In 2022 zijn 51 scooterbestuurders verongelukt, blijkt uit nieuwe cijfers die het CBS vandaag publiceerde. Het aantal doden, dat in coronajaar 2020 nog daalde naar 36, steeg de afgelopen jaren fors. 2022 vormt een nieuw record sinds 2013, toen 53 scooterrijders overleden.
Het aantal verkeersdoden dat jaarlijks onder motorrijders te betreuren valt, is al enige jaren stabiel: zo rond de vijftig personen. In 2021 kwamen 52 motorrijders bij een verkeersongeval om het leven, in 2022 waren dit er minder: 46.
In 2022 kwamen in Nederland 737 mensen om het leven door een verkeersongeval. Dit is bijna 27 procent meer dan in 2021, toen er 582 verkeersdoden vielen en het hoogste aantal sinds 2008.
Tot nog toe minder verkeersdoden in 2023
Na jarenlange daling of stabilisatie, steeg het aantal doden vorig jaar onverwachts met 163 naar in totaal 745 personen. Als de trend van 2023 doorzet, zal het aantal verkeersdoden dit jaar ongeveer even hoog zijn als in de jaren 2018-2021.
Het grootste deel van de verkeersdoden in Nederland valt op gemeentelijke wegen (55% van het totaal aantal verkeersdoden, 63% van de geregistreerde doden in BRON), gevolgd door provinciale wegen (18% van het totaal en 21% in BRON) en wegen van het Rijk (11% totaal en 12% in BRON).
Oppassen geblazen
Bestuurders van een Seat, BMW of Audi veroorzaakten de afgelopen twee jaar de meeste aanrijdingen. Dat blijkt uit onderzoek van Univé. Limburgers zijn volgens de verzekeringsmaatschappij de grootste brokkenmakers.
Bijna vier op de tien van de verkeersdoden bestaat in 2022 uit fietsers (290; 39%) en drie op de tien is auto-inzittende (221; 30%). De meeste doden in het verkeer vallen onder ouderen: in 2022 waren 402 (54%) verkeersdoden 60 jaar of ouder.
Statistieken auto-ongelukken op leeftijd
Per afgelegde afstand is het risico op een fataal auto-ongeluk van jonge automobilisten ruim vijf keer zo hoog als van automobilisten tussen de 30 en 59 jaar. Bij jonge mannen is het risico zelfs tien keer zo hoog.
Op maandag en vlak voor de avondspits vallen de meeste verkeersdoden. Dat blijkt uit de geregistreerde ongevallencijfers van het ministerie van Infrastructuur en Milieu over 2014, die RTL Nieuws analyseerde. De dag met de meeste ongelukken is vrijdag, maar fatale ongevallen gebeuren vaker op maandag.
Afleiding als het gebruik van een gsm of smartphone, rijden onder invloed van alcohol of drugs, vermoeidheid en ook eten of drinken tijdens het rijden, zijn de meest voorkomende oorzaken van een ongeluk.
Het gaat dus niet om hoe 'moeilijk' de weg te rijden is wat betreft bochten of ravijnen langs de weg. In Nederland gebeuren de meeste verkeersongelukken op kruispunten en N-wegen, waar de snelheid relatief hoog ligt. Hier is het dus extra belangrijk om rustig en voorzichtig te rijden.
Ook het aantal ongevallen met minstens één gewonde is flink gestegen: in 2019 waren dit er 18.298, in 2022 maar liefst 21.455. De e-bike blijkt volgens de politie een grotere rol te spelen en dan vooral bij vijftigplussers.
De afgelopen 10 jaar kwamen er zo'n 28% motorrijders bij.Het aantal ongevallen daalde tijdens diezelfde periode met 24%. De veiligheid van motorrijders is er dus nationaal gezien op vooruitgegaan. De gemiddelde leeftijd van de motorrijders in ongevallen is met 5 jaar toegenomen.
Volgens onderzoekbureau SWOV is het 25 keer gevaarlijker dan autorijden. Jaarlijks vallen er zo'n 80 doden onder motorrijders. Ter vergelijking: er overlijden ieder jaar zo'n 250 automobilisten. Maar er rijden natuurlijk veel meer auto's rond.
De kans op een ongeluk met letsel tot gevolg is dan 2,5%! Dat is 1 op de 40 mensen die te maken krijgt met een ongeluk. Uiteraard zijn er pechvogels die vaker een ongeluk krijgen in een jaar, maar de kans op een auto ongeluk of beter een verkeersongeluk is dus 2,5%.
In Zuid-Holland vinden in totaal de meeste verkeersongelukken plaats, maar ze zijn ook vaker ernstiger van aard dan elders in het land. Bij een kwart van de gevallen is hier namelijk sprake van letselschade of zelfs een dodelijke afloop. Andere provincies met relatief veel ernstige ongelukken zijn Groningen en Drenthe.
De kans op een verkeersongeval met slachtoffers is het grootst in Oostenrijk, Duitsland, Portugal en België. Dat blijkt uit onderzoek van Independer op basis van cijfers van Eurostat.
Van alle landen scoort Noorwegen het beste. De Verenigde Staten scoren het slechtst. Nederland staat op de achtste plaats. Van de beschouwde landen presteren naast Noorwegen ook Zwitserland, Zweden, het Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Ierland en Japan beter dan Nederland.
Vrouwen maken ook wel ongelukken, maar veel minder heftige ongelukken dan mannen. Vrouwen raken voornamelijk de bumpers van andere auto's en hekken/paaltjes. Niet levensbedreigend dus. Mannen komen veel eerder in botsing met andere auto's en mensen.
Uit onderzoek van een Britse verzekeringsmaatschappij blijkt juist dat vrouwen beter rijden dan mannen. Bij het onderzoek mochten respondenten een maximum van 30 punten weggeven. Vrouwen haalden 23,6 punten en mannen 19,8 punten.
Kruispunten en splitsingen
Zelfs 83% van de ongevallen heeft hier mee te maken! Kruispunten en splitsingen vormen de grootste risico´s voor motorrijders, hier gebeuren de meeste ongelukken (36%). In 75% van de gevallen gebeuren ongelukken met verkeer van rechts, en 25% van de gevallen van links.
CBS: in 2021 verongelukten 52 motorrijders bij verkeersongeval in Nederland. In 2021 kwamen 52 motorrijders om het leven na een verkeersongeval, dat is een stijging ten opzichte van de 44 in 2020 maar exact gelijk aan 2019.
Thailand heeft de slechtste chauffeurs ter wereld, met veruit het hoogste aantal verkeersdoden, namelijk 32 per 100.000 mensen.
Fietsveiligheid per gemeente
Toch zijn er in totaal bijna vijftienduizend (14.936) fietsongelukken en dat komt neer op gemiddeld 8,5 fietsongevallen per 10.000 inwoners. Daar zit de provincie Zuid-Holland flink boven met 12,1 ongevallen. Gevolgd door Noord-Holland met 9,9 ongevallen en Overijssel met 8,8 ongevallen.
Vorig jaar stierven 6228 mensen op die manier, oftewel zeventien mensen per dag. Dat is twee keer zo veel als tien jaar geleden. In 2021 ging het om 5400 mensen. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek is de stijging vooral te zien bij mensen van 80 jaar en ouder en mensen die verzorgd worden vanwege dementie.