Water als grondstof van papierBewerken. In papier bevindt zich 4% tot 10% water, afhankelijk van de papiersoort. Water als grondstof is niet alleen goedkoop, het zorgt er ook voor dat de papiervezels met elkaar worden verbonden.
De gemiddelde hoeveelheid water die wordt gebruikt om één vel A4-papier te maken, is echter zo'n 10 liter. Dat is nog steeds veel, maar wel minder dan 20 liter.
Papier wordt van origine gemaakt van vezels (ook wel cellulose genoemd) uit hout van bomen. Dit hout kom uit zogenoemde productiebossen, ook wel houtakkers genoemd. Dit zijn gecertificeerde en duurzaam beheerde bossen.
Het maken van papier begint meestal met hout. Hout bestaat uit vezels, en deze vezels bestaan grotendeels weer uit cellulose. De vezels komen erg goed van pas bij het maken van papier. Want als je hier water aan toevoegt, dan krijg je een soort pap die de basis van papier vormt (pulp).
Volgens veel bronnen is T'sai Lun de uitvinder van papier zoals we dat nu kennen. In 105 voor Christus ontdekte hij dat je papier kunt maken door vezels van verschillende producten, zoals boomschors, oude lappen en visnetten met water te mengen en te laten drogen.
Papier is juist een bijzonder duurzaam product. Het wordt gemaakt van hout, een natuurlijk en hernieuwbaar materiaal. Wanneer jonge bomen groeien, absorberen ze CO2 van de atmosfeer. Bovendien blijft papier zijn hele levensduur koolstof opslaan.
Bankbiljetten worden gemaakt van papier
Voor de biljetten wordt eerst speciaal papier gemaakt van de pluizige zaden van de katoenplant. Het papier moet heel erg stevig zijn en mag niet scheuren als het nat wordt. En er moeten afbeeldingen op gedrukt kunnen worden. Op ieder biljet wordt ook een watermerk gedrukt.
Het woord papier komt van de Cyperus papyrus, een cypergrassoort die in Egypte langs de Nijl groeit.
Bij de papierfabriek wordt pulp gemaakt van de balen oud papier en volgt de papierproductie. Zo wordt oud papier grondstof voor nieuw papier! Papier en karton zijn niet eindeloos recyclebaar, zoals blik of glas.
Oud papier is schoon en droog wanneer het grotendeels vrij is van voedselresten en vloeistoffen. De doos mag wel een paar kruimels en vetvlekken bevatten. Zijn de dozen echt vervuild met etensresten en vet? Dan zijn ze niet geschikt voor recycling en horen ze bij het restafval.
Voor kassabonnen wordt vaak thermisch papier gebruikt, voorheen met BPA, en nu zonder. Van oud papier worden vaak nieuwe voedselverpakkingen gemaakt. Daar mogen geen BPA-resten in zitten. Doordat kassabonnen nu vrij zijn van BPA mogen ze bij het oud papier.
Dit komt omdat er een plastic- en aluminiumlaagje in zit. Ook bakpapier, fotopapier, siliconenpapier (de achterkant van stickervellen en pleisters) en keukenpapier mogen niet in de papierbak. Handig om te weten: kassabonnen mogen sinds 2020 wel in de papierbak!
Kijken we naar het volume van één boom, dan kunnen daarvan ongeveer 60.000 vellen A4 worden gemaakt. Hoe zit dat? Een boom levert circa 300 kilo papier op.
6.700 bomen
Maar de website papierenkarton.nl schat dat één boom ongeveer 60.000 A4'tjes kan leveren. (Met de terechte toevoeging: 'Let wel, dit is een heel algemeen rekenvoorbeeld en geldt voor papier dat is gemaakt van verse houtvezels. ') Voor 400 miljoen printjes zijn dus bijna 6.700 bomen nodig.
Minder verbruiksartikelen
Niet alleen het gebruik van papier is slecht voor het milieu. Er zijn ook namelijk ook andere producten voor nodig, zoals inkt. Voor de productie van inkt worden fossiele brandstoffen gebruikt. Bovendien bevat inkt vaak chemicaliën en andere stoffen die slecht zijn voor het milieu.
Het papier bevat nieuwe houtvezel waardoor het karton een diepe en natuurlijke bruine kleur krijgt.
Karton is eigenlijk niets anders dan heel dik papier. Voor de productie van papier en karton worden dan ook dezelfde grondstoffen gebruikt. Deze afvalstroom valt dan ook onder het oud papier en is heel goed te recyclen.
Bij het winnen van de vezels (die voornamelijk uit cellulose bestaan) uit hout komt lignine vrij. Lignine verkleurt onder invloed van licht met een vergeling van het papier tot gevolg. De lignine wordt verwijderd en de overblijvende vezels worden gebleekt. Hierdoor worden de cellen wit.
In het jaar 105 maakte T'sai Lun papier door vezels van bamboeriet, de bast van de moerbeiboom en zijde-afval tot een vezelbrij te kloppen. Die brij werd sterk verdund met water en na het drogen ontstond er papier. Dit stevige papier verdrong al snel papyrus en perkament als informatiedrager.
De Nederlandse Bank bewaart en beheert vervolgens de munten en briefjes. Je kunt niet zomaar geld bijmaken om armoede te bestrijden. Als je er namelijk geld bijmaakt, dan wordt het minder waard. En dan worden opeens meer mensen arm.
Het biljet met de hoogste waarde dat ooit werd gedrukt is de Hongaarse 1 triljard pengő (21 nullen) uit 1946, die nooit in omloop kwam (het biljet van 100 triljoen wel).
2500 v.
De eerste vermelding van geld komt uit Mesopotamië, het tegenwoordige Irak. Volgens oude kleitabletten met spijkerschrift was puur zilver het eerste gestandaardiseerde betaalmiddel. De kostbare staven werden in stukken gehakt en gewogen bij een handelstransactie. Het zilver werd gebruikt om praktische redenen.