slok water, loop even naar buiten, doe wat oefeningen (zoals kniebuigingen), of ga hardop lezen of zing hard mee met de radio. Doe iets actiefs: ga een eind fietsen, rennen of wandelen.
Depressie en angst komen vaak in combinatie met elkaar voor. Meer dan 25% van de oudere mensen met een angststoornis heeft ook een depressie. Het samen voorkomen van angstklachten en depressie komt vaker voor bij meer ernstigere depressies.
Duloxetine, pregabaline, venlafaxine en escitalopram zijn de best onderzochte, effectieve en goed verdraagbare medicijnen voor de behandeling van een gegeneraliseerde angststoornis. Dat is de conclusie uit een recente meta-analyse in de Lancet.