De terts is de derde toon in de toonladder, prime (grondtoon) en de secunde. Bij een majeur toonladder is de terts twee hele tonen boven de grondtoon.
Een terts is een interval tussen twee muzieknoten, namelijk die tussen de grondtoon en de daarboven liggende derde op de diatonische toonladder.
Een terts (van Latijn: tertius, de derde) is in de muziektheorie het interval in een diatonische toonladder tussen een eerste toon en de daarboven liggende derde. Een terts omvat twee toonafstanden. Het interval tussen bijvoorbeeld de tonen c en e is dus een terts. Men zegt dat de e een terts boven de c ligt.
Een octaaf omvat zeven toonafstanden, dat kunnen hele en halve toonafstanden zijn. Het gebruikelijke reine octaaf bijvoorbeeld bestaat uit vijf hele en twee halve toonafstanden. Het interval tussen bijvoorbeeld de tonen c en c' is dus een octaaf, maar ook het interval tussen cis en cis'.
In het rijtje A B C D E F G klinkt A het laagst, en G het hoogst. In het muzikale alfabet liggen de E en de F tegen elkaar aan, en ook de B en de C. Tussen die noten zitten halve toonafstanden. Tussen alle andere noten in het muzikale alfabet liggen hele toonafstanden.
Met een halve toonafstand bedoelt men de afstand van een toon tot de eerstvolgende toon. Met een hele toonafstand bedoelt men de afstand van een toon tot 2 tonen verder (dus 1 toon overslaan). De formule van de toonladder wordt vaak aangegeven met deze hele en halve toonafstanden.
Bij een majeur toonladder is de terts twee hele tonen boven de grondtoon. Dan spreken we over een grote terts (majeur betekent groot). In een mineur (inderdaad, mineur betekent klein) toonladder ligt de terts anderhalve toon boven de grondtoon. Dan spreken we dus over een kleine terts.
Toonsoort bepalen
Als je de toonsoort van een muziekstuk omschrijft, doe je dit met de eerste toon, ofwel de grondtoon van de toonladder. Dit kan in principe iedere toon zijn. Daarnaast geef je aan of de muziek in majeur of mineur is, zodat je ook de volgorde van de toonladder weet.
Het ezelsbruggetje voor de mollen
De toonladder van F heeft 1 mol en die van Ab heeft er 4.
Terts (van c naar e of es) Kwart (van c naar f) Kwint (van c naar g) Sext (van c naar a of as)
Het interval tussen de eerste en de achtste toon in een toonladder heet een octaaf. Het woord octaaf is afkomstig van het Griekse woord okta, dat acht betekent. De twee noten waartussen een octaaf klinkt hebben dezelfde naam; een octaaf klinkt bijvoorbeeld tussen een a en de eerstvolgende a daarboven of -onder.
Een kwint (afkomstig van het Latijnse woord quintus, vijfde) is de toonafstand waarbij tussen de lage en de hoge toon vier tonen passen.
Het verschil tussen majeur en mineur verwijst naar de afstand tussen de eerste en derde toon van de toonladder. In majeur is dit verschil groot (4 halve tonen) en in mineur klein (3 halve tonen).
Vaak is de tonica een beginnoot, maar nauwkeuriger om te zeggen is dat het de belangrijkste (gewichtigste) toon is in een stuk, het hoeft niet de beginnoot te zijn. De eerste toon van een toonladder heet wel altijd de tonica.
Een kleine secunde bestaat uit een halve toonafstand. Men duidt een kleine secunde wel afgekort aan met m2. Ze is (enharmonisch gelijk aan de overmatige prime).
De Toonsoort G:
In de toonsoort van G hebben we 1 kruis, de Fis. Dat betekent dat de toon F verhoogt wordt naar een Fis. Dus staat er vooraan bij de muzieksleutel 1 kruis, dan weet je vanaf nu dat het muziekstuk in de toonsoort G staat.
Bes is nummer 2 uit het ezelsbruggetje, dus de toonladder van Bes heeft 2 mollen! Twee mollen: bes en es. Toonladder: Bes, C, D, Es, F, G, A, Bes.
C-majeur, C grote terts of C-groot (afkorting: C) is de majeur toonsoort met als grondtoon c. C-majeur is tevens de naam van het akkoord op de eerste trap van de C-toonaard.
d-mineur of d klein (afkorting: Dm) is een toonsoort met als grondtoon D.
De letterlijke betekenis van majeur is 'groot'. Is een muziekstuk in majeur, dan betekent dit dat de afstand tussen de eerste en de derde toon groter is dan bij een muziekstuk in mineur. Zoals te verwachten is de betekenis van mineur 'klein'. Tussen de eerste drie tonen zit dan minder verschil in toonhoogte.
Met behulp van de kwintencirkel kun je berekenen hoeveel kruizen of mollen een toonladder heeft. Ook kun je de kwintencirkel gebruiken om de toonsoort van een muziekstuk te bepalen, in welke toonladder een muziekstuk staat.
Maatsoort: driekwartsmaat
Elke kwart noot komt overeen met een tel. Natuurlijk zijn ook hier weer combinaties van nootduren mogelijk die samen 3 tellen opleveren, zoals bijvoorbeeld: 6 achtste noten, of bijvoorbeeld 2 kwart noten en 2 achtste noten, enzoverder.
De lengte van een geografisch nummer bedraagt in Nederland tien cijfers (hierbij is de +31 weggelaten, maar niet de eerste 0). In België zijn dit negen cijfers. De lengte van een niet-geografisch nummer kan variëren.
Een octaaf is in die stemming verdeeld in 1200 cents, met vijf hele toonafstanden van elk 200 cents en twee halve toonafstanden van elk 100 cents. In andere stemmingen kunnen de hele toonafstanden ook onderling nog enigszins verschillen, evenals de halve.