De laatste 10 minuten voorafgaand aan een fietssprint loopt het vermogen dat profwielrenners leveren op van ruim 300 W tot bijna 500 W op een minuut voor de sprint. Tijdens de sprint ligt het piekvermogen van de sprinters ongeveer rond de 1250 W waarbij de snelheid richting de 70 km/u gaat.
Om dit wat te kaderen volgend voorbeeld: als een gemiddelde wielertoerist over een rit een gemiddelde heeft van 180 watt, heeft hij een mooie inspanning geleverd. Bij de toprenners in Gent-Wevelgem heb ik gemiddelde waarden gezien die tot 320 à 340 watt gaan.
Beginnende fietsers zitten tussen de 2,5 en 3,2 voor mannen en 2,1 en 2,8 voor vrouwen. Snelle recreatieve fietsers produceren een vermogen tussen de 3,7 en 4,4 watt voor mannen en 3,2 tot 3,8 watt voor vrouwen. Als je op 2,9 uitkomt en naar 3,9 wilt, kijk dan eerst naar je gewicht.
Vroemen heeft meerdere (olympische) topsporters onder zijn hoede en was als sportarts verbonden aan wielerploeg Roompot. Hij is tevens auteur van het boek Het geheim van wielrennen. Dumoulin zat op 6,2 watt, net als op het WK tijdrijden.
Van een uur 200 watt trappen wordt een goed getrainde fietser lekker moe. En 250 watt trappen is voor een goed getrainde fietser voluit fietsen en net een uur vol te houden.
Op vlak terrein maakt een aantal kilo meer of minder niet zo'n verschil. Om 30 km/uur te fietsen (uitgaande van geen tegenwind) moet een renner van 70 kg met een fiets van 9 kg ongeveer 172 watt fietsen. Weegt deze renner 80 kg dan komt dit neer op 176 watt en voor iemand van 95 kg 183 watt.
De e-bikes van VanMoof zijn al jaren in te stellen op een Europese of een Amerikaanse stand. In die laatste stand kunnen de elektrische fietsen van de ingebouwde elektromotor ondersteuning krijgen tot 32 km/u, wat in de VS is toegestaan. Maar in de Europese Unie geldt voor e-bikes een maximum van 25 km/u.
Maximaal vermogen gaat vooruit met 33.8W of 0.25W/kg. Progressie ligt tussen de 0 en de 78W. Hieruit blijkt dat je als nieuweling heel veel progressie maakt in het fietsen, bijna 30W per jaar gemiddeld.
Je kan wel een gemiddelde nemen. Een prof is rond de 70 kilo en fietst 30.000 kilometer per jaar. Een gemiddelde amateur is een man van 85 kilo. Hij fietst niet het hele jaar door en als hij rijdt, doet hij dat gemiddeld twee keer per week.
Tot slot levert de tweevoudig winnaar van De Ronde in de indrukwekkende eindsprint zijn maximale vermogen – niet geheel verrassend – van de hele wedstrijd: 1406 watt. Gedurende de 14 seconden die zijn sprint duurde, trapte hij gemiddeld 1.136 watt.
Dit kun je doen door blokken van een paar minuten met een trapfrequentie van 70-80 rpm te doen. Tijdens deze blokken blijft je hartslag of vermogen onder je omslagpunt. Deze intensiteit van deze blokken kun je langzaam opbouwen.
Met de 180 Watt Vermogen, gewicht fietser 89kg en een 8 kg fiets, kan op die helling van 12% met 5,7km/uur gereden worden en de 40/26 levert dan een cadanz van 39 toeren per minuut.
Dit is gemiddeld ruim 100 J/s, ofwel 100 W op continu-basis. Aangezien deze energie vrijwel helemaal vrijkomt in de vorm van warmte is een mens dus – in rust – een kachel van ca. 100 watt.
Wielrenner Gemiddelde snelheid Training Wedstrijd Beginner wielrenner 25 tot 30 km/u 30 tot 35 km/u Geoefend wielrenner 30 tot 40 km/u 35 tot 45 km/u (Semi) prof wielrenner 35 tot 45 km/u 40 tot 50 km/u Wat is de gemiddelde snelheid van wielrenners bij de Tour de France?
De beginnende fietser: 26 km/u gemiddeld.
Je kan eenvoudig je conditie opbouwen door de lengte van je ritten rustig op te voeren naar twee tot drie uur (en uiteindelijk zelfs langer!) en variatie aan te brengen. Wanneer je iedere rit rijdt met een constant tempo wordt je conditie op het begin wel iets beter, maar zal je na twee weken minder vooruitgang merken.
Een racefiets uit de Tour de France kost een dikke 10.000 euro. Een profwaardig frame kost al gauw 5000 euro, de groepset en de wielen beide 2500 euro en de rest gaat op aan zaken als banden, zadels en pedalen.
Jeffrey Hoogland, meervoudig wereldkampioen baanwielrennen, topt de rangschikking van piekvermogens met 2700 watt.
Met wattage kun je aantonen hoeveel vermogen jij tijdens het fietsen levert. Doordat je tijdens het fietsen kracht uit moet oefenen op de pedalen van de fiets lever je als fietser een grote hoeveelheid arbeid. Met behulp van wattage, wat ook wel het vermogen genoemd wordt, kun aantonen hoeveel energie dit in totaal is.
1 kilowatt = 1000 watt = 1000 joule per seconde = 1000 J/s = 1 kJ/s. Een paar voorbeelden van energie en vermogen: Een forse stofzuiger heeft soms een vermogen van 1 kW, ofwel 1000 Watt, en verbruikt dus per seconde 1000 joule.
Gemiddelde wielrenner: 22-25 kilometer per uur. Tour-renner: 35-38 kilometer per uur.
Een Tour de France prof heeft ongeveer een FTP tussen de 5,5 Watt/kg en 6,5 Watt/kg (voor de klassementswinnaar). Een ongetraind iemand zit meestal tussen de 1,5 tot 2 Watt/kg bij mannen en 1,3 tot 1,7 Watt/kg bij vrouwen.