Mannen die meer dan 14 standaardglazen per week drinken en nooit meer dan 5 glazen per gelegenheid drinken overmatig. Bij vrouwen is deze norm iets anders: als zij meer dan 7 standaardglazen per week achteroverslaan en nooit meer dan 3 glazen per gelegenheid dan drinken zij overmatig veel.
Bij maximaal één glas bier, wijn of sterkedrank per dag voor vrouwen en twee voor mannen is er over het algemeen geen schade aan de gezondheid te verwachten en kan alcoholconsumptie zelfs gunstige gezondheidseffecten hebben.
0,5 -1,5 promille (ongeveer 2-5 glazen voor een vrouw, 3-7 glazen voor een man): je bent 'aangeschoten', je kan niet meer veilig aan het verkeer deelnemen. 1,5 -3,0 promille (ongeveer 6-9 glazen voor een vrouw, 8-14 glazen voor een man): je bent dronken, je kan absoluut niet meer aan het verkeer deelnemen.
Er zijn verschillende richtlijnen per land. Het Britse ministerie van gezondheid zegt dat mannen tot 3-4 glazen alcohol mogen drinken en vrouwen 2 tot 3. Het Franse ministerie van gezondheid zegt dat mannen en vrouwen beide 3 bieren per dag mogen drinken.
Drinkt u toch? Drink dan niet meer dan 1 glas alcohol op een dag en niet iedere dag. Iedere dag 1 glas alcohol drinken is al nadelig voor uw gezondheid. Drink ten minste 2 dagen in de week géén alcohol.
Overmatig drinken betreft het drinken van meer dan 21 glazen alcohol per week (mannen) of meer dan 14 glazen alcohol per week (vrouwen). Er is sprake van zwaar drinken wanneer minstens één keer per week meer dan vier (vrouwen) of zes (mannen) glazen alcohol op een dag gedronken worden. en ouder ooit alcohol gedronken.
Het aantal glazen alcohol dat je per dag drinkt, kan wijzen op een drankprobleem of een alcoholverslaving. Drink je meer dan 1 à 2 glazen alcohol per dag en minder dan 2 dagen in de week geen alcohol, dan drink je sowieso teveel. Een excessieve (mannelijke) drinker drinkt wekelijks meer dan 21 glazen alcohol per week.
Typische gedrag van een alcoholverslaafde:
Te laat komen op afspraken. Slechte concentratie. Gedrags / humeur veranderingen (agressie, depressie, wisselende stemmingen) Verbergen van drank.
0,5 -1,5 promille (ongeveer 2-5 glazen voor een vrouw, 3-7 glazen voor een man): u bent 'aangeschoten', u kunt niet meer veilig aan het verkeer deelnemen. 1,5 -3,0 promille (ongeveer 6-9 glazen voor een vrouw, 8-14 glazen voor een man): u bent dronken, u kunt absoluut niet meer aan het verkeer deelnemen.
Langere tijd te veel alcohol drinken verhoogt het risico op leveraandoeningen en kan uiteindelijk soms zelfs leverkanker veroorzaken. Er is onbekend bij welke hoeveelheden deze effecten optreden. Langere tijd te veel bier drinken kan bij mannen leiden tot diabetes type 2 (suikerziekte).
overmatig drinken - je drinkt meer dan 7 (vrouw) of 14 (man) standaardglazen alcohol per week. binge-drinken - je drinkt veel in korte tijd; binnen twee uur drink je 4 (vrouw) of 6 (man) standaardglazen alcohol.
Om de risico's van alcoholgebruik te beperken, drink je best niet meer dan 10 standaardglazen per week. Wil je geen risico lopen, dan drink je beter geen alcohol. Als je wel alcohol drinkt, spreid je dit gebruik best over meerdere dagen in de week en drink je een aantal dagen niet.
Regelmatig te veel alcohol drinken kan tot allerlei klachten leiden, zoals veel moe zijn, slecht slapen, maagklachten, diarree, hartkloppingen, trillen, onrust, prikkelbaarheid, somberheid of vergeetachtigheid. Alcohol heeft een negatief effect op het probleemoplossend vermogen en kan psychische klachten versterken.
Geen 18, geen alcohol
Volgens woordvoerder Pim Leeflang van Flügel gelden dezelfde regels voor het ijsje als voor het drankje: 'geen 18 geen alcohol'.
Gemiddeld drinken drinkers 1,2 glazen per dag; waarbij mannen 1,5 glas per dag drinken en vrouwen 0,8.
U mag niet rijden met meer dan 0,5 promille (ongeveer 2 glazen) alcohol in uw bloed. Voor beginnende bestuurders gelden andere regels. Het gebruik van alcohol vermindert uw rijvaardigheid, waardoor u sneller een verkeersongeval kan veroorzaken.
Qua alcoholpercentage staat 1 (klein) shotje dus gelijk aan 1 (groter) glas bier.
Hoe snel verdwijnt alcohol uit je bloed? In principe wordt 1 eenheid alcohol in 1 uur door je lichaam verwerkt, deze eenheden zijn te vergelijken met een standaardglas bier (250 ml), wijn (125 ml) of sterke drank (35 ml).
Soms zien we dat mensen met een alcoholverslaving erg mager zijn. Dat komt omdat zij slecht gaan eten, maar ook doordat alcohol de darmwand beschadigt, waardoor het lichaam voedsel slechter opneemt. Met de caloriemeter kun je nagaan hoeveel calorieën je dagelijks nodig hebt.
Alcohol werkt ook als vasodilatator, wat betekent dat het de bloedvaten in gezicht en lichaam verwijdt. Overmatige alcoholconsumptie zorgt ervoor dat de bloedvaten steeds wijder worden. Na verloop van tijd resulterend in verlies van huidskleur en blijvende roodheid van het gezicht.
Alcohol verwijdt de bloedvaten en daardoor gaat vocht zich anders verdelen. Vochtophopingen zullen vooral zichtbaar zijn boven en onder de ogen. Alcohol droogt je lichaam en huid uit. Dat kan vroegtijdige rimpels in de hand werken.
Een standaardglas alcohol blijft ongeveer 1,5 uur in je bloed. Ieder extra glas is 1,5 uur extra. Dit is de tijd die het lichaam nodig heeft om één glas af te breken. Bij meerdere glazen heeft het dus langer de tijd nodig.
Alcohol drinken vergroot de kans op slokdarmkanker, mondkanker, keelkanker, strottenhoofdkanker, leverkanker, darmkanker en borstkanker (bij vrouwen). Hoe meer iemand drinkt, hoe groter de kans op kanker. Alcohol kan ook verschillende ziektes aan de lever veroorzaken, zoals leverontsteking en levercirrose.
Jongeren tussen de 18 en 25 drinken relatief vaak overmatig (ruim 10%). Daarna neemt het overmatig drinken af tot 5,4% onder de 30-40 jarigen, waarna het weer iets lijkt toe te nemen. Zwaar drinken neemt af met het stijgen van de leeftijd, met name jongvolwassenen tussen 18 en 24 jaar drinken vaak zwaar.
Bier verkleint de kans op hart- en vaatziekten. Bier zorgt namelijk voor een stijging van een goede soort cholesterol, dat de kans op hart- en vaatziekten juist verkleint. Een bierdrinker loopt 40 tot 60 procent minder risico op een hartinfarct.