Er bestaan maar liefst 12 verschillende soorten drogredenen.
9 soorten drogredenen uitleg:
Hierbij wordt een onjuiste oorzaak-gevolgrelatie als argument gebruikt en dat is fout. Hierbij wordt een niet kloppende vergelijking als argument gebruikt, dat is ook fout.
Argumentum ad populum - Pathetische drogreden = in plaats van argumentatie voor een standpunt aan te voeren, worden de sentimenten van het publiek bespeeld. - Populistische drogreden = een groot aantal mensen dat iets vindt wordt gezien als teken dat het ook waar is (de massa als autoriteit: argumentum ad verecundiam).
Bij een vals dilemma doet een spreker of schrijver alsof er twee opties zijn waartussen iemand moet kiezen, terwijl er in feite ook een onbesproken derde of zelfs vierde optie is. Dit noemt men ook wel zwart-witdenken. Voorbeeld: “Als je niet voor Geert Wilders bent, dan ben je voor GroenLinks.”
De cirkelredenering is een discussiefout waarbij iemand een argument opvoert dat gelijk is aan het standpunt. Bijvoorbeeld: Ik vind Kees geen aardige man, want ik mag hem niet zo.” of met iets meer uitgebreider. Je hebt geen goede literaire smaak, want je leest Kluun en niet Grunberg.
Een stropopredenering (stroman/vogelverschrikker) is een type drogreden waarbij men niet het werkelijke standpunt van de tegenstander weerlegt maar een (karikaturale) variant daarvan.
Een beroep op de natuur is een drogreden of retorische tactiek waarin gesteld wordt dat een product of een gebruik juist zou zijn omdat het natuurlijk is, of onjuist omdat het niet-natuurlijk is.
Divisiedrogreden. Wat voor het geheel geldt geld ook voor de delen. Het omgekeerde dus van de compositiedrogreden.
Een drogreden, schijnreden of sofisme is een reden of redenering die niet correct is, maar wel aannemelijk lijkt. Wanneer een Bewys de gedaante van Waarheid met zich brengt en evenwel ons doet dwaalen, is 't een Drogreden.
We onderscheiden twee soorten argumenten: de feitelijke en de waarderende. Feitelijke argumenten zijn uitspraken waarvan de schrijver/spreker weet of denkt dat ze waar zijn. Ze zijn controleerbaar. Ik doe liever geen eindexamen (standpunt), want als ik slaag moet ik naar een andere school (feitelijk argument).
Een drogreden lijkt op het eerste gezicht heel aannemelijk. Toch is een drogreden een voorbeeld van foutieve argumentatie. Het standpunt wordt namelijk niet of niet geldig onderbouwd. Wanneer het je lukt om drogredenen te herkennen, zal je kritischer worden als het gaat om uitspraken die andere mensen doen.
Een vals dilemma, valse tweedeling of valse dichotomie (ook wel zwart-witdenken genoemd) is een drogreden of denkfout waarbij twee alternatieven voorgesteld worden als de enige mogelijkheden, terwijl er in werkelijkheid nog andere zijn.
Een goed argument is op feiten of concrete voorbeelden gebaseerd, en is relevant voor het standpunt dat je verkondigt. Bijvoorbeeld: 'Je moet meer bewegen, want wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat regelmatige lichaamsbeweging het risico op chronische ziektes vermindert.
Argumenten zijn redenen waarom iemand iets wel of niet vindt. Ze kunnen worden gebruikt om standpunten te verdedigen of aan te vallen. Met behulp van argumenten nemen mensen beslissingen of ze iets wel of niet willen doen, of iets wel of niet vinden.
Een 'beroep op de natuur' is een drogreden waarin gesteld wordt dat iets waar, verantwoord of goed is omdat het 'natuurlijk' is. In de argumentatieleer staat dit ook bekend als de is-to-ought-drogreden: dat iets zo is, wil nog niet zeggen dat het zo zou moeten zijn (ought).”
Het naturalisme kan gezien worden als een uitvloeisel van het realisme in de literatuur. In naturalistische romans zijn de hoofdpersonen antihelden die sterk gedetermineerd zijn door erfelijkheid en afkomst.
naturalistisch bijv. naamw. Uitspraak: [ natyra'lɪstis ] 1) volgens de overtuiging dat de werkelijkheid bestaat uit de waarneembare natuur en dat er niets bovennatuurlijks isfilosofie Voorbeeld: 'De evolutietheorie gaf een naturalistische verklaring voor de oorsprong van het leven.
Maak daarbij gebruik van de volgende literaire argumenten: structurele, realistische, vernieuwingsargumenten, morele, emotivistische, inten- tionele en stilistische argumenten.
Argumentatievormen. Er zijn vier vormen van argumentatie die je kunt gebruiken in je schema: enkelvoudige, meervoudige, nevenschikkende en onderschikkende argumentatie.
Argumentatieve signaalwoorden
Ontbreken signaalwoorden, dan biedt de want/dus-proef uitsluitsel. Bij de want/dus-proef probeer je uit of je tussen twee als argumentatie bedoelde uitspraken want of dus kunt zetten.
Een overhaaste generalisatie, ook bekend als de "wet van de kleine aantallen" (de tegenhanger van de "wet van de grote aantallen"), "secundum quid" of "overgeneralisatie", is een drogreden waarbij een standpunt wordt beargumenteerd op basis van te weinig en niet-representatieve gegevens.
Een stroman is een persoon die optreedt onder eigen naam, maar handelt als werktuig van een ander. Ook een katvanger treedt, net als een stroman, op onder eigen naam. Verschil met de stroman is dat hij wel de eigendom van een pand heeft, maar daarover niet feitelijk beschikkingsbevoegd is.
Je begint in een argumentatieschema altijd met het bovenste vakje. Hier zet je het standpunt neer. Vervolgens komen onder dit standpunt de argumenten te staan.