Je begint met kogelstoten als je ongeveer negen jaar bent. Je stoot dan met een kogel van 2 kilo. Als je ouder wordt, worden de kogels steeds zwaarder. Uiteindelijk stoten mannen met 7,3 kilo en vrouwen met 4 kilo.
De kogel bij de mannen is 7,26 kilogram zwaar (16 Engelse ponden), bij de vrouwen 4 kilogram. De werpring meet 2,135m (7 voet) in doorsnede, gelijk aan de ring bij het kogelstoten, maar kleiner dan de ring bij het discuswerpen.
De afstand van de stoot wordt gemeten tussen de dichtstbijzijnde indruk van de kogel (het '0-punt') en de binnenzijde van de stootbalk. Het aantal pogingen is afhankelijk van de wedstrijd, meestal mag iedere deelnemer drie keer stoten en de beste acht deelnemers nog drie keer.
De mannen werpen met een discus die 2 kg weegt en een 220 mm doorsnede heeft. Bij de vrouwen weegt de discus 1 kg en heeft de schijf een doorsnede van 181 mm. De junioren en de masters werpen met lichtere gewichten. De discus wordt geworpen vanuit een betonnen ring van 2,50 m doorsnede.
De kogelstoter staat met de rug naar de werpsector gekeerd achter in de stootring. Hij buigt sterk voorover, en stoot vervolgens met een glijdende draaipas, waarin de atleet zich ook strekt, naar achteren de kogel de sector in. Deze techniek is in 1976 door Aleksandr Barysjnikov geïntroduceerd.
Een herenspeer is 2,6 tot 2,7 meter lang en weegt 800 gram. Een damesspeer weegt 600 gram en is 2,2 tot 2,3 meter lang.
Bij kogelstoten gebruik je heel veel spieren, door je hele lichaam. Je arm- hand- en schouderspieren om de kogel weg te kunnen werpen, je buik- en rugspierendoen ook mee om kracht te zetten en de draai te maken. En niet te vergeten je beenspieren.
Een kogelstootbal of in het Engels "Shot Put Ball" is een bal (kogel) wat gebruikt wordt bij het kogelstoten. De bal is gemaakt van een hard materiaal: koper, ijzer, of een ander metaal. De zwaarte van de bal hangt af van de sekse en leeftijd. De gewichten lopen uiteen van 2,72 kilogram tot en met 7,26 kilogram.
Ze zijn enorm gespierd. Dat hebben ze nodig omdat het hele lichaam meedoet met het werpen van de discus. Van schouders, armen, romp, bil- en beenspieren naar voeten. Evenals bij kogelstoten trouwens.
De afstand van de stoot wordt gemeten tussen de dichtstbijzijnde indruk van de kogel (het '0-punt') en de binnenzijde van de stootbalk. Het aantal pogingen is afhankelijk van de wedstrijd, meestal mag iedere deelnemer drie keer stoten en de beste acht deelnemers nog drie keer.
De atleet mag zijn of haar voet tegen het stootblok plaatsen. De kogel moet binnen de sectorlijnen neerkomen. De sectorhoek bij kogelstoten is 34.92 graden. De gestootte afstand wordt gemeten tussen de dichtsbijzijnde indruk van de kogel (het "0-punt") en de binnenzijde van het stootblok.
Het wereldrecord verspringen voor mannen is 8.95m en het staat op de naam van Mike Powell. Het wereldrecord verspringen voor vrouwen is 7.52m en het staat op de naam van Galina Chistyakova. Meet maar eens na hoe ver dit is. Deze atleten kunnen dus met gemak dwars over een straat springen!
Het wereldrecord hoogspringen voor mannen is 2.45m en het staat op de naam van Javier Sotomayor. Het wereldrecord hoogspringen voor vrouwen is 2.09m en het staat op de naam van Stefka Kostadinova. Javier Sotomayor (Cuba), de huidige wereldrecordhouder met 2.45m, is 1.93m lang.
Bij kogelslingeren zit er een korte stalen ketting aan de kogel met een handvat. Men pakt het handvat, maakt snelheid door rond te draaien in de cirkel waarin zij mogen bewegen en werpt vervolgens de kogel zo ver mogelijk. Kogelslingeren gebeurt op het hoogste niveau door enorm sterke mannen en vrouwen.
Vanaf 1845 behoort het hordelopen tot het sportprogramma van de Engelse universiteiten. Sedert 1864 wordt het hordelopen in wedstrijdverband beoefend, waarbij de hoogte van de horden 3,5 voet (106,7 cm) was, deze hoogte geldt ook nu nog bij de 110 meter hordeloop bij mannen.
Wereldrecords. Het wereldrecord kogelstoten voor mannen (met een kogel van 7,3 kilo) is 23.12 meter en het staat op de naam van Randy Barnes. Het wereldrecord kogelstoten voor vrouwen (met een kogel van 4 kilo) is 22.63 meter en het staat op de naam van Natalya Lisovskaya.
Kogelstoten was vroeger een echte soldatensport. In de tijd van de Grieken (2800 jaar geleden) werd het al gespeeld met dikke stenen. Ook later bleven soldaten wedstrijden organiseren waarbij dikke stenen werden weggestoten. Toen het kanon werd uitgevonden, werden de stenen vervangen door kanonskogel.
Draag de speer met de punt naar beneden. 3. Wees voorzichtig met de speer uit het gras te trekken (staat er niemand achter me!) en herstel de grasmat.
Jan Železný (Mladá Boleslav, 16 juni 1966) is een voormalige Tsjecho-Slowaakse en (na de opdeling in 1993) Tsjechische atleet. Hij is geboren in het Tsjechische deel van het vroegere Tsjecho-Slowakije en is getrouwd met een Slowaakse. Hij wordt beschouwd als de beste speerwerper uit de geschiedenis.
De speerwerper werkt als een hefboom: bij het loslaten van de speer kan met een polsbeweging een extra impuls aan het projectiel worden gegeven. Hierdoor zijn snelheden tot ca. 150 km/u mogelijk.
Bij het speerwerpen wordt de speer niet vanuit een ring geworpen, de werper mag namelijk een aanloop nemen. Tijdens deze aanloop houdt de werper de speer horizontaal boven de schouder met de punt iets omhoog.
Het wereldrecord verspringen bij de mannen staat op 8,95 m en werd gevestigd door Mike Powell tijdens de wereldkampioenschappen atletiek in Tokio op 30 augustus 1991. Daarvóór stond het wereldrecord sedert 18 oktober 1968 op naam van de Amerikaan Bob Beamon die tijdens de Olympische Spelen van Mexico 8,90 m ver sprong.
De wereldrecords hoogspringen staan op naam van de Cubaan Javier Sotomayor 2,45 m (in 1993) bij de mannen en de Bulgaarse Stefka Kostadinova 2,09 m (in 1987) bij de vrouwen. De hoogste sprong in de zevenkamp bij vrouwen staat op naam van de Belgische atlete Nafissatou Thiam met 2,02 m in Talence (2019).