Je bent arbeidsongeschikt en ontvangt een ziekte-uitkering van 45 euro per dag. De adviserend arts geeft je de toelating om je activiteiten te hernemen gedurende 19 uur per week. Indien je deze activiteiten voltijds zou uitoefenen, zou je 38 uur per week werken.
Wie arbeidsongeschikt is, mag in principe niet werken. Toch kan iemand die een arbeidsongeschiktheid heeft van 66% en op invaliditeit staat van de mutualiteit, mits voorafgaandelijk akkoord van de adviserend geneesheer, de toelating krijgen om geleidelijk aan het werk te hernemen.
Je kunt deeltijds blijven werken. De toelating kan slechts gegeven worden voor maximaal twee jaar. Wil je nadien verder blijven werken, moet je een nieuwe aanvraag indienen, uiterlijk op de laatste werkdag van de lopende toelating. Je moet meteen stoppen met werken.
Ook voor deeltijdse werkhervatting (halftijds, 4/5de enz.) is dat al het geval. In die situatie krijg je een gedeeltelijke uitkering uitbetaald in aanvulling op je beroepsinkomen. Tegelijk blijft je arbeidsongeschiktheid erkend, wat je dan weer beschermt als je zou hervallen.
De primaire arbeidsongeschiktheid duurt maximaal twaalf maanden. Ze begint vanaf de datum waarop de adviserend geneesheer van je ziekenfonds je arbeidsongeschiktheid goedkeurt. Wanneer je arbeidsongeschiktheid langer dan een jaar duurt, krijg je het statuut van invalide.
Dan kan je terecht bij je gemeente, OCMW of ziekenfonds waar ze je begeleiden bij het invullen van de vragenlijst. Vergeet je identiteitskaart, bankrekeningnummer en de naam van je behandelend arts niet mee te brengen! Je kan ook nog steeds terecht bij de maatschappelijke werkers van de DG Personen met een handicap.
Zodra je 18 jaar oud bent, kan je een inkomensvervangende en een integratietegemoetkoming aanvragen. De eerste vergoedt personen die door hun handicap op de arbeidsmarkt maximum 1/3 kunnen verdienen van het loon van een gezonde persoon.
Je kan periodes van ziekte en invaliditeit gratis laten meetellen voor je pensioen (gelijkstelling). Hierdoor kan je een hoger pensioen krijgen.
U moet minstens 12 uur per week werken of minstens een derde van het aantal uren van een voltijdse baan in een gelijkaardige functie. U bent toelaatbaar als vrijwillig deeltijdse werknemer. Dat betekent dat u voldoende (halve) arbeidsdagen en gelijkgestelde dagen bewijst.
een inkomensgarantie voor ouderen (IGO); een gewaarborgd inkomen voor bejaarden; een tegemoetkoming als persoon met een handicap op basis van een blijvende arbeidsongeschiktheid van 65% (een aanvullende tegemoetkoming of een aanvullend leefloon); een tegemoetkoming voor hulp van derden.
In 2022 bedraagt de premie: Je hebt een zelfstandig statuut en je bent minstens 12 maanden ziek op 31/12/2021: 304,32 euro. Je bent werknemer of werkloos zonder gezinslast en je bent minstens 12 maanden ziek (maar minder dan 24 maanden) op 31/12/2021: 448,44 euro.
Bij de uitkeringen primaire arbeidsongeschiktheid wordt een bedrijfsvoorheffing van 11,11% afgehouden, bij de invaliditeitsuitkering wordt geen bedrijfsvoorheffing ingehouden.
Weigert u als werkgever aangepast of progressief werk en gaat u over tot ontslag? Dan kan dit in bepaalde gevallen discriminatie of een kennelijk onredelijk ontslag zijn. Ga enkel over tot ontslag of weigering wanneer u kan aantonen dat dit om gegronde redenen gerechtvaardigd en noodzakelijk is voor uw onderneming.
Het minimumbedrag is 53,78 EUR (maart 2022). Dat bedrag verlaagt echter tot 40 EUR omdat het minimumbedrag van uw uitkering uw brutodagloon van 40 EUR niet mag overschrijden. Vanaf de 1e dag van de 7e maand van uw arbeidsongeschiktheid zijn er minimumbedragen.
Indien de arbeidsongeschiktheid van 66% is vastgesteld voor de leeftijd van 65 jaar, heb je recht: op een jaarlijkse vermindering op de personenbelasting (belasting op het loon). Je betaalt dus effectief minder personenbelasting. Dit zowel voor jezelf als voor een kind dat 66% invaliditeit heeft.
U krijgt een ziekte- of invaliditeitsuitkering als u omwille van een ziekte of een ongeval niet meer kunt werken. Als u een ziekte- of invaliditeitsuitkering krijgt, maakt u eventueel ook aanspraak op de inhaalpremie voor langdurige arbeidsongeschiktheid. Dat is een jaarlijks bedrag dat u bovenop uw uitkering ontvangt.
Een werkweek van 32 uur is een echte parttime week. Je hebt een volle dag vrij en hoeft daar geen langere werkdagen voor te draaien. Steeds meer werknemers kiezen voor een 4-daagse werkweek.
En 'normale' werkweek bestaat voor de berekening (want al heel veel mensen werken minder( nog steeds uit 40 uur. Dat zijn 5 dagen van 8 uur = 100 %. 32 uur zijn dus vier volle werkdagen en derhalve 4/5 van een hele week en dus 80 %. Al worden weken vanaf 36 uur al als voltijds gezien.
Deel het aantal werkzame uren door het aantal uren dat een fulltime werkweek bevat en vermenigvuldig dit met 100. Bijvoorbeeld: een fulltime werkweek is in dit geval 40 uur en Corina werkt 34 uur. De berekening is dan: (34/40) * 100 = 85% Deze uitkomst vul je in bij percentage dienstverband.
Bent u een arbeidsongeschikte werknemer of werkloze? Dan betaalt het ziekenfonds u 1 keer per jaar mogelijk een extraatje: de inhaalpremie, die u ontvangt bovenop uw uitkering.
De invaliditeit kan tot de pensioenleeftijd doorgaan. Een loontrekkende die arbeidsongeschikt is wegens ziekte (gedurende de eerste 12 maanden) of invaliditeit (na 12 maanden) hoeft zich gelukkig geen zorgen te maken voor zijn later pensioen. Deze periodes worden volledig gelijkgesteld.
ingeklapt. Als je een IVA-uitkering ontvangt, bedraagt je invaliditeitspensioen (inclusief vakantiegeld) 5% van je laatstverdiende salaris. Hierbij geldt wel dat het invaliditeitspensioen in totaal niet hoger is dan het maximumdagloon van de WIA en dat het naar rato is van het aantal uren dat je werkt.
De naam zegt het al: blijvende invaliditeit is lichamelijk of geestelijk letsel dat niet meer geneest. Bij vaststelling van de hoogte van de letselschadevergoeding is de mate van blijvende invaliditeit erg belangrijk.
Bijverdiengrens. De bijverdiengrens voor 2022 is € 15.828,77.
Alleenstaanden: 55 procent van het brutoloon, met een minimum en een maximum die variëren naargelang het jaar waarin men arbeidsongeschikt werd. Samenwonenden: 40 procent van het brutoloon, met een minimum en een maximum die variëren naargelang het jaar waarin men arbeidsongeschikt werd.