De landbouwsector is goed voor 70 procent van de kinderen die kinderarbeid verrichten (112 miljoen), gevolgd door 20 procent in de dienstensector (31,4 miljoen) en 10 procent in de industrie (16,5 miljoen).
In 2020 waren 160 miljoen kinderen in de leeftijd tot en met 17 jaar aan het werk. Nog pijnlijker is dat het aantal zeer jonge kindarbeiders – tussen de 5 en 11 jaar – enorm is toegenomen en nu de helft van het aantal kindarbeiders omvat: dat zijn in totaal 80 miljoen jonge kinderen.
Bestaat kinderarbeid nog steeds? Hoewel de wetten uit 1874 en 1901 kinderarbeid grotendeels verbieden, is er nog steeds sprake van kinderarbeid in Nederland, hoewel dit niet op grote schaal gebeurt. Tot twaalf jaar mogen kinderen helemaal niet werken, vanaf twaalf jaar enkel voor een bepaald aantal uren.
In Azië, en met name India, komt kinderarbeid het meeste voor. In veel landen in Afrika werkt bijna een derde van de kinderen (Unicef, 2019). De meeste kindarbeiders, 112 miljoen, werken in de landbouw. Bijna 48 miljoen kinderen werken in de dienstverlening of industrie.
Ondanks dat het bij wet verboden is in de meeste landen, blijft het op grote schaal voorkomen. Sterker nog, het aantal kinderen in kinderarbeid steeg in 4 jaar met 8,4 miljoen kinderen. Naar schatting werken er in totaal zo'n 250 miljoen kinderen in de kledingindustrie.
Ultra-fast fashion: modeplatform Shein meldt 2 gevallen van kinderen jonger dan 16 die werkten bij toeleverancier. Er is sprake geweest van kinderarbeid bij toeleveranciers van het ultra-fast fashionplatform Shein. Shein krijgt al langer kritiek van mensenrechtenorganisaties vanwege de werkomstandigheden in fabrieken.
De meeste kinderen werken op het land (58.6%). Andere kinderen werken heel de dag in het huishouden (6.9%). Of ze werken op straat: ze verkopen bijvoorbeeld sigaretten, poetsen schoenen of bewaken geparkeerde auto's (25.4%). Veel kinderen werken ook in fabrieken of op werkplaatsen (7.2%).
Veel internationale kledingmerken, waaronder H&M, C&A, Esprit, Marks & Spencer, GAP, VF Corporation en Kmart Australia, dragen bij aan deze situatie. Dit zijn belangrijke bevindingen van het rapport Branded Childhood dat vandaag wordt gepubliceerd door de Stop Kinderarbeid coalitie en SOMO.
Er zijn diverse oorzaken voor kinderarbeid, zoals armoede, gebrek aan kennis, het ontbreken van goed onderwijs en een slechte naleving van wetten die kinderen beschermen.
Veel te weinig om met het hele gezin van te leven. Daarom lieten ze hun vrouw en hun kinderen ook werken, ze moesten wel. De kinderen werkten soms al vanaf hun vijfde of zesde jaar. De hele dag, soms wel 12 uur lang.
We realiseren ons niet dagelijks dat 168 miljoen kinderen – van wie 100 miljoen jongens en 68 miljoen meisjes – vandaag de dag werken als kindarbeider. 85 miljoen van deze kinderen werken onder omstandigheden die schadelijk zijn voor hun gezondheid en ontwikkeling (UNICEF, 2017a).
Kinderen zijn goedkope arbeidskrachten en daarom willen fabriekseigenaren hen graag als personeel. Naarmate het aantal fabrieken toeneemt, groeit ook het verzet tegen kinderarbeid. In 1874 verbiedt het Kinderwetje van Van Houten arbeid van kinderen tot twaalf jaar.
Op initiatief van de liberale politicus Samuel van Houten wordt de eerste wet in Nederland aangenomen die een einde moet maken aan kinderarbeid. De wet heet Wet houdende maatregelen tot het tegengaan van overmatigen arbeid en verwaarlozing van kinderen, maar wordt beter bekend als het Kinderwetje van Van Houten.
Hoe groot de kans op kinderarbeid is, verschilt per land en per schakel in de productieketen. Zo zijn India, China, Oezbekistan, Bangladesh, Egypte, Thailand en Pakistan berucht.
Kinderen werken in Nederland vaak als vakkenvuller, bollenpeller of babysitter, maar sommigen doen ook zwaar werk in fabrieken en bij boerderijen. Kinderen verdienen in Nederland veel minder dan het standaard minimumloon; al voor 2,57 euro per uur kan een kind legaal in dienst worden genomen.
Armoede is de belangrijkste oorzaak van kinderarbeid. Als gezinnen niet kunnen rondkomen is de stap naar het inzetten van kinderen voor meer inkomen een stuk kleiner. De cijfers lijken positief. Wereldwijd gaat 90% van de kinderen in de basisschoolleeftijd naar school.
Op 18 november 2024 gaat een wijziging van de Nadere Regeling Kinderarbeid in. Hiermee veranderen de regels voor jongeren die werken. Deze nieuwe regels geven meer vrijheid om te werken. En er mag tot 16 jaar niet worden gewerkt in een horecaruimte zodra daar alcoholhoudende dranken (kunnen) worden geschonken.
Om kinderarbeid helemaal te stoppen zouden overheden, lokale gemeenschappen, organisaties en werkgevers moeten samenwerken en wetten moeten aangepast worden. De kinderen moeten uit de fabrieken worden gehaald en naar school gestuurd worden. Ook hun ouders moeten geholpen worden.
Hoe gaat HEMA kinderarbeid tegen? HEMA is gecommitteerd om kinderarbeid tegen te gaan. HEMA verplicht alle leveranciers om te handelen in overeenstemming met onze gedragscode, die kinderarbeid verbiedt.
Onze voorwaarden zijn duidelijk: geen kinderarbeid, veilige werkplekken, normale werkweken en eerlijke lonen. We bezoeken onze leveranciers regelmatig.
Wie weer een nieuwe broek of een nieuwe schoenen bij de Spaanse kledingketen Zara wil kopen, kan zich beter even achter de oren krabben. Het bedrijf is namelijk – wederom – in opspraak gekomen vanwege slavernij en kinderarbeid.
Vakkenvuller populairste bijbaan
Scholieren werken vooral in winkels en de horeca. Zowel jongens (38 procent) als meisjes (22 procent) hebben het vaakst een bijbaan als vakkenvuller. Bij meisjes zijn kassamedewerker en verkoper daarna het populairst en bij jongens krantenbezorger en keukenhulp.
Meeste moeders werken 20 tot 35 uur per week
De meeste moeders met kinderen jonger dan 18 jaar werken 20 tot 35 uur per week. Met het jongste kind op de middelbare school werken iets meer moeders 35 uur per week of meer (voltijds) dan met het jongste kind jonger dan 13 jaar.