De nuldraad wordt ook wel nulleider genoemd. Het is een elektriciteitsdraad met een blauw omhulsel die zorgt voor de afvoer van stroom van elektrische apparaten. Vaak is de nuldraad elektrisch gekoppeld met de aarde en voert de nuldraad nauwelijks spanning ten opzichte van de aarde.
De nuldraad of de nulleider is de draad die meestal elektrisch gekoppeld is met de aarde, hij wordt daarom ook wel de neutrale geleider genoemd. Omdat de nuldraad elektriciteit terugleidt staat deze onder spanning, het is daarom belangrijk dat je de draad niet aanraakt, tenzij de stroom eraf is gehaald natuurlijk.
De spanning tussen de nuldraad en de aarde is op elk tijdstip nul volt (tenzij defecten, aansluitfouten,...). De spanning tussen de fasedraad en de aarde wisselt van +230 naar –230volt en terug.
Het stopcontact is in een dergelijk net verbonden met de nul en een van de drie fasedraden. Tegenwoordig is de spanning tussen fase en nul ongeveer 230 volt, maar tot in de jaren zestig van de twintigste eeuw kwam in een aantal Nederlandse steden 127 volt voor.
Bij een 3-fasenaansluiting staat er tussen de fases 400 volt. Als installateur krachtstroom heeft aangelegd, kunt u apparaten met een zeer hoog energieverbruik gebruiken. In woonhuizen is krachtstroom bijna nooit nodig. Dit komt omdat huishoudelijke apparatuur vaak ongeschikt is voor krachtstroom.
Ik meet bij een kennis tussen nul en aarde 50V en tussen fase en aarde 180V. Tussen de fase en nul normaal 220V.
De NUL-draad heeft dus gedurende een dag op basis van de mechanische spanning van de draad contact gemaakt. Door aanraking van die draad begon deze te vonken. Het ontbreken van de (gemeenschappelijke) NUL in een 3 x 25 A installatie kan er voor zorgen dat er een zogenaamde 'zwevende NUL' ontstaat.
Omdat het gaat om wisselstroom spreken we niet van + en - maar van Live en Neutraal. De bruine is dus Live en de blauwe is de neutraal draad. In oudere huizen loopt de blauwe draad vaak direct vanuit de meterkast naar de lamp - en dus niet via de schakelaar - omdat dit niet echt nodig is.
De bruine draad is de fasedraad en zorgt voor de stroomtoevoer. Hier staat altijd spanning op. De blauwe draad zorgt voor de afvoer van stroom.
Bij spanningen zoals 230 VAC van het lichtnet is er echter sprake van zowel een enorme stroomsterkte die kan worden geleverd (in de orde van honderden tot duizenden ampères) als een spanning die hoog genoeg is om een dodelijke stroomsterkte door de persoon te laten lopen.
De spanning die tussen de fasen onderling aanwezig is, bedraagt ca. 400 Volt (voorheen 380V) terwijl tussen elke fase en de "nul" een spanning van 230 Volt staat.
Gevolgen van een elektrische schok
Bij een elektrische schok trekken zijn spieren namelijk heel sterk samen en kunnen ze scheuren. Als een spier heel erg krachtig samentrekt, kunnen er zelfs botbreuken optreden. Je kind kan door een elektrische schok ook brandwonden oplopen op de zogenaamde contactplekken.
Bruin of zwart maakt niet uit. Ze mogen aan elkaar.
Bruin: Fasedraad (aanvoerdraad van de stroom) Blauw: Nuldraad (afvoerdraad van de stroom) Zwart: Schakeldraad om schakelaars mee te bedienen.
Uw lokale elektriciteitsverdeler levert 2 koperdraden met daartussen 230V wisselspanning. Het is mogelijk (niet noodzakelijk) dat één van beide geleiders bij de verdeler (transformator) aan de grond ligt. Deze geleider wordt dan nulgeleider ( neuter) genoemd.
De bruine fasedraad of zwarte schakeldraad koppel je aan het schroefje waar 'L1' boven staat. Vervolgens zijn er nog twee zwarte draden over die naar de tweede schakelaar gaan. Deze sluit je aan op de schroeven 1 en 1'.
Fasedraad wordt met de letter 'L' aangeduid dat staat voor het Engelse woord 'live'. Er worden ook wel drie fasedraden gebruikt. Dan is de aanduiding L1, L2, L3 voor de verschillende schakeldraden. De afkorting 'N' staat voor het Engelse woord 'neutral'.
Als je een krachtstroom aansluiting in je meterkast wil, moet je dit aanvragen bij je leverancier. Er wordt dan een aansluiting van kabels van 3 x 25 Ampère in je meterkast gemaakt. Ook bij deze aanpassingen voor verzwaring in de groepenkast zijn kosten gemoeid.
In een TN-C-stelsel zijn de nulgeleider en de PE-geleider gecombineerd in een enkele PEN-geleider, zie figuur 5.9. Deze systemen gebruiken maar 4 geleiders en worden vaak toegepast in industriële netten. Een onderbreking in de PEN-geleider leidt tot spanningsproblemen en tot een veiligheidsrisico.
Het elektrische potentiaal van onze planeet is 0 volt. In elektrische installaties in woonhuizen moet om veiligheidsredenen aarde aanwezig zijn. Aarde wordt vanuit een aardpen naar de meterkast geleverd.
De fasedraad is een elektriciteitsdraad met een bruin omhulsel die zorgt voor de toevoer van stroom naar elektrische apparaten. De spanning die een fasedraad voert, bedraagt 230 volt. Samen zorgen de fasedraad en de nuldraad voor het transport van stroom naar elektrische apparaten en vanaf elektrische apparaten.
De nuldraad wordt ook wel nulgeleider genoemd. Is een elektriciteitsdraad met een blauw omhulsel die zorgt voor de afvoer van stroom van elektrische apparaten. Vaak is de nuldraad elektrisch gekoppeld met de aarde en voert de nuldraad nauwelijks spanning ten opzichte van de aarde.
Stroom (Ampère) x Spanning (Volt) = Vermogen (Watt)
Eén groep van 230V kan bij een 16 A zekering 230 V x 16 A = 3680 W ofwel 3,68 kW als maximum aangesloten krijgen. Kleinverbruikers hebben dus een piekbelasting tussen 3,6 kW en maximaal 55,2 kW.