Jouw aanverwanten zijn je schoonvader, schoonmoeder,
Degenen met wie ooms en tantes getrouwd zijn, vormen aangetrouwde familie. Hun kinderen zijn neven of nichten, en de beginpersoon is ook een neef (mannelijk) of nicht (vrouwelijk) van dezen.
Aangetrouwde familie, of schoonfamilie is: Schoonvader en schoonmoeder (schoonouders) – ouders van de partner. Schoonbroer of zwager en schoonzus – partner van broer of zus. Schoonzoon en schoondochter (schoonkinderen) – partner van een kind.
Familie (eigen of aangetrouwd) in tweede graad.
Schoonfamilie en aangetrouwde kinderen erven dus via de wet niets van jou. Een erfgenaam moet wel in leven zijn. Een kind dat nog niet geboren is of een familielid wat overleden is, kan geen erfgenaam zijn.
Volgens de wet zijn de directe familieleden – de echtgenoot of geregistreerd partner en de kinderen – de primaire erfgenamen. Zij erven volgens het wettelijk erfrecht. Schoonkinderen, zoals een schoondochter, zijn geen bloedverwanten en worden in de wettelijke verdeling niet direct als erfgenamen aangemerkt.
Als de overledene geen kinderen had, en nog wel ouders en/of broers en zussen, dan erven zij samen. Halfbroers en -zussen tellen daar ook bij mee. Stiefbroers en -zussen niet. Als er ook geen ouders, broers of zussen waren, dan moet een generatie verder teruggekeken worden: de grootouders en hun nakomelingen.
Dit zijn: partner (via huwelijk, geregistreerd partnerschap of samenlevingscontract) ouders (inclusief stiefouders en adoptieouders)
Je moeder is 1e graads (in rechte lijn). Je opa is 2e graads (in rechte lijn). Je zus is 2e graads (in zijlijn): moeder (1) – zus (2). Je tante is 3e graads (in zijlijn): moeder (1) – oma (2) – tante (3).
Tweedegraads familieleden: broers, zussen, kleinkinderen, opa's, oma's, schoonzussen, zwagers, stiefzussen, stiefbroers. Derdegraads familieleden: ooms, tantes, neven en nichten (kinderen van een broer of zus), overgrootouders, achterkleinkinderen.
Onder aangetrouwde familieleden wordt verstaan de stiefmoeder, stiefvader, stiefbroer, stiefzus, stiefgrootouder en stiefovergrootouder van een kind, evenals de broer of zus van een stiefouder .
Eerstegraads familieleden: partner*, ouders (ook adoptie- en stiefouders), schoonouders, kinderen (ook adoptie- en stiefkinderen), schoondochters- en zonen. Tweedegraads familieleden: broers en zussen, kleinkinderen, grootouders, schoonzussen en zwagers, stiefbroers- en zussen.
Schoonzus. Een schoonzus, zwagerin of zwageres is een vrouwelijk aangetrouwd familielid, waarbij de verwantschap dus is ontstaan door een geregistreerd partnerschap of huwelijk. In praktijk betekent dit dat er drie verschillende mogelijkheden zijn om iemand schoonzus of zwagerin of zwageres te noemen.
Jouw aanverwanten zijn je schoonvader, schoonmoeder, schoonzoon, schoondochter, schoonbroer (zwager), schoonzus, aangetrouwde oom, aangetrouwde tante, aangetrouwde nicht en aangetrouwde neef.
Een schoonfamilielid is iemand die familie is door het huwelijk, zoals de zus van je man of de vader van je vrouw. Je kunt verwijzen naar de hele familie van je echtgenoot als je schoonfamilie . In sommige landen trekt een getrouwde vrouw in bij haar schoonfamilie, en wordt ze symbolisch onderdeel van hun familie.
Een tante is de zus van iemands vader of moeder. Ook de echtgenote van een oom of tante wordt meestal een (aangetrouwde) tante genoemd. Een tante is een derdegraads bloedverwantschap.
Dit betekent dat broers en zussen bloedverwanten zijn in de tweede graad, ooms en tantes in de derde, en volle neven en nichten in de vierde graad. Kinderen van broer of zus zijn bloedverwant in de derde graad.
Voorbeelden van een familielid in de derde graad zijn een neef/nicht, overgrootouder, overgroottante, overgrootoom, achternicht/nicht, achterneef/nicht, achterkleinkind, halftante of halfoom . Ook wel TDR genoemd.
Derde graad
overgrootouders;achterkleinkinderen;neven en nichten (kinderen van broers of zussen);ooms en tantes (broers of zussen van de ouders).
Door het opvolgende huwelijk (of geregistreerd partnerschap) wordt het kind van de ene partner een stiefkind (aanverwant) van de nieuwe partner. Zoals ouder en kind elkaars eerstegraads bloedverwanten zijn, zo zijn stiefouder en stiefkind elkaars eerstegraads aanverwanten.
Een stiefvader of stiefvader is een biologisch niet-verwante mannelijke ouder die getrouwd is met een reeds bestaande ouder . Een stiefvader-schoonvader is een stiefvader van iemands echtgenoot. Kinderen uit eerdere verbintenissen van zijn echtgenoot staan bekend als zijn stiefkinderen.
Het betreft een oudere generatie n.l. een neef of nicht van je ouders. Een kleinneef/kleinnicht is een neef of nicht van de tweede of derde graad. Dit is bijvoorbeeld de zoon van je neef of nicht. Het betreft een jongere generatie n.l. een neef of nicht van je kinderen.
Bloedverwant betekent eigen familie: je deelt hetzelfde bloed. Alleen eigen familie kan dus volgens de wet erven. Schoondochters, schoonzonen, schoonzussen en zwagers zijn geen bloedverwanten van de overledene en kunnen daarom niet volgens de wettelijke regels van de overledene erven.
Bij de wettelijke verdeling in het erfrecht krijgt de langstlevende echtgenoot of geregistreerde partner de erfenis. De wettelijke verdeling geldt als er geen testament is gemaakt. Sinds 2018 gelden er regels die bepalen dat erfenissen en schenkingen niet meer automatisch in de gemeenschap van goederen vallen.
Na het verlies van een geliefde broer of zus kunnen overlevende kinderen zich stuurloos en eenzaam voelen . Ze kunnen opgeven, niet van het leven genieten of, in extreme gevallen, het gevoel hebben dat ze zich bij hun broer of zus willen voegen en aan hun eigen dood willen denken. Soms kunnen ze suïcidaal zijn of zelfs over zelfmoord praten.