Van alle moeders (15 tot 65 jaar) is ruim 70 procent aan het werk. Begin deze eeuw was dat nog 55 procent. Vooral onder hooggeleide moeders is sprake van een hoge arbeidsparticipatie; 84 procent heeft een baan van 12 uur of meer per werk. Van de laagopgeleide moeders geldt dat voor ongeveer de helft.
De nettoarbeidsparticipatie nam in de periode 2013-2021 toe bij vrouwen in alle leeftijdsgroepen, maar het sterkst onder 55- tot 65-jarige vrouwen: van 49,3 procent in 2013 tot 63,5 procent in 2021 (+14,2 procentpunt). Bij mannen in die leeftijdsgroep was er eveneens sprake van een forse stijging (+11,7 procentpunt).
Bij 3 procent van de paren met minderjarige kinderen hebben beide ouders geen betaald werk (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2019).
De meeste moeders werken 32 uur. Dit kunnen ze verdelen over meerdere dagen. Vaak kiezen moeders er voor om vier dagen te werken.
Slechts 15,1 procent van de Nederlandse moeders werkt voltijds, van de vaders is dat 79,8 procent. De zorg voor het gezin en huishouden is voor 23 procent van de vrouwen de reden om niet meer uren te werken.
Ruim 40 procent van alle vrouwen gaat minder werken of stopt na de geboorte van het eerste kind. Vaders werken gemiddeld 40 uur per week, voor en na de geboorte. Steeds minder vrouwen stoppen met werken als een eerste kind zich aandient.
Kinderen van 15 mogen maximaal 5 dagen per week werken. Je mag per dag of week maar een maximum aantal uren werken. Daarbij maakt het verschil of je leerplichtig bent of (gedeeltelijk) bent vrijgesteld van leerplicht.
Vrouwen iets vaker hoofdkostwinner
Het aandeel paren waarin de vrouw meer inkomen uit werk heeft dan de man is iets toegenomen. Zo steeg bij paren met minderjarige kinderen het aandeel van bijna 9% in 2009 naar bijna 12% in 2019.
De gemiddelde werkweek is al tien jaar vrijwel onveranderd 31 uur. 4,6 miljoen mensen werkten voltijds, hier afgebakend als 35 uur of meer per week. Van de voltijders werken werknemers meestal tussen de 35 en 40 uur per week. Zelfstandigen werken vaker meer dan 40 uur per week.
Wat verdient een Moeder? Het salaris van een Moeder laat zich niet uitdrukken in een bruto maandsalaris: de waarde van het moederschap betaalt zichzelf terug in voldoening en liefde voor en van haar kinderen. Het is een allround-job waar lief en leed mee gepaard gaat.
Van de Nederlandse vrouwen werkt 73% parttime, van de mannen 23%.
Gemiddelde werkweek van vrouwen toegenomen
Bedroeg de gemiddelde arbeidsduur van vrouwen in 2009 nog bijna 27 uur per week, in 2019 was dat opgelopen tot 28,5 uur.
In Oostenrijk en Duitsland, waar de arbeidsdeelname van vrouwen ook relatief hoog is, werkt net iets minder dan de helft in deeltijd. Onder Bulgaarse vrouwen (en mannen) komt een deeltijdbaan het minst voor.
eerder. Ook thuis werkt dat door: iets meer dan de helft (53 procent) van de vrouwen is financieel onafhankelijk, tegenover 76 procent van de mannen. "Doordat vrouwen minder verdienen, bouwen ze minder pensioen op, terwijl ze juist langer leven.
In 2021 was het gemiddelde jaarloon (inclusief bijzondere beloningen) van vrouwen 36 procent lager dan dat van mannen. Twee derde van dit loonverschil wordt verklaard doordat vrouwen minder uren werken. Mannen werken in een werknemersbaan gemiddeld 33 uur per week, vrouwen 25 uur.
Met een 32-urige werkweek, meestal verdeeld over 4 dagen werken, houdt een werknemer namelijk nog een extra vrije dag per week over, waardoor er net wat extra tijd én energie overblijft. Dit laatste is ook direct een ander groot voordeel van 32 uur werken; doordat er meer energie overblijft, wordt er beter gepresteerd.
In theorie geldt: hoe minder je werkt, hoe minder geld je verdient. Loon is als het ware een uitwisseling van uren voor geld. Hoe meer uren je werkt, hoe meer salaris jij krijgt. Wil je een dag minder werken, lever je al snel 20% van jouw voltijd salaris in.
Een werkweek van 32 uur is een echte parttime week. Je hebt een volle dag vrij en hoeft daar geen langere werkdagen voor te draaien. Steeds meer werknemers kiezen voor een 4-daagse werkweek.
In 2021 zijn er 593.871 eenoudergezinnen (circa 23 procent van de gezinnen), waarbij het in de meeste gevallen gaat om een alleenstaande moeder met een of meer kinderen. Ten opzichte van 2020 is de verhouding eenoudergezin-tweeoudergezin percentueel hetzelfde gebleven.
Er zijn wel voorwaarden voor zo'n verzoek, volgens de Wet flexibel werken: Je moet langer dan 26 weken in dienst zijn bij je werkgever. Na afwijzing of goedkeuring van je verzoek moet je 1 jaar wachten, voordat je een nieuw verzoek kunt doen. Je bedrijf moet meer dan 10 werknemers in dienst hebben.
Als je 16 of 17 bent, mag je gemiddeld 40 uur per week werken. De tijd die je op school bent telt ook mee als arbeidstijd. Je mag niet 's nachts werken, oproepdiensten doen of overwerken.
Wie na de geboorte van een kind minder wil werken, kan het aantal arbeidsuren in het arbeidscontract aanpassen, óf ouderschapsverlof aanvragen.
U hebt recht op 15 weken moederschapsverlof. Bij de geboorte van een meerling bedraagt het moederschapsverlof in principe 17 weken, maar het kan worden verlengd tot 19 weken. Een aantal dagen moeten voor de bevalling worden opgenomen: dit is het prenataal verlof.
Na 12 maanden voel je je waarschijnlijk weer zoals voor je zwangerschap. Je energielevel is hoger, je kan lichamelijk alles weer en de meeste kwaaltjes zijn helemaal verdwenen.