Een fruitboom heeft ook ruimte nodig om te kunnen groeien. Hoeveel ruimte een boom nodig heeft kun je zien aan de kroondiameter van de volwassen versie van die boom. Voor een pruimenboom is dit bijvoorbeeld 6 meter en een appelboom tussen de 10 en 12 meter.
Halfstam fruitbomen
Je hebt dus wel een wat grotere tuin nodig voor deze fruitbomen. Halfstam fruitbomen zijn heel geschikt voor in een boomgaard. Zet de boompjes minimaal 5 meter uit elkaar. Na circa 4 tot 6 jaar is het mogelijk de eerste vruchten van de boompjes te oogsten.
Net voor het planten graaf je een put waarin de wortels van het plantgoed voldoende ruimte hebben. Voor een fruitboom maak je het plantgat ongeveer 50 x 50 x 50 cm groot, voor struiken mag dat iets kleiner, ongeveer 40 x 40 x 40 cm.
Laagstam-fruitbomen (appel, peer, pruim) kunnen op ca 1,50 m geplant worden, hoogstamfruitbomen (appel, peer, pruim, kers, walnoot) op ca 7-10 m. Halfstammen op matig sterkgroeiende onderstammen op ca 4 m.
De voordelen hiervan zijn dat ze geschikt zijn voor kleinere (moes)tuinen en dat je dus meer soorten in dezelfde ruimte kunt kweken. Een laagstam fruitboom wordt ongeveer 2,5 meter tot 4 meter hoog, daarom laat je 2,5 tot 4 meter tussen elke laagstam fruitboom.
Vooral deze groep van fruitbomen moet gesnoeid worden, anders verwilderen ze snel en worden ze te groot. Alhoewel een laagstam een korte stam heeft en klein verkocht wordt zal deze snel groot worden zonder snoei. Door te snoeien kun je deze boom op een hoogte van 2-2.5 meter houden.
Vrijstaande appelboom in een kleine tuin
Wil je graag een vrijstaande appelboom, kies dan een dwergonderstam (M9, tot ca. 2,5 meter hoog). Plant je boom in de volle grond of in een grote pot of bak. Deze onderstam is ook geschikt voor step-over appels.
Afstand tussen bomen onderling. Bij het aanbrengen van een nieuwe boombeplanting moet rekening worden gehouden met de volgende onderlinge (h.o.h.) afstand: - bomen van de 1e grootte: 12,00 -15,00 m. - bomen van de 2e grootte: 8,00 -10,00 m. - bomen van de 3e grootte: 6,00 - 8,00 m.
Mini fruitbomen worden vaak tussen de 1,50 en 3 meter hoog. Je kan de groei beperken door de bomen regelmatig te snoeien. Het is daarom belangrijk om altijd te vragen naar de geschatte volwassen hoogte, en niet alleen te kijken naar de huidige grote.
Halfstam appelbomen worden maximaal 3 tot 3,5 meter hoog en 1,5 tot 2 meter breed (of lager door te snoeien). De onderste takken zitten op ongeveer 120cm boven de grond. De boom past nog wel in de meeste, niet te kleine, tuinen. De maat is nog niet te groot om nog zonder ladder gesnoeid en geplukt te kunnen worden.
- De breedte is sterk afhankelijk van het fruitsoort maar is meestal tussen de 50cm. en een meter. De takken van deze bomen kunnen bij elkaar gebonden worden en ze zijn dus in elke auto te vervoeren. De meeste bomen hebben hier 10 takken, maar ook dat is sterk afhankelijk van een fruitsoort en ras.
De beste plaats voor een appelboom is een zonnige plaats. Appelbomen verdragen ook een plaats die half in de schaduw ligt. U kunt de boom het beste tussen november en maart planten, waarbij de plantafstand afhankelijk is van de maat die u koopt. Een laagstam heeft minder ruimte nodig dan een halfstam.
Nog kleiner dan een laagstam, zijn de zogenaamde mini fruitbomen, dwerg fruitbomen, of zuilfruit boompjes. Niet alleen vertakken ze al vanaf heel laag, maar ze blijven ook erg smal. Ideaal voor als je echt weinig ruimte hebt, of voor in een pot of bak. Zuilvormige fruitbomen worden ook wel Ballerina fruitbomen genoemd.
Ouderwetse rassen zoals 'Notarisappel' en 'Goudreinette' groeien uit tot metershoge bomen die veel ruimte innemen. Ze worden als hoogstamboom (180 cm) gekweekt. Is de ruimte beperkt, kies dan een halfstam (120 cm) fruitboom. In een kleine tuin is een laagstam (40 cm) of leivorm ideaal.
Een boom die te hard groeit geeft te weinig vruchten. Naast snoeien wordt in de winter ook tijd vrijgemaakt om 'oude' bomen te vervangen door nieuwe bomen. Een appelboom gaat tussen de 12 en 15 jaar mee. Een perenboom gaat langer mee, 25 tot 30 jaar.
Een plantafstand die voor de meeste appels en peren volstaat is 8 bij 8 tot 10 bij 10 meter. Pruimen hebben genoeg aan een onderlinge afstand van 6 bij 6 meter. Vroeger werden fruitbomen meestal in een strak stramien geplant. Dat zag er niet alleen netjes uit, het vergemakkelijkte ook het onderhoud van de boomgaard.
Wat is de groeiwijze en groeisnelheid van de appel? Appelbomen groeien opwaarts. Het zal 2 tot 5 jaar duren voor de eerste appels zullen komen, hoe groot je boom dan precies is hangt van de (wel of niet gunstige) omstandigheden van de boom. Je hebt bij een appel wel invloed op hoe groot de boom wordt door te snoeien.
Ook de fruitsoort bepaalt hoe groot jouw boom wordt. Als half- of hoogstam nemen kweepeer, pruim, perzik en abrikoos de minste ruimte in. De grootte van appel- en perenbomen is rasafhankelijk en een walnotenboom neemt de meest ruimte in.
Geschikte peren- en appelrassen:
Plant meerdere rassen door elkaar, dan is er een lagere infectiedruk van schimmelziekten! Gebruik geen sterkgroeiende hoogstammen of halfstammen voor een nauwe beplanting! Enkel zwakke of matig zwakke onderstammen zijn geschikt.
In het Burgerlijk Wetboek staat dat bomen op een afstand van 2 meter van de perceelgrens mogen worden geplant. Dit is gemeten vanaf de kern van de stam. Voor heggen en heesters geldt een afstand van 50 centimeter tot de perceelgrens.
Als vuistregel geldt bij aanplant: 1 boom per 4 vierkante meter, ofwel 2.500 bomen per hectare.
Volgens de wet moet een boom minimaal 2 meter van de erfgrens staan. Een heg of struik moet minimaal 0,5 meter van de erfgrens staan. Soms geldt een uitzondering en mogen bomen en planten toch dichterbij staan. Ga bij problemen eerst in gesprek met uw buren.
De Elstar appelboom geeft zeer makkelijk vrucht. Gala is een bekende appel in Nederland. Deze kleine, oranjegekleurde appel is vrij zoet van smaak en geeft vrij makkelijk vrucht. Toch is dit ras niet zelfbestuivend, en heeft dus een andere appelboom in de buurt nodig.
Appelbomen (Malus pumila) zijn een lid van de Rosaceae-familie. Het is een bladverliezende boom (hij verliest zijn bladeren per seizoen) die een gemiddelde hoogte van 5 meter bereikt. Standaard appelbomen kunnen een hoogte bereiken van 7,5 – 10 m of zelfs meer. Semi-dwerg- en dwergbomen bereiken een hoogte van 2-6 m.
De Malus Elstar wordt over het algemeen gezien als de lekkerste appel. Bekijk per soort wanneer de boom voor het eerst vrucht geeft. De appelboom is verkrijgbaar in 3 categorieën: Laagstam-, halfstam- en hoogstam fruitbomen.