Een kind van 18 maanden gebruikt gemiddeld 50 woordjes, terwijl een kind van 2 jaar gemiddeld 200 woordjes gebruikt. Vervolgens gaat het kind woorden combineren tot korte 2-woords zinnetjes (zoals "jas aan" of "papa bal"), korte zinnetjes produceren en steeds meer vragen stellen.
Tegelijkertijd kan hij/zij steeds meer woordjes begrijpen en zeggen, maar nog niet alle klanken goed uitspreken. Een tweejarig kind zegt minimaal vijf tot tien woordjes. Eén enkel woord kan verschillende betekenissen hebben (één-woordzinnen).
Hij kan ronddraaien, een bal naar voren schoppen en hij kan plotseling stilstaan. Hij kan een voorwerp in een bepaalde richting gooien en hij kan nu zelf eten met een vork (of een lepel). Alle bewegingen van een 2-jarige worden steeds vloeiender en minder houterig. De fijne motoriek ontwikkelt zich natuurlijk ook.
Een dreumes van achttien maanden begrijpt zo'n tweehonderd woorden en korte zinnen, denk aan 'waar is je schoen' of 'pak de bal'. Het spreekt rond de vijftig woorden. Een dreumes begint nu te brabbelen en leert de eerste woordjes. Een taalontwikkelingsstoornis is dan wat makkelijker te herkennen.
Tussen de leeftijd van 2 en 3 jaar worden de zinnen van je peuter langer. Hij of zij gaat ook meer en meer verschillende woorden gebruiken. Rond de leeftijd van 3 jaar maakt je kind zinnen van drie tot vijf woorden.
Bij peuters is de ontwikkelingsvoorsprong al iets duidelijker te herkennen. Zo is een hoogbegaafde peuter zeer ondernemend, motorisch erg vaardig en zelfstandig. Daarnaast hebben ze een goede ruimtelijke oriëntatie en ontwikkelen ze snel het begrip voor bijvoorbeeld kleuren, cijfers en hoeveelheden.
Hun kindje lacht zelden, vermijdt oogcontact, zoekt geen troost, vertoont weinig sociale interactie, heeft weinig variatie in zijn gezichtsuitdrukkingen of is overgevoelig voor geluid. Hoe sneller autisme wordt herkend, hoe beter dit uiteindelijk is voor het kind.
Vanaf 2 jaar maakt je peuter enorme sprongen in zijn taalontwikkeling. Zijn woordenschat neemt snel toe, soms met wel tien woorden per week. Rond deze leeftijd kunnen de meeste kinderen ook 'zinnetjes' maken van twee woorden, zoals 'mama eet'.
Een taalachterstand kan ontstaan als een kind zijn moedertaal weinig hoort of spreekt. Door meer taalaanbod, haalt het kind de achterstand vaak weer in. Bij een taalontwikkelingsstoornis is er meer aan de hand. Er is iets mis met het aangeboren vermogen om taal te leren.
Een kind van 18 maanden gebruikt gemiddeld 50 woordjes, terwijl een kind van 2 jaar gemiddeld 200 woordjes gebruikt. Vervolgens gaat het kind woorden combineren tot korte 2-woords zinnetjes (zoals "jas aan" of "papa bal"), korte zinnetjes produceren en steeds meer vragen stellen.
Jouw kind van 2 jaar praat nog niet omdat hij of zij gewoon nog niet zover is, zonder dat daar een reden voor is. Ongeveer 10 tot 15% van de tweejarigen is wat later met praten zonder dat er iets aan de hand is. Er kan sprake zijn van een taalontwikkelingsstoornis (TOS).
De moeilijkste leeftijd bij kinderen? Volgens Amerikaans onderzoek is dat 12 tot 14 jaar. Waar kleine kinderen vooral fysiek veel van hun ouders eisen, wordt het op die leeftijd eerder mentaal zwaar.
Je kind van 4 jaar kan:
tellen tot 10. de cijfers 1 t/m 5 herkennen. besef hebben van de begrippen meer – minder, veel – weinig, erbij – eraf, groter – kleiner, dikste – dunste, voor – naast –op. groepjes herkennen van 2 en 3 zonder te tellen.
Je kind begint de eerste woordjes te zeggen als het één tot anderhalf jaar oud is. Als je kind vier jaar wordt, kan het al (eenvoudige) zinnetjes maken. Wanneer je dagelijks veel aandacht besteedt aan praten met je kind en luisteren, dan leert het steeds beter praten.
Kinderen met een ontwikkelingsachterstand ontwikkelen zich (veel) langzamer dan hun leeftijdsgenoten. Ze gaan bijvoorbeeld later rollen, zitten, staan, lopen of praten. Vaak zijn er vanaf de geboorte al (lichamelijke) klachten. Soms wordt een ontwikkelingsachterstand pas later duidelijk.
De meeste baby's tussen de 7 en 12 maanden benoemen hun ouders als “mama” of “dada”. De eerste woordjes (anders dan mama of dada) leren de meeste baby's rond 19 maanden. Tegen de tijd dat je kleintje 2 jaar is, praat hij of zij in zinnen van 2 tot 4 woorden.
Kinderen met een TOS laten bijvoorbeeld nooit repeterend of compulsief gedrag zien, terwijl dit kenmerkend is voor ASS. In haar lezing onderscheidt Ingrid Feiter sociale communicatieve taalvaardigheden van pragmatische taalvaardigheden.
Je kan de taalontwikkeling van je kind op verschillende manieren stimuleren. Een liedje zingen voor je kind, gezellig een boek lezen, een verhaal vertellen of samen spelen zijn allemaal leuke manieren om samen met je kind bezig te zijn met taal!
Er zijn 2 soorten taalstoornissen. Stoornissen die ontstaan bij het leren van taal door kinderen (taalontwikkelingsstoornissen). Deze komen het meest voor. En er zijn stoornissen die later ontstaan, bijvoorbeeld door hersenletsel.
In zijn twintigste maand kan je kind ook al korte zinnen maken; een hele doorbraak! Hij pikt ook veel woorden op uit zijn omgeving en je zult dan ook soms woorden horen die hij kent doordat jij ze eens hebt gezegd.
Je kind leert de eigenschappen van voorwerpen: of iets hard is, zacht, glad, zwaar of licht. Je kind kent steeds meer woorden en gaat ook allerlei dingen vragen: 'Is dat?
Iemand met PDD-NOS heeft last van sociale en communicatieve problemen zoals bij autisme, maar dan in mildere vorm. Er wordt dan ook wel gesproken van aan 'autisme verwante problematiek' of de term PDD-NOS (Pervasive Developmental Disorder Not Otherwise Specified).
Volgen aanwijzingen niet goed op, komen verplichtingen niet goed na. Raken vaak dingen kwijt, hebben het huiswerk niet bij zich, enz. Schrijven huiswerk niet in de agenda (of schrijven het wel op maar kijken er nooit meer naar). Stellen alles uit tot het laatste moment, waardoor hun werk of taak te laat klaar is.