Simpel gezegd betekent het dat een groep zonnepanelen aan dezelfde kabel worden aangesloten en aan 1 omvormer wordt gekoppeld. Dit heet een string. In 1 string passen zo'n 20 tot 25 panelen.
Over het algemeen met een 1 string omvormer passen zo'n 20 tot 25 panelen. Bij grotere zonnestroominstallaties, zoals je die graag op jouw dak wilt hebben, zijn er dus meerdere strings nodig.
De kabel van de omvormer naar de meterkast
Voor omvormers (fase 1) wordt een 3-aderige kabel gebruikt (3 x 2,5 tot 6 mm2) en voor omvormers (fase 3) 5 x 2,5 mm2. Deze kabeldikte kan berekend worden met behulp van het vermogen van de omvormer en de lengte van de kabel.
Wat moet je echt weten: hoeveel panelen kun je plaatsen? Een standaard systeem van zonnepanelen met een stekker bestaat uit 2 panelen met een maximaal vermogen van 600 Wp. Dat komt doordat je niet meer dan dit vermogen op een stopcontact mag aansluiten als er ook andere apparaten op die stroomgroep zijn aangesloten.
Allereerst is het verplicht om PV-panelen altijd op een aparte groep in de groepenkast aan te sluiten. Dit geldt ook voor de kleinere panelen die rechtstreeks met een steker in het stopcontact kunnen worden aangesloten. Een PV-omvormer kan niet zondermeer op een extra eindgroep worden aangesloten.
Als je 24 zonnepanelen of meer wilt plaatsen heb je altijd een 3-fasen omvormer nodig. Het grootste voordeel bij een 3-fasen omvormer is dat de stroom over 3 verschillende fasen wordt verdeeld. Er is hierdoor sprake van minder kabelverlies. De energie wordt daarnaast ook over 3 fasen verdeeld.
Vrijwel alle fabrikanten van zonnepanelen gebruiken 4mm² bekabeling. Dit is ook logisch, aangezien de stroom van de zonnepanelen vrij laag is in verhouding tot deze kabeldikte.
Als je meer dan 3680W (16A * 230V) kunt produceren, heb je meestal een 3-fase omvormer nodig. Maar als je systeem minder vermogen heeft, kan dat prima met een 1-fase omvormer. De vraag die vaak gesteld wordt is of het salderen wel goed gaat.
Wanneer je meer energie wilt opwekken (en er is nog plek op het dak) is het mogelijk om je zonnepanelensysteem uit te breiden. Dit kan door een aantal zonnepanelen bij te plaatsen of door een tweede zonnepanelensysteem neer te leggen. Aan beide opties zitten voor- en nadelen.
Als er geen obstakels aanwezig zijn en er geen kans op schaduw is, worden de zonnepanelen meestal serie geschakeld aangesloten. Is er kans op schaduw of varieert de hellingshoek van de zonnepanelen? In dat geval adviseren een parallel geschakeld zonnepanelensysteem.
Wanneer er grotere elektrische ingrepen plaats gaan vinden dan is het volgens de regelgeving wel verplicht om deze oude stoppenkast te laten vervangen. In het geval van zonnepanelen aansluiten moet dit volgens de regelgeving dus worden vervangen voor de moderne groepenkasten.
Volgens de nieuwe NEN1010 is het verplicht voor installateurs om een werkschakelaar te plaatsen in de buurt van de omvormer, zodat u veilig werken aan de omvormer indien noodzakelijk. Voornamelijk belangrijk als met meerdere mensen aan de set wordt gewerkt, of als de omvormer ver van de groepenkast hangt.
Dat wil zeggen dat de stroom die uit paneel 1 komt vervolgens door paneel 2 loopt, enzovoorts. Dus als er door 1 zonnepaneel, door een defect of (tijdelijke) schaduw, minder stroom loopt, leveren ook de andere zonnepanelen in de serie minder stroom.
Dus een paneel in schaduw kan 0, 1/3 of 2/3 presteren, afhankelijk hoe de schaduw over het paneel valt. De overige panelen in de string doen gewoon mee voor de volle 100 procent (Zie figuur 2).
Door de zonnepanelen te verdelen in twee strings, zorgt u dat elk dakvlak optimaal presteert. Elke string functioneert als het ware onafhankelijk (parallel) van de andere string en zonder dat deze de prestaties in de andere string beïnvloedt.
Hierbij gaat het om een omvormer die maximaal 16A*230V = 3680 Watt heeft per fase. Bij een 3-fase aansluiting kun je 3 omvormers plaatsen, of je plaatst één 3-fase omvormer. Uiteindelijk gaat het dus niet om het aantal zonnepanelen dat je op een vrije groep aan mag sluiten. Het gaat om het ampèrage van de omvormer.
Kabels zonnepanelen tot de omvormer
De kabels van de zonnepanelen tot de omvormer dienen bij voorkeur niet veel langer te zijn dan 15 tot 20 meter. Zo blijven de kabelverliezen ruim onder de 1%. Als u langere kabels wilt toepassen, dan kunnen wij een kabelberekening voor u maken.
Van de zonnepanelen naar de omvormer loopt de speciale solar kabel met een 4mm2 of 6mm2 kern die hier- voor gebruikt wordt, belangrijk hierbij is dat deze UV bestendig is. De stekkerverbindingen zijn van het type MC4 en zijn vocht dicht.
Omvormers zijn verkrijgbaar in 1-fase en 3-fase varianten. 1-fase varianten zijn in vergelijking met 3-fase omvormers voordeliger in de aanschaf maar kennen de beperking dat ze maximaal 5750 Watt gelijktijdig mogen voeden op de hoofdzekering (anders zou deze doorsmelten).
Als u een 3-fasen groepenkast in uw meterkast heeft, staat er 3x220/230V of 380/400V op uw elektriciteitsmeter. Er komen in totaal ook vier draden - de drie fasedraden en de nuldraad - uit de onderkant van uw groepenkast.