In Nederland heeft 45 procent van de huishoudens moeite met rondkomen. En 40 procent van de huishoudens loopt achter met zijn betalingen. Een op de vijf huishoudens heeft dusdanig ernstige betalingsachterstanden dat er sprake is van betalingsproblemen. Dit blijkt uit onderzoek van het Nibud.
Hij adviseert meestal om minimaal 20% van het netto inkomen hieraan te besteden. Dan komen we uit op op een minimum leefbaar netto inkomen van ongeveer 1800 euro per maand.
Met een laag inkomen heeft u mogelijk recht op steun vanuit de Rijksoverheid en uw gemeente. Bijvoorbeeld met toeslagen, (bijzondere) bijstand, kwijtschelding van gemeentelijke belastingen, of een kindpakket (bijvoorbeeld een tegoedbon voor zwemles).
Het Nibud verwacht dat momenteel één op de drie huishoudens worstelt met het rond krijgen van de begroting. Uit de berekeningen van het Nibud blijkt dat de totale uitgaven van een gezin met een inkomen van 2 keer modaal met € 188 zijn gestegen in vergelijking met vorig jaar januari.
Volgens het donkerste scenario in een eerdere test van het CPB in juni kunnen 1,2 miljoen huishoudens moeite krijgen met het betalen van hun maandelijke lasten.
De lage-inkomensgrens staat voor een vast koopkrachtbedrag en wordt jaarlijks gecorrigeerd voor de prijsontwikkeling. In 2020 lag de grens voor een alleenstaande op netto 1 100 euro per maand. Voor een paar zonder kinderen was dat 1 550 euro, en voor een paar met twee minderjarige kinderen 2 110 euro.
De armoede uit zich onder meer in (zeer) beperkte financiële middelen, sociale uitsluiting, gezondheidsproblematiek en beperkte toegang tot onderwijs. In 2020 leefden ruim 900.000 mensen in een huishouden onder de lage-inkomensgrens, van wie 376.000 al ten minste vier jaar achtereen.
Een laag inkomen is een inkomen dat niet hoger is dan 120% van het sociaal minimum. Dit houdt in dat de maximale netto bedragen per huishouden als volgt zijn: Voor alleenstaanden of alleenstaande ouders van 21 jaar en ouder is het maximale nettobedrag € 1322,18 per maand (inclusief vakantietoeslag);
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft een voorzichtige benadering: als men de laagste en hoogste 30% van de bruto inkomens zou uitsluiten dan zou een middeninkomen tussen de € 35.000 en de € 70.000 bedragen.
Het gemiddelde loon binnen Nederland ligt op € 3.794 bruto per maand. Het minimale of startsalaris begint bij € 24 en het maximale loon is € 1.000.000 bruto per maand.
Hoe kun je rondkomen van 2000 euro per maand? Elke situatie verschilt. De een kan gemakkelijk rondkomen van 2000 euro per maand terwijl het voor een ander een stuk lastiger is. Dit kan bijvoorbeeld afhangen of je alleenstaand bent of met een heel gezin moet rondkomen.
Het sociaal minimum is het minimale bedrag dat u nodig heeft om in uw levensonderhoud te kunnen voorzien. De overheid heeft hiervoor een normbedrag opgesteld, dat ze ieder half jaar aanpast.
Het gemiddelde inkomen lag in 2019 op €30.800 netto per huishouden. Dit is het meest actuele bedrag dat bij het CBS bekend is. Het gaat om een gestandaardiseerd inkomen: het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor grootte en samenstelling van het huishouden (bron: CBS).
Gemiddeld genomen is je netto loon ongeveer €2110 per maand als je €2500 bruto verdient. Dit bedrag wordt lager als je bijvoorbeeld een auto van de zaak hebt of een hoge pensioenbijdrage.
Daarom is het advies van het Nibud: spaar iedere maand 10 procent van je netto inkomen. Verdien je, laten we zeggen, 2000 euro per maand, dan zou je dus het beste elke maand 200 euro op je spaarrekening moeten zetten.
Rondkomen van 1000 euro per maand: Joost van Daalen
Johan kan hiermee rondkomen van 1000 euro per maand, maar er is niets over. Er moet dus niet iets kapot gaan. De huur is de helft van zijn inkomen, dus dan blijft er inderdaad niet zoveel over om van te leven.
Gemiddeld genomen is je netto loon ongeveer €2410 per maand als je €3000 bruto verdient. Dit bedrag wordt lager als je bijvoorbeeld een auto van de zaak hebt of een hoge pensioenbijdrage.
Als we kijken naar gemiddelden van 5-jaars-leeftijdsgroepen verdienden jongeren tot 25 jaar 14 euro of minder per uur. Werknemers in de leeftijd van 25 tot 40 jaar verdienden een uurloon dat ligt tussen 19 en 25 euro. Werknemers in de leeftijd van 40 tot 65 jaar verdienden een uurloon van 27 euro of hoger.
Online gaan verschillende bedragen de ronde, maar wij gebruiken het vastgestelde bedrag door het Centraal Planbureau (CPB). De doorsnee Nederlander - die elke maand ook een deel van z'n vakantiegeld ontvangt - krijgt bruto dus € 3.167 per maand. Netto komt dat neer op € 2.500.
Voor wie is de energietoeslag bedoeld? Je hebt recht op de energietoeslag als je inkomen rond het sociaal minimum is. Het maakt daarbij niet uit of je dat geld krijgt omdat je een uitkering hebt of omdat het salaris is van je werk. Het sociaal minimum is het bedrag dat mensen nodig hebben om te leven.
Mensen met een bijstandsuitkering, een IOAW-uitkering of een IOAZ-uitkering krijgen de energietoeslag van 800 euro automatisch. Maar ook mensen met een inkomen van maximaal 120% van het sociaal minimum, hebben recht op de energietoeslag. Zij kunnen contact opnemen met de gemeente.
Eind 2021 maakte het vorige kabinet bekend € 3,2 miljard te steken in een verlaging van de energiebelasting. Ook werd een eenmalige energietoeslag van ongeveer € 200 per huishouden aangekondigd om de gevolgen voor mensen met een inkomen rond bijstandsniveau te verzachten. Dat geldt ook voor ouderen met lage inkomens.
Armoede die voor de samenleving niet goed zichtbaar is en die veelal veroorzaakt wordt doordat mensen niet of onvoldoende gebruikmaken van inkomensondersteunende voorzieningen.
Armoede of pauperisme is volgens de definitie van de Verenigde Naties het niet kunnen voorzien in de primaire levensbehoeften, noodzakelijk om een menswaardig bestaan te kunnen leiden. Primaire levensbehoeften zijn schoon en drinkbaar water, voedsel, kleding, huisvesting en gezondheidszorg.
De meeste arme Nederlanders wonen in de grote steden. In Amsterdam is 15,4 procent van de bevolking arm, in Rotterdam 14,9 procent en in Den Haag en Groningen 14 procent. Ook in Zuid-Limburg zitten relatief veel mensen onder de armoedegrens; in Vaals 13,7 procent en in Heerlen 13 procent.