Regelmatige Hexaëder (zesvlak) (8 hoeken, 12 ribben, 6 vierkanten als zijden) Regelmatige Octaëder (achtvlak) (6 hoeken, 12 ribben, 8 gelijkzijdige driehoeken als zijden)
Een piramide met 16 ribben heeft een achthoek als grondvlak. Zo'n piramide heeft dan 9 hoekpunten (8 hoekpunten voor het grondvlak en een top).
Een piramide met een vijfhoek als grondvlak heeft 10 ribben en 6 grensvlakken. Een piramide met een zeshoek als grondvlak heeft 12 ribben en 7 grensvlakken. Een piramide met een zevenhoek als grondvlak heeft 14 ribben en 8 grensvlakken.
In de wiskunde is een achthoek (Gr. octagon) een veelhoek met acht zijden en acht hoeken.
Het aantal ribben van de prisma wordt dus bepaald door het aantal hoekpunten op het grondvlak. Je kunt dit berekenen met de formule 3n, waarbij n staat voor het aantal hoekpunten op het grondvlak. Bijvoorbeeld een prisma met een driehoek als grondvlak (zoals in de afbeelding) heeft 3 x 3 = 9 ribben.
Als een prisma 9 zijvlakken heeft, een grondvlak en een bovenvlak dan is het grondvlak een negenhoek. Net als het bovenvlak. Samen hebben grond- en bovenvlak al 18 ribben, dus die 14 ribben kan niet kloppen! Een prisma met een negenhoek als grondvlak heeft uiteindelijk 11 zijvlakken, 18 hoekpunten en 27 ribben.
Tellen: 12 hoekpunten, 18 ribben n 8 zijvlakken. Daarnaast zijn er 9+12+9=20 zijvlaksdiagonalen. Het prisma heeft 21·12·3=18 lichaamsdiagonalen.
Een kegel heeft 1 cirkel aan de onderkant en 1 punt aan de bovenkant.Een prisma heeft 2 vlakken die precies hetzelfde zijn.Een piramide heeft zijkanten met driehoeken.
Een regelmatig twaalfvlak, of dodecaëder, is een ruimtelijke figuur met 12 vijfhoekige vlakken, 20 hoekpunten en 30 ribben. Het is een van de vijf regelmatige veelvlakken in drie dimensies, ook platonische lichamen genoemd.
De achtste, negende en tiende ribbenparen zijn aan de voorzijde verbonden met de bovengelegen rib, deze staan bekend als de valse ribben, costae spuriae VIII-X. De onderste twee paar, nummers elf en twaalf, zitten aan de voorzijde niet vast en heten daarom de zwevende ribben, costae fluctuantes XI-XII.
Een kubus heeft: 6 gelijke vierkanten als zijvlakken, 12 ribben en 8 hoekpunten. De zijvlakken zijn een grondvlak, een bovenvlak en 4 opstaande zijvlakken. Alle vlakken zijn gelijke vierkanten.
Het aantal ribben van een prisma zijn het aantal zijden van het grondvlak, hetzelfde aantal zijden van het bovenvlak, plus hetzelfde aantal voor de opstaande ribben, dus 3 + 3 + 3 = 9 ribben.
Bij de hoekpunten doe je 5 x 2 dus heeft hij 10 hoekpunten. En bij ribben doe je 5x3 en dan heb je dus 15 ribben!
Deel die cirkel in vieren door haaks op elkaar tweemaal een middellijn te trekken. Vervolgens moet u die kwarten (hoeken) nog eens doormidden delen en de snijpunten op de cirkelrand met elkaar verbinden. Dan ontstaat de achthoek vanzelf.
Ieder vierkant is een ruit, maar wordt meestal niet zo genoemd. Een vierkant dat op een punt staat, zoals het hiernaast afgebeelde bord, wordt wel vaak ruit genoemd. Iedere ruit is een parallellogram, maar wordt meestal niet zo genoemd. Een ruit die op een zijde ligt, wordt wel vaak parallellogram genoemd.
Een zevenhoek of heptagon of heptagoon is een veelhoek met zeven hoeken en evenzoveel zijden. "Hepta - έπτα" is Grieks voor zeven, "gonia - γωνία" is Grieks voor hoek. Een regelmatige zevenhoek heeft zeven gelijke zijden en zeven gelijke hoeken.