Bij kinderen met autisme kunnen er al vanaf het prille begin problemen zijn. Sommige kinderen huilen veel en lijken ontroostbaar. Andere baby's maken nauwelijks oogcontact. Weer andere zijn ongewoon rustig, huilen nauwelijks en lijken altijd tevreden.
Kinderen leren hun emoties ook te herkennen door de reacties van andere mensen. (Ik zie dat je huilt, je hoeft niet verdrietig te zijn, het komt allemaal goed.) Kinderen met autisme zijn minder goed in staat om emoties bij andere mensen te herkennen. Daarnaast laten ze zelf weinig emoties zien.
Wat je kunt merken bij kinderen tot en met 5 jaar
Bij kinderen tot en met 5 jaar kun je bijvoorbeeld dit merken bij autisme: Je kind gaat later praten: Je kind brabbelt niet na 12 maanden. Je kind zegt geen losse woordjes na 16 maanden. Of je kind maakt geen zinnetjes van 2 woorden na 2 jaar.
Autistische mensen uiten hun emoties vaak op een andere manier dan neurotypische mensen. Dat is met een rouwproces niet anders. Sommige autistische mensen internaliseren rouw heel erg, trekken zich terug of storten zich obsessief op een speciale interesse.
Zorgen. Als je merkt dat je kind je weinig aankijkt, niet graag knuffelt, laat begint met praten, weinig interesse toont in anderen en weinig behoefte heeft om dingen te delen of samen te doen, kan dit wijzen op autisme. Ook kan je kind gevoeliger of juist minder gevoelig zijn voor prikkels zoals licht, geluid of pijn.
Persisterende vuistjes, weinig variatie in het bewegingspatroon, een te lage spierspanning: allemaal zaken die kunnen duiden op een afwijkende motorische ontwikkeling. Zo zijn er nog veel meer signalen om aan de bel te trekken. Kinderen maken na hun geboorte in hoog tempo stappen in hun motorische ontwikkeling.
Mensen met autisme uiten hun gevoelens soms op een zeer extreme manier. Op alle leeftijden kan men bij hen extreme lachbuien, paniekreacties of driftbuien zien. Er is vaak ook sprake van grote stemmingswisselingen: het ene moment hebben ze een fikse driftbui, enkele ogenblikken later staan ze blij te lachen.
Autisten die moeite hebben met het begrijpen van taal in het algemeen hebben ook moeite met het begrijpen van figuratieve taal in het bijzonder. Autisten die geen beperking hebben in het begrijpen van taal, hebben over het algemeen ook geen moeite met het begrijpen van metaforen, vergelijkingen en andere stijlfiguren.
Bij een autistische meltdown of shutdown gaat het eerder om overprikkeling. Je brein heeft simpelweg teveel input te verwerken gehad – te veel sociale situaties, te veel herrie, te veel alles – en dan knapt er iets. Bij een meltdown uit zich dat vaak in een explosie naar buiten toe: boosheid, huilen, paniek.
Veel kinderen met autisme fladderen of springen heel opvallend. Of ze roepen woorden of maken piepende geluiden. Je zou denken dat ze er gelukkig van worden maar in tegendeel het is een uiting van stress/spanningen of overprikkeling of onderprikkeling.
Geen interesse hebben in communiceren
Communicatie komt bij kinderen met autisme doorgaans niet spontaan tot stand, maar moet continue worden gestimuleerd. Ze praten rond hun derde levensjaar nog erg weinig of niet.
Lijken overdreven lastig of zijn moeilijk te kalmeren. Kinderen met een risico op autisme huilen of krijgen vaker driftbuien dan andere kinderen . Ze kunnen ook beginnen te huilen of lastig te vallen zonder een duidelijke trigger en/of niet te kalmeren zijn met gangbare kalmerende praktijken.
Kinderen van 1 jaar huilen over het algemeen omdat ze honger of pijn hebben of verdrietig of bang zijn. Maar je kind kan ook huilen om aandacht te vragen. Door je in te leven in je kind, kun je proberen te begrijpen wat er aan de hand is. Het helpt vaak om de wensen en emoties van je kind te benoemen.
Agressie om je te ontladen
Als je autisme hebt, krijg je alle prikkels haarscherp binnen. Ook details die aan een ander voorbijgaan, worden opgemerkt. Al die prikkels leiden bij een autistisch kind sneller dan bij een ander tot overprikkeling.
Simpel gezegd suggereert de theorie van het dubbele empathieprobleem dat wanneer mensen met zeer verschillende ervaringen van de wereld met elkaar omgaan, ze moeite zullen hebben om empathie voor elkaar te voelen . Dit zal waarschijnlijk worden verergerd door verschillen in taalgebruik en -begrip.
Kinderen met autisme spelen niet zoals andere kinderen. Om met andere kinderen te kunnen spelen, moet een kind kunnen communiceren en sociaal gedrag kunnen begrijpen. Het moet ook verbeelding hebben om de werkelijkheid na te spelen. Gewone kinderen zijn in de ogen van kinderen met autisme vaak onvoorspelbaar.
Veel mensen met autisme geven aan grote moeite te hebben met het opmerken en interpreteren van non-verbale communicatie. Hierdoor kan het ontzettend lastig zijn om de boodschap die iemand probeert over te brengen, te begrijpen, wanneer diegene non-verbale signalen gebruikt en de dingen onduidelijk en indirect benoemt.
Veel volwassenen met autisme ervaren problemen bij het omgaan met boosheid en frustratie. Dit kan leiden tot conflicten, woedebuien, wraakgedachtes, agressie, relatieproblemen en het vastlopen op het werk of in de privésituatie.
Er kunnen verschillende redenen zijn waarom jouw peuter huilt. Hij kan gevallen zijn en huilen van de pijn of van de schrik, hij krijgt zijn zin niet, vindt zijn eten niet lekker, wil niet slapen, is overprikkeld, snapt de wereld om hem heen niet, wil grote mensen dingen doen of huilt simpelweg omdat hij een peuter is.
Er wordt gesproken van een floppy infant wanneer een zuigeling een te lage spiertonus heeft. Kenmerkend voor een floppy infant zijn: zogenaamde kikkerhouding met de benen in exorotatie en de armen op de onderlaag. Het hoofd heeft vaak een voorkeurshouding en kan hierdoor aan een zijde afgeplat zijn.