In principe is het aan jezelf of jij je kindje overdag of 's nachts wilt inbakeren. Als de baby overdag goede slaap pakt, dan is het geen probleem als je alleen 's nachts je baby inbakert. Slaapt je baby overdag nauwelijks, dan kun je de baby het beste voor de nacht inbakeren.
Het is aangewezen om je baby pas in te bakeren na de leeftijd van een drietal weken. Vóór de leeftijd van 6 maanden moet het inbakeren afgebouwd zijn. Vanaf dan kunnen kinderen draaien van hun rug naar hun buik. Ingebakerd slapen op de buik is niet veilig.
Inbakeren is een goed hulpmiddel om de onrust bij het (in)slapen weg te nemen en om langer door te slapen. Je baby wordt daarbij door twee doeken begrensd, waardoor hij/zij in lichaamsbewegingen wordt beperkt. Zo voorkom je dat je baby ongecontroleerd armen en benen beweegt en zich daarmee wakker houdt.
Dat kan bijvoorbeeld de wijkverpleegkundige zijn. Inbakeren heeft eigenlijk alleen nadelen als het verkeerd wordt gedaan, bijvoorbeeld als de beentjes te strak worden ingewikkeld of als een ingebakerde baby op zijn buik in de wieg wordt gelegd. Ook moet je erop letten dat je op tijd begint met ontbakeren.
Als je jouw baby op de juiste manier inbakert, kun je dit tot de leeftijd van vier maanden veilig doen. Daarna afbouwen en uiterlijk op de leeftijd van zes maanden stoppen met inbakeren. Inbakeren helpt jouw baby om te wennen aan slapen op zijn rug, dat is de meest veilige slaaphouding voor hem.
Kan je baby (in de box of op een speelkleed) rollen van rug naar buik → inbakeren afbouwen. Doet je ingebakerde baby in bed pogingen om te rollen → direct stoppen met inbakeren en overgaan op een slaapzak. Baby 4 à 5 maanden → stap voor stap afbouwen en vanaf 6 maanden armen vrij.
Inbakeren mag niet bij baby's met heupdysplasie of verschijnselen daarvan en bij een verhoogd risico op dysplastische heupontwikkeling; bijvoorbeeld als het in de familie voorkomt of als het kind in stuitligging heeft gelegen.
De gemiddelde leeftijd om te beginnen met inbakeren is rond de 6 weken. Als je baby onrustig slaapt kun je overwegen in te bakeren. Inbakeren is nooit de complete oplossing voor onrustig slapen en kan je alleen een helpende hand bieden. Begin niet meer met inbakeren nadat je baby vier maanden oud is.
De inbakerslaapzakjes van Puckababy® gaan tot 6 maanden. Tot welke leeftijd je het beste kunt inbakeren en wanneer je het beste met inbakeren kunt stoppen, verschilt per baby. Je kleintje zal dit vanzelf bij je aangeven. Rond 5,5 maand zullen de eerste tekenen zichtbaar zijn.
Bij het inbakeren wikkel je je baby in van schouders tot voetjes. Je beperkt zo de bewegingsvrijheid van je kindje tijdens de slaap. Je baby gaat zichzelf niet wekken door de beweging van het eigen lichaam. Inbakeren biedt je kindje tevens de geborgenheid die het kent van zijn of haar tijd in de baarmoeder.
Trek je ingebakerde baby alleen kleding aan van 100% natuurlijk en ademend materiaal. Door polyester in de kleding kan je baby gaan zweten, het vocht kan niet goed weg en daardoor wordt je baby weer koud. Een baby raakt zijn overtollige warmte vooral kwijt via zijn hoofd. Zet je ingebakerde baby daarom geen muts op.
Slaapzakken zonder armsgaten
In slaapzakjes zonder armsgaten worden de armen van de baby opgesloten. Volgens de aanbieders is het een alternatief voor strak inbakeren. Sommige aanbieders geven aan dat hun product geschikt is tot de leeftijd van 6 maanden of zelfs langer. Let op!
Een regeldag herken je aan: Je baby huilt veel en is onrustig en hangerig omdat je kindje zich niet zo lekker voelt. De ontwikkelingen vragen nou eenmaal veel energie. Je baby wil continu drinken omdat je kindje hongerig is en meer energie nodig heeft voor de groeispurt.
De gemiddelde leeftijd waarop ouders starten om hun baby in te bakeren, is zes weken. Als het inbakeren helpt bij het slapen, duurt het meestal 2 tot 3 maanden voordat je je baby goed hebt leren kennen. In die periode is een ritme 'ingebakken' geraakt en heb je als gezin een (nieuw) gezinsritme gevonden.
Risicofactoren wiegendood
Onveilig beddengoed, door bijvoorbeeld een hoofdkussen voor volwassenen te gebruiken of je baby te diep in het deken in te stoppen. Je kind te warm aankleden of onderstoppen. Meeroken tijdens de zwangerschap: daarom is het zo belangrijk dat ook je partner stopt met roken.
Er zijn twee manieren waarop je baby kan omrollen. Van rug naar buik en van buik naar rug. Vaak beginnen ze met het rollen, van de rug naar de zij. Gemiddeld rollen de meeste baby's volledig om tussen 5,5 maand en 9 maanden.
Signalen van oververmoeidheid bij baby:
Vreemd genoeg zijn oververmoeide baby's vaak overactief: ze maaien met armpjes en beentjes en ze lijken om steeds meer aandacht en prikkels te vragen: als je met ze rondloopt kijken ze geïnteresseerd rond en stopt het huilen.
De eerste maanden is het een goed idee om de wieg van je pasgeboren baby in je eigen kamer te zetten. Hierdoor kun je een oogje in het zeil houden en bovendien maakt het de nachtvoeding makkelijker. Veel moeders zetten het wiegje zo dichtbij mogelijk bij het eigen bed, zodat de baby binnen handbereik is.
Stap 1: Vouw de bovenste punt van de doek naar binnen. Stap 2: Leg je baby in het midden van de doek neer. De schouders van je kindje komen op de hoogte van de vouwrand te liggen. Stap 4: Sla de andere zijkant over zijn andere armpje heen en stop ook deze punt weer in onder zijn rug.
We spreken van wiegendood of het 'Sudden Infant Death Syndrome (SIDS)' als je kind onder de leeftijd van één jaar plots onverwacht komt te overlijden, zonder dat je kind duidelijk ziek was of er bij hem/haar een afwijking werd vastgesteld die het overlijden zou kunnen verklaren.
Ga op handen en knieën zitten, breng je onderarmen plat op de grond, steun op je ellebogen en duw je billen omhoog. Rust met je hoofd op je armen en breng je bovenlichaam zo dicht mogelijk tegen de grond. Je kunt ook op je rug gaan liggen, met een kussen onder je billen en bekken.
Baby's in stuitligging hebben een grotere kans op problemen tijdens de bevalling. Om dit te voorkomen, kan de verloskundige of gynaecoloog rond de 36e week van de zwangerschap proberen de baby te draaien naar een hoofdligging. We noemen dit een versie.
Voor het kind is het bijna nooit gevaarlijk. Bij minder dan 10% van de kinderen zijn de harttonen na het draaien een tijdje iets langzamer. Daarom controleert de arts of verloskundige ze na afloop nauwkeurig. Heel soms blijven de harttonen anders en moeten we meteen een keizersnede doen.