Noodverlichting of anti-paniekverlichting. Dit omvat het deel van de nood-evacuatieverlichting dat voorzien is om paniek te voorkomen in ruimtes waar mensen samenkomen, zoals vluchtwegen, kantines en vergaderzalen. De minimale hoeveelheid licht moet 1 lumen op het vloeroppervlak zijn.
Voor het geval dat verlichting uitvalt moeten nooduitgangen en vluchtwegen uitgerust zijn met noodverlichting - van minimaal 1 lux, gedurende 60 minuten - op vloerhoogte. Noodverlichting moet binnen 5 seconden na uitvallen van de elektriciteit in werking treden en minstens één uur daarna blijven branden.
Het is verplicht om noodverlichting te hebben in de ruimte zelf en in de gang of vluchtroute die naar de dichtstbijzijnde (nood)deur leidt. Hier wordt ook nog gesproken over een besloten gedeelte, dit wil zeggen dat het gaat over ruimtes zonder licht van buiten af.
Normen volgens de NEN
De belangrijkste artikelen binnen de NEN voor noodverlichting zijn NEN-EN 1838 en NEN 1010. In de NEN gaat het niet om wetgeving, maar om normen. Normen leggen specifieke afspraken vast over producten, diensten of processen.
De noodverlichting moet geplaatst worden bij evacuatiewegen, vluchtterrassen, overlopen, liftkooien, zalen of lokalen die toegankelijk zijn voor het publiek, de lokalen waarin de autonome stroombronnen of de pompen voor de blusinstallaties opgesteld zijn, de stookafdelingen, de centrale controle– en bedieningspost en ...
Noodverlichting wordt onderverdeeld in noodevacuatieverlichting en vervangingsverlichting. Noodevacuatieverlichting helpt mensen bij een calamiteit en de daaropvolgende stroomuitval om de locatie direct te veilig te verlaten, of voordat ze weg kunnen eerst nog een (gevaarlijk) proces moeten afsluiten.
Noodverlichting is een vorm van verlichting die automatisch wordt ingeschakeld bij het uitvallen van de stroom. De lamp is voorzien van een aansluiting op het lichtnet én een batterij/noodstroomvoeding. Zodra de stroom uitvalt wordt de lamp door middel van de batterij/noodstroomvoeding van elektriciteit voorzien.
Typen noodverlichting zijn de vluchtrouteaanduiding, vluchtwegverlichting en anti-paniekverlichting. Hieronder vind je meer informatie over de verschillende type noodverlichting die er zijn.
De Europese toepassingsnorm EN 1838 omschrijft de correcte toepassing van noodverlichtingsarmaturen. De Europese norm EN 50172 omschrijft de regels en instructies met betrekking tot controle en beheer van noodverlichtingsarmaturen.
Vastgoedeigenaren zijn verantwoordelijk voor onderhoud aan noodverlichting.Daarnaast heeft de gemeente een controlerende taak op het uitvoeren van het beleid. Als werkgever heb je de verantwoordelijkheid om je medewerkers een veilige werkomgeving te bieden, waar onder andere de noodverlichting correct werkt.
Arbowet noodverlichting
In de Arbowet is gesteld dat werkgevers er verantwoordelijk voor zijn dat er aan werknemers een veilige uitweg wordt geboden in noodsituaties. Alle plekken waar arbeid verricht wordt en iedereen die arbeid verricht is onderdeel van de Arbowet.
Wanneer de stroom uitvalt moet de noodverlichting gegarandeerd één uur branden. De batterijen moeten om de vijf jaar vervangen worden. Na vijf jaar zal de accu wel nog functioneren, maar nooit de gevraagde lichtopbrengst geven.
Wanneer de stroom uitvalt moet de noodverlichting gegarandeerd één uur branden. Accu's verliezen na verloop van tijd hun capaciteit. Daarom stelt de fabrikant de maximale levensduur op 4 jaar. Na die 4 jaar zal de accu nog wel functioneren, maar nooit de gevraagde lichtopbrengst geven.
Het verschil tussen lumen en lux is dat lux rekening houdt met de oppervlakte waarover het licht verspreid wordt. Een lichtbron van 1000 lumen, verspreid over 1m², verlicht die vierkante meter met 1000 lux. Dezelfde 1000 lumen, verspreid over 10m², verlicht die oppervlakte met slechts 100 lux.
Anti-paniekverlichting zorgt ervoor dat je bij stroomuitval kan oriënteren en de weg kan vinden naar vluchtroutes. De verlichtingssterkte moet in dit geval 0,5 lux op de vloer bedragen, zodat mensen veilig de vluchtroute kunnen bereiken. Opgelet: de 0,5 lux geldt niet in een randzone van 0,5 m van het gebied.
Veiligheidsverlichting: zorgt voor herkenning van evacuatiemiddelen en veilige evacuatie van personen bij uitval van de normale kunstverlichting. Noodverlichting: zorgt bij uitval van de normale kunstverlichting dat activiteiten kunnen verder gezet worden om gevaarlijke situaties te voorkomen.
Voer een autonomie test uit.
Het onderhoud van noodverlichting draait om het garanderen van veilige verlichting als de stroom uitvalt. Het controleren van de accu is daarom punt 1 van de controle. De verplichte tijd van 1 uur moet worden gehaald. Vervang de accu iedere 4 jaar om de autonomie te garanderen.
Vluchtwegaanduiding wordt weleens verward met vluchtwegverlichting, maar er is een heel belangrijk verschil. Vluchtwegaanduiding brandt namelijk wel altijd. Deze soort noodverlichting is bedoeld om aan te geven waar de vluchtwegen zijn te vinden en waar de uitgangen zich bevinden.
De term autonomie is de volledige brandduur in nood op de noodvoeding van de installatie. In geval van een stroompanne moet de noodverlichting minimaal 1 uur kunnen branden voor de evacuatie mogelijk te maken.
Deze noodverlichting wordt bereikt middels een horizontale verlichtingssterkte van minstens 0,5 lux op de vloer, zodat mensen de vluchtroute veilig kunnen bereiken. De 0,5 lux geldt niet in een randzone van 0,5 m van het gebied.
Jaarlijks onderhoud aan noodverlichting is verplicht. Borging van dit regulier onderhoud kan onder andere door middel van een onderhoudscontract bereikt worden.
In veel appartementencomplexen is noodverlichting verplicht. In het Bouwbesluit staat dat in gebouwen waar meer dan 75 personen gelijktijdig aanwezig kunnen zijn, noodverlichting verplicht is. Tevens dient de noodverlichting goed onderhouden te worden.
Vanuit het Bouwbesluit (afdeling 6.1) is het doel van noodverlichting om ruimten en/of vluchtroutes, in het geval van netspanningsonderbreking, zo te verlichten dat een redelijke oriëntatie mogelijk is. Hierdoor kunnen paniek en/of ongevallen worden voorkomen, terwijl een veilige ontruiming mogelijk blijft.