cello: C-, G-, D en F majeur over twee octaven; c-, g- en d mineur over twee octaven.
De violoncello, of kortweg cello, is in de familie van de snaarinstrumenten de grote broer van de viool, maar nog heel wat kleiner dan de contrabas. Ze bestaat uit een houten lichaam met hals en kop, met daarop vier snaren gespannen.
Toelichting Cello:
De cello is eigenlijk een viool in een staande positie. Het instrument is ongeveer 120 cm lang en heeft vier snaren. Doordat de cello 120 cm is, is het te groot om vast te houden en wordt het daarom op de grond tussen de knieën geplaatst. De cello wordt bespeelt met een strijkstok.
Professionele cello's kosten duizenden euro's. Natuurlijk wil je zo'n bedrag niet uitgeven als beginner maar reken er op dat een goede beginners-cello begint bij 500 euro. Als je een iets serieuzer cello wilt reken dan wel op een bedrag vanaf zo'n 2000 euro.
Viool en altviool worden met een strijkstok van ongeveer 75 centimeter lang bespeeld , terwijl de strijkstok van de cello ongeveer 70 centimeter lang is en die van de contrabas slechts 68,5 centimeter meet.
De “Paganni” cello van Stradivarius - € 5.000.000
Deze cello was eigendom van Nicolò Paganni; de wereldberoemde Italiaanse componist en violist uit de 18e eeuw. De laatste eigenaar van de cello was Bernhard Greenhouse, een Amerikaanse cellist.
cello: Van cello wordt gezegd dat de hand- en speelpositie meer natuurlijk is dan bij viool. De viool is moeilijker vast te houden: je moet deze met je kaak in balans houden, wat zeker voor de beginner echt een uitdaging is. Ook de handpositie is lastiger.
Val jezelf niet af als je het in het begin moeilijk hebt om een mooi geluid te produceren. Cello leren spelen is moeilijk en het kan een uitdaging zijn om continu een mooi geluid te maken tijdens de eerste paar maanden van je leerproces.
De cello is een strijkinstrument, net als de viool. Je bespeelt zo'n instrument zittend op een stoel met behulp van een cellopin. Door met de strijkstok over de snaren te gaan maken we toon. Als je speelt ben je cellist, maar ook strijker.
Als je in een woning van Cello woont en zorg of ondersteuning krijgt, kost dat geld. De overheid betaalt een deel daarvan aan Cello, maar je betaalt zelf ook mee.
viool: G-, C-, en A majeur over twee octaven.F majeur over één octaaf, Bes majeur over twee octaven; a-, d-, en g mineur over één octaaf (harmonisch en melodisch). De bij deze toonladders behorende drieklanken in grondligging. altviool: C-, F-, en D majeur over twee octaven.
Toch wordt viool leren spelen door de meeste mensen erg lastig bevonden. De reden hiervan is omdat het een instrument is zonder fretten. Het is dus heel erg gemakkelijk om een verkeerde noot (vals) te spelen en het is erg lastig om exact op de juiste plekken op de toets te spelen.
Pinhouder voor cello, walnoot met grote gaten voor stoelpoot, verstelbaar met sterke nylon riem. Antisliplaag aan de onderkant.
Sommigen verwarren de contrabas met de iets kleinere cello; het meest opvallende verschil tussen deze twee instrumenten zijn de stemschroeven: ebbenhouten pennen bij de cello, grote metalen mechanieken bij de contrabas.
Alle strijkinstrumenten hebben vier snaren, die met een strijkstok (die ook wel eens de "boog" genoemd wordt) bespeeld worden. De familie van de strijkers bestaat uit vier instrumenten, van klein naar groot: VIOOL, ALTVIOOL, CELLO en CONTRABAS. De familie van de strijkers vormen de basis van het symfonisch orkest.
Dit stemapparaat cello kun je op je staartstuk of kam-voetje van je cello klemmen. Zodra je het op je staartstuk of kam-voetje klemt gaat het van zelf aan. Haal je hem er af dan gaat hij ook weer van zelf uit. Als je gaat strijken wordt door de kleur aangegeven of je toon goed, te hoog of te laag is.
Salaris van de beroepsfamilie
het beroep Cellist valt onder de beroepsfamilie Musici. Het salaris Musici ligt gemiddeld op € 3050 bruto per maand.
De cello is een instrument uit de vioolfamilie, die aan het eind van de middeleeuwen ontwikkeld werd uit de nog oudere Viola da Braccio. Eigenlijk is de naam voluit 'Violoncello', wat een gekke tegenstrijdigheid oplevert, omdat het letterlijk 'kleine grote viola' betekent.
De makkelijkst te spelen muziekinstrumenten zijn: Ukulele. Mondharmonica. Piano.
Daarom wordt de viool vaak het moeilijkste instrument genoemd. Ga maar na: de vingerbewegingen (buiten je eigen gezichtsveld), de positie van de viool op de schouder en het gebruik van de strijkstok om geluid te krijgen uit de snaren. Een instrument dat ook de titel 'moeilijkste' zou kunnen krijgen is de hoorn.
Het is mogelijk om te beginnen met het leren spelen van cello van tussen de leeftijd van 3 en 5 jaar. Bijgevolg zijn er verschillende maten van het instrument, variërend van 1/16 tot 4/4.
Voor volwassenen is een 4/4 cello vaak de juiste maat, voor wat kleinere mensen een 7/8 of een 3/4 en kinderen van 1/2 tot 1/16 en eventueel ook 7/8 of 3/4.
Vaak wordt gedacht dat viool leren spelen op latere leeftijd onmogelijk is, maar het tegendeel is waar. Voor volwassenen is het zelfs mogelijk om te leren spelen, zonder enige kennis van noten of een ander instrument!
Bij voorkeur betekent langere tijd een jaar, maar drie maanden is wel het minimum. Als je korter dan dat bezig bent heb je een beeld van het begin (houding etc), maar niet een beeld wat vioolspelen inhoudt en hoe 'het' nu echt is. Je hebt de viool dan geen eerlijke kans gegeven.
Een viool heeft vier snaren, die gestemd zijn op de noten G, D, A en E. De strijkstok is een lange stok van tropisch hardhout gemaakt, met echte paardestaart-haren waarmee je over de snaren heen wrijft.