In een 6-minutenzone bieden mensen binnen 6 minuten de juiste hulp bij een hartstilstand. Ze bellen 112 , starten met reanimeren en zetten een AED in. Hiermee vergroot je de kans op overleven van het slachtoffer aanzienlijk.
Als eenmaal de reanimatie is gestart, dan krijgen de organen in ieder geval weer een beetje zuurstof. Een reanimatie zelf kan dus zeker langer duren dan een paar minuten. Natuurlijk geldt ook hierbij dat hoe langer het duurt, hoe slechter de vooruitzichten zijn.
1 jaar na de hartstilstand heeft ongeveer de helft nog last van vermoeidheidsklachten en ongeveer 30% heeft emotionele problemen. veel mensen kunnen na verloop van tijd hun werk weer hervatten. 1 jaar later is ruim 70% weer aan het werk, waarvan een deel wel minder uren werkt.
Wat is GEEN rede om een reanimatie te stoppen? Het slachtoffer geeft duidelijke tekenen van leven. Je denkt dat het geen zin meer heeft. Je bent volledig uitgeput.
Midden jaren '90 was de overleving 9 procent. Inmiddels is dit percentage gestegen tot bijna 25 procent. Meerdere factoren zijn van invloed op de overleving: het hoge percentage omstanders dat start met reanimatie voor de aankomst van de ambulance (in 75% van de gevallen)
Gemiddeld kan een mens 4 tot 5 minuten met een verminderde zuurstoftoevoer naar de hersenen, maar als die tijd langer is, treedt er schade op. Bij een hartstilstand is snelle reanimatie de enige mogelijkheid om een leven te redden. Het is erg belangrijk om binnen 2 minuten te reanimeren.
Het is in feite een circulatiestilstand. Daardoor krijgen de organen geen bloed en dus ook geen zuurstof meer. Je raakt bewusteloos. Al na 4 tot 6 minuten raken hersencellen onherstelbaar beschadigd.
Hierbij valt te denken aan een reanimatie, een zeer ernstig ongeval of vanwege tilassistentie. Om de noodzakelijke handelingen zo snel en kundig mogelijk uit te kunnen voeren worden er soms twee ambulances gestuurd. Twee verpleegkundigen en twee chauffeurs voeren dan gezamenlijk de nodige handelingen uit.
Regel 5: Help het slachtoffer op de plaats waar hij ligt
In principe wordt een slachtoffer geholpen op de plaats waar hij of zij is aangetroffen. Uiteraard alleen als er geen gevaarlijke situatie is en de plaats waar het slachtoffer ligt voldoende beschutting biedt.
Welk ritme kun je het beste aanhouden? Voor het uitvoeren van een reanimatie is het aantal borstcompressies per minuut belangrijk. Je begint bij een reanimatie altijd met 30 borstcompressies en je houdt hierbij een tempo van 100-120 borstcompressies per minuut aan.
De overlevingskans is onder andere afhankelijk van de snelheid en deskundigheid van de hulp, de leeftijd van het slachtoffer en de gezondheid van het slachtoffer. De overlevingskans bij een hartstilstand buiten het ziekenhuis is bijna 1 op 4: van de 100 mensen die worden gereanimeerd overleven 20 tot 25 personen.
Signalen en symptomen van plotselinge hartstilstand. Het eerste en vaak enige symptoom van plotselinge hartstilstand is bewustzijnsverlies (flauwvallen) als gevolg van een tekort van bloed naar de hersenen. Op dat moment is er ook geen hart- of polsslag te voelen.
Hevige of langdurige stress is een risicofactor voor hart- en vaatproblemen, zoals slagaderverkalking, hoge bloeddruk, vaatkramp, hartinfarct en hartritmestoornissen.
De hersenen hebben een noodvoorraad zuurstof van 3 minuten. Als het zuurstoftekort langer duurt worden eerst de meest kwetsbare delen aangetast. Naarmate het zuurstoftekort voortduurt sterven meer hersendelen af. In normale omstandigheden is er na 9 minuten sprake van hersendood.
De overlevingskansen tijdens een hartstilstand zijn klein. Onacceptabel klein. Gemiddeld overleeft maar 10% van de mensen een hartstilstand. Toch zijn de overlevingskansen in sommige gebieden bijna 30% en soms zelfs wel 50%.
Gasping is een reflex van het lichaam als reactie op een laag zuurstofgehalte in de hersenen. Gasping kan er op allerlei manieren uit zien. Dat hangt ook een beetje af van hoe lang de circulatiestilstand al duurt. Het wordt vaak beschreven als een schokkende, onregelmatige en/of luid snurkende ademhalingsbeweging.
Volgorde van in veiligheid brengen
Je benadert het ongeval alleen als dit veilig kan. Niemand heeft er iets aan als je zelf ook slachtoffer wordt. Ook let je op de veiligheid van de omstanders. Denk aan omstanders in de rook bij een brand of aan achteropkomend verkeer bij een aanrijding.
Met het verplaatsen zou je meer letsel kunnen veroorzaken of kunnen verergeren. Natuurlijk geldt dit niet voor een kleine verwonding. Beschutting geven is belangrijk om andere letsels te voorkomen (onderkoeling, oververhitting). Let op!
Een beter woord is circulatiestilstand: de bloedcirculatie is gestopt. De organen krijgen geen bloed en zuurstof meer. Hartmassage en beademing kan de bloedsomloop in stand houden. De schok van de AED kan het hart 'resetten' en zo kan het hart weer gaan kloppen.
Reanimatie door de brandweer
Wanneer wordt de brandweer gealarmeerd? Als een onwelwording wordt gemeld bij de alarmcentrale en men vermoedt dat het om een reanimatie gaat wordt een ambulance gealarmeerd om met de grootst mogelijke spoed ter plaatse te gaan. Daarnaast wordt ook de brandweerpost gealarmeerd.
Daarnaast wordt de politie op indicatie van de melding mee gestuurd. Dit kan te maken hebben met veiligheid van het personeel (bijvoorbeeld bij steek -of schietpartijen) of omdat de politie veel sneller ter plaatse kan zijn en al handelend kan optreden (bijvoorbeeld door het beginnen met reanimeren).
Met een hartaanval kunt u ernstige pijn op de borst of andere symptomen voelen. U blijft meestal wakker en kunt om hulp roepen. Bij SCD daarentegen zijn er geen tekenen dat er iets gaat gebeuren - u verliest plotseling het bewustzijn en kunt niet om hulp roepen. Het kan gebeuren als u wakker bent of als u slaapt.
Wat merk ik bij een hartaanval? 3 van de 4 mensen met een hartaanval hebben een drukkend gevoel op de borst of pijn in de borst. Dit gaat niet weg bij rustig zitten of liggen. Het drukkende gevoel en de pijn zijn na 15 minuten nog niet weg.
Wat de maximale hartslag is, verschilt per persoon. Normaal ligt de hartslag van een volwassene in rust tussen de 60 en 100 slagen per minuut. Bij inspanning kan deze oplopen naar 180, soms zelfs boven de 200. Het is geen probleem als je hartslag niet te snel oploopt en na afloop weer geleidelijk afzakt.