De middenfase van alzheimer Iemand in de middenfase van de ziekte van Alzheimer kan: sneller overstuur, boos, agressief of achterdochtig worden. Last krijgen van desoriëntatie in plaats (verward zijn over waar ze zijn).
Bij verbale agressie kan het gaan om schreeuwen, vloeken, maar ook om het maken van denigrerende opmerkingen. Dit komt voornamelijk door frustratie die speelt bij dementie. Hier is vooral sprake van wanneer ouderen zich nog in het beginstadium bevinden, en zich bewust zijn van het feit dat de ziekte ze verandert.
In de laatste levensfase van dementie gaan het geheugen en begrip verder achteruit. De persoon met dementie kan niet meer goed communiceren. Ook dagelijkse activiteiten kosten veel moeite, zoals eten, wassen en aankleden. Daarnaast kunnen er lichamelijke problemen zijn.
Fase 7: bedlegerig
Het bewustzijn is verdwenen. Hij/zij reageert niet meer (merkbaar) op anderen.
Er zijn verschillende factoren die de kans vergroten dat mensen agressief reageren. Veel agressieve reacties komen voor als iemand met dementie lichamelijk wordt verzorgd. Angst en schaamte, maar ook frustratie omdat hij/zij zichzelf niet meer kan verzorgen kan een belangrijke oorzaak zijn.
Psychotisch gedrag. Depressief gedrag. Angstig gedrag. Geagiteerd gedrag, waaronder verschillende vormen van rusteloos, prikkelbaar of agressief gedrag.
Uiteindelijk overlijden veel mensen aan een ernstige beroerte of hartinfarct. De gemiddelde levensverwachting bij frontotemporale dementie (FTD) is zes tot acht jaar. Door hersenbeschadiging krijgen mensen last van fysieke aandoeningen zoals slikproblemen.
In stadium zeven is het waarschijnlijk dat een persoon met dementie het grootste deel van zijn tijd in bed doorbrengt. Dit stadium van dementie is het kortste in iemands reis en duurt doorgaans niet langer dan drie jaar .
De ziekte van Alzheimer
Bijna 70% van de mensen die dementerend zijn, heeft deze vorm. Bij de ziekte van Alzheimer raken steeds meer hersencellen beschadigd.
Bij 65% van de mensen die als gevolg van dementie overleden, is de type dementie waaraan men overleed niet gespecificeerd. Bij bijna een kwart van de totale groep was de doodsoorzaak de ziekte van Alzheimer en bij 7% vasculaire dementie.
Om in aanmerking te komen, moet de levensverwachting van een patiënt met dementie in het eindstadium zes maanden of korter zijn , zoals vastgesteld door een arts. Laat echter geen vragen die u hebt over deze kwalificatie of de criteria voor hospice-geschiktheid u ervan weerhouden om te bellen voor hospice-diensten.
Mensen die sterven, hebben vaak weinig of geen behoefte meer aan voedsel en vocht. Ze kunnen snel in gewicht afnemen. Het lichaam verandert: de wangen vallen in, de neus wordt spits en de ogen komen dieper in hun kassen te liggen.
Bij interactieroepen is er iets onaangenaams in de omgeving aanwezig, waardoor de dementerende roept. Sommige dementerenden praten dan weer hardop in zichzelf om weer een soort van contact met zichzelf te krijgen.
Doordat boosheid wordt veroorzaakt door 'slechte dingen'. En doordat mensen 'slechte dingen' gaan doen door hun boosheid. Dit maakt dat mensen bang zijn voor boosheid. Bang dat als je eenmaal écht boos worden, ze een woede uitbarsting krijgen.
Het ziekteverloop van Lewy body dementie is nog niet heel duidelijk. Dat komt doordat de ziekte nog niet zo lang bekend is. De symptomen lijken in veel gevallen op die van ziekte van Alzheimer en Parkinson. Maar iemand met Lewy body dementie gaat meestal sneller achteruit dan iemand met alzheimer.
Hoe snel iemand achteruit gaat, kan verschillen. Meestal gaat dat langzaam en kan iemand nog een tijd een redelijk gewoon leven hebben. Bij sommige mensen gaat de achteruitgang sneller. De ziekte van Alzheimer is helaas niet te genezen.
Stadium 6: Ernstige mentale achteruitgang/matig ernstige dementie
Uw dierbare zal zich niet veel of niets van het verleden herinneren en herkent u en andere familieleden en vrienden mogelijk niet. Hij of zij kan moeite hebben met het nemen van beslissingen over gezondheidszorg.
Vaak wordt gedacht dat het dan ook om de laatste dagen van iemands leven gaan. Maar dat is lang niet altijd zo: de palliatieve fase bij dementie kan wel 6 tot 8 jaar duren. Dat is dus een lange periode, waarin heel veel is veranderd. Niet alleen in het leven van uw naaste met dementie, ook in uw eigen leven.
In de stervensfase hebben mensen vaak weinig tot geen behoefte aan eten en of drinken. Mensen verliezen snel gewicht en hun lijf en gezicht veranderen. Zo vallen de wangen in, wordt de neus spits en komen de ogen dieper in de kassen te liggen.
Dramatische persoonlijkheidsveranderingen zoals dwalen, verdwalen of wantrouwen jegens familieleden, komen vaak voor. Velen kunnen zich geen naaste familieleden herinneren, maar weten dat ze bekend zijn. De duur van fase 6 is ongeveer tweeënhalf jaar .
Diabetes en hart- en vaatziekten zijn risicofactoren voor dementie. Daarnaast lijken vezels ook nog bij te dragen aan het verminderen van ontstekingen in het lichaam. Ook ontstekingen spelen vaak een rol bij dementie.
Iemand kan zich gebeurtenissen of gesprekken van kort daarvoor niet meer herinneren. Problemen met het plannen van afspraken en deze nakomen. Confabuleren. Dat betekent: verhalen vertellen die niet kloppen.
Psychotische kenmerken van dementie omvatten hallucinaties (meestal visueel), waanideeën en waanideeën . Hallucinaties zijn valse zintuiglijke waarnemingen die niet simpelweg vervormingen of verkeerde interpretaties zijn. Ze zijn meestal niet beangstigend en behoeven daarom mogelijk geen behandeling.
Psychosen kunnen dus verschillen oorzaken hebben: een onderliggende hersenstoornis (zoals schizofrenie), depressie, middelenmisbruik. Maar ook bij extreme angst of een gebrekkige realiteitstoetsing kunnen mensen minder heftige psychotische belevingen ervaren. Die noemen we wel micropsychosen, of randpsychosen.