Je kunt al weken van tevoren 2-3 cm ontsluiting hebben zonder dat je echt weeën hebt, vaak heb je wel last gehad van voorweeën.
2 cm ontsluiting
Bij 2 centimeter is je baarmoedermond zo groot als een druif. De weeën komen ongeveer om de 5-10 minuten en duren zo'n 45 seconden. De eerste centimeters van je ontsluiting kunnen ongemerkt ontstaan. Vaak heb je dan wel al wat oefenweeën gehad.
Ontsluiting. Voordat de baby geboren kan worden, is er 10 centimeter ontsluiting nodig. De baarmoedermond zal door de weeën open gaan tot 10 centimeter. Dit wordt ook wel 'volledige ontsluiting' genoemd.
De bevalling begint niet altijd met weeën. Ook komen niet altijd de weeën meteen op gang na het breken van de vliezen. Wel is de kans groot dat je weeën krijgt de komende dagen. Er wordt nu dan ook afgewacht of de bevalling zich vanzelf aandient.
De bevalling van een te vroeg geboren kind hoeft niet anders te gaan dan een voldragen pasgeborene. Wel is het lastiger te voorspellen hoe het proces van ontsluiting zal gaan. Soms gaat de ontsluiting ongemerkt totdat u ineens persdrang heeft en het kind snel wordt geboren.
Het lijkt op een erge menstruatiekramp die je in je rug voelt. Sommige vrouwen vinden rugweeën pijnlijker dan buikweeën, maar andere vrouwen kunnen ze juist beter verdragen. Met rugweeën krijg je nog steeds ontsluiting; het is dus toch ergens goed voor!
Een van de eerste tekenen dat de bevalling begint, zijn regelmatige weeën of krampen. Deze weeën kunnen aanvoelen als hevige menstruatiepijn en worden steeds regelmatiger en intenser. De frequentie van de weeën kan variëren, maar meestal komen ze om de vier tot vijf minuten.
Als de weeën niet op gang komen, zal de verloskundige of gynaecoloog je aanraden om de bevalling in te leiden. Op de verloskamer in het ziekenhuis krijg je een infuus met het natuurlijke hormoon oxytocine. Dit wekt de weeën op zodat je gaat bevallen. Hierover kun je meer lezen bij inleiden van de bevalling.
De geboorte van het kind vindt over het algemeen binnen 24 uur na het breken van de vliezen plaats. Het opwekken van de bevalling is niet pijnlijker dan een normale bevalling, wel kan het soms langer duren en is het mogelijk spannender omdat het gepland is.
Ja, het is mogelijk om rugweeën te hebben en geen weeën te voelen . Weeën kunnen variëren van kleine steken tot pijnlijke spasmen. Het is mogelijk dat rugweeën weeën verzwakken, vooral de kleine.
De sleutel om je arbeid te versnellen, is ontspannen.
Je moet je vooral op je gemak voelen. Zorg ervoor dat je in een rustige omgeving bent en je in een comfortabele positie kan zitten, zodat je je in je bubbel kan terugtrekken. Yogaoefeningen, sofrologie of zelfhypnose helpen om gemakkelijker te ontspannen.
Als de baarmoedermond al aan het verweken en verstrijken is en er is 1 cm ontsluiting, dan kan de verloskundige met een vinger de baarmoedermond ingaan en de vliezen losmaken van de wand van de baarmoeder. De vliezen worden alleen losgemaakt van de wand, ze worden dus NIET kapot gemaakt!
Hoe gaat vliezen losmaken (strippen)?
Dit heet ontsluiting. Als je baarmoedermond 1 of 2 centimeter open is, kunnen je vliezen worden losgemaakt. Dit heet strippen. Je verloskundige of gynaecoloog maakt met de vingers via je vagina je vliezen los van de binnenkant van je baarmoeder.
Vaak breken je vliezen pas door de kracht van je weeën. Soms zelfs nog tijdens het persen. Er zijn zorgverleners die standaard de vliezen breken bij zo'n 3-4 centimeter ontsluiting.
Strippen is het loswoelen van de vliezen tijdens een inwendig onderzoek. Bij het inwendig onderzoek voelen we of de baarmoedermond al week en/of verstreken is en of er al sprake is van een beetje ontsluiting. Als er 1 cm of meer ontsluiting is, kunnen we bij de vliezen komen en kunnen we strippen.
De weeën zijn niet sterk genoeg, of komen niet vaak genoeg; het voorliggende deel (hoofdje of stuit) drukken niet goed om de ontsluitingsring (bijvoorbeeld bij niet ingedaald hoofd)wanverhouding tussen het hoofdje en het bekken. M.a.w. het hoofdje kan niet goed indalen en drukt niet op de baarmoedermond.
Maar inleiden heeft ook een aantal nadelen. Zo wijst onderzoek naar een relatie tussen inleiden en overmatig bloedverlies bij de bevalling, een negatieve baringservaring van de moeder, een minder goede hersenontwikkeling van het kind en meer infecties bij het kind op latere leeftijd.
Normaal gesproken mag u eten en drinken zoals gewoonlijk voordat u naar het ziekenhuis gaat om de bevalling op te wekken. Uw arts kan u instructies geven over het beperken van eten en sommige dranken als u een hoog risico loopt op een keizersnede. Bereid u voor op uw inleiding zoals u zich zou voorbereiden op een natuurlijke bevalling: door uw ziekenhuistas in te pakken .
Uit onderzoek is gebleken dat strippen vanaf 41 weken bewezen zinvol is om de bevalling op gang te brengen. Bij ongeveer een derde van de zwangeren die gestript zijn, komt de bevalling op gang. Een derde krijgt veel voorweeën en/of harde buiken, zonder dat de bevalling doorzet.
Het kind kan voor of tijdens de bevalling in het vruchtwater poepen. Hoe verder uw zwangerschap, hoe groter de kans dat uw kind in het vruchtwater poept. Bij 42 weken (2 weken voorbij de uitgerekende datum) heeft 25% van de kinderen in het vruchtwater gepoept.
Wat kunt u verwachten als de ballon is ingebracht? In bepaalde situaties is het mogelijk dat u na het plaatsen van een ballonkatheter naar huis gaat. Het is meestal wachten totdat u de ballon verliest. Wanneer dit gebeurt, betekent dit meestal dat er 2-3 cm ontsluiting is.
Toucheren is een inwendig onderzoek waarmee onder andere wordt bepaald hoeveel ontsluiting je hebt. Ontsluiting ontstaat tijdens je bevalling onder invloed van weeën. Het betekent dat je baarmoedermond weker wordt en oprekt. Ook wordt je baarmoederhals langzaam korter.
Andere symptomen van het begin van je bevalling
Bovenstaande eerste tekenen komen bij veel vrouwen voor. Toch zijn er ook andere, minder vaak voorkomende klachten, mogelijk. Symptomen zoals zuurbranden, misselijkheid en/of overgeven of je grieperig voelen kunnen bijvoorbeeld ook voortekenen van je bevalling zijn.
Vaker moeten plassen en veranderingen in de stoelgang
Zoals eerder vernoemd kan het indalen van de baby ervoor zorgen dat je vaker naar het toilet moet en dat er veranderingen in de stoelgang plaats kunnen vinden. Sommige vrouwen ervaren diarree of dunnere ontlasting in de dagen voor de bevalling.
De samentrekkingen, ofwel contracties, kunnen in de laatste dagen voor de bevalling sterker worden en overgaan in voorweeën of oefenweeën die de baarmoedermond helpen voorbereiden. Dit kan een zwaar gevoel geven in je (onder)buik en onderrug, en sommige vrouwen ervaren dit als pijnlijk.