Overgangsnormering (voor alle vakken, behalve CKV) in schema: Overige bepalingen: Het cijfer 3 telt voor twee onvoldoendes; de cijfers 4 en 5 voor één onvoldoende.
De leerlingen worden beoordeeld op basis van afgeronde rapportcijfers. Een minpunt is het aantal punten onder de 6. Bijvoorbeeld: een 5 is 1 minpunt; een 4 is 2 minpunten.
Een leerling is bevorderd wanneer: alle cijfers 6 of hoger zijn of als aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan: er zijn maximaal 3 onvoldoende cijfers. er zijn maximaal 4 tekortpunten toegestaan.
Voor alle leerjaren geldt: een vijf is één tekortpunt; een vier is twee tekortpunten; een drie of lager is drie tekortpunten. Voor het eerste leerjaar geldt dat, alleen wanneer is voldaan aan de overgangsnormen voor het hogere niveau, directe toelating tot deze afdeling gegarandeerd is.
De kernvakkenregel eist dat je voor Nederlands, Engels en Wiskunde ten minste een: 4,5 – 5,5 – 5,5 haalt op je diploma. Deze drie cijfers worden immers naar boven afgerond en daarmee komen je gemiddelde eindcijfers dan uit op een: 5 – 6 – 6.
Nee, je mag maximaal 2 vijven OF 1 vijf en 1 vier OF 1 vier hebben op je eindlijst. Met 1 vier en 2 vijven ben je gezakt. M.
Voldoende wil zeggen: 5,5 of hoger.
Daarbij geldt de regel: 5,5 en alles wat daarboven ligt is voldoende; alles onder 5,5 is onvoldoende.
Je slaagt voor het eindexamen vwo wanneer je gemiddeld een voldoende haalt voor alle vakken van het centraal examen. Ook mag je maximaal één 5 als eindcijfer halen voor één van de kernvakken. Daarnaast mag je voor hooguit 2 vakken een onvoldoende als eindcijfer hebben.
Afstromen naar examenjaar? Op de meeste scholen is het niet mogelijk om af te stromen van 4 vwo naar 5 havo of van 3 havo naar 4 vmbo-t. Dit komt omdat leerlingen in 4 havo en 3 vmbo-t al examenonderdelen van het schoolexamen hebben afgerond. Sommige scholen bieden wel deze mogelijkheid.
Een leerling gaat over als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: Hij/zij heeft geen tekorten bij de kernvakken en maximaal 3 tekorten bij de andere vakken. Het gemiddelde over alle vakken is 6,0 of hoger. Hij/zij heeft 1 tekort bij de kernvakken en maximaal 2 tekorten bij de andere vakken.
Van klas 2 naar klas 3
a. geen onvoldoenden of b. één 4 of één 5 en de rest 6 of hoger (mits het totaal van de cijfers gemiddeld 6,0 of hoger is) of c. tweemaal een 5 en de rest een 6 of hoger (mits het totaal van de cijfers gemiddeld 6,0 of hoger is) of d.
Op het vwo waren de verschillen het grootst. Het gemiddelde eindcijfer bedroeg daar in 2019/'20 6,87 tegen 6,73 een jaar eerder. Het gemiddelde eindcijfer steeg het laatste jaar sterker bij meisjes dan bij jongens; het nam bij meisjes toe van 6,76 naar 6,97, bij jongens van 6,70 naar 6,77.
Je slaagt voor het eindexamen havo wanneer je gemiddeld een voldoende haalt voor alle vakken van het centraal examen. Ook mag je maximaal één 5 als eindcijfer halen voor een van de kernvakken. Daarnaast mag je voor maximaal 2 vakken een onvoldoende als eindcijfer hebben.
Zogenoemde 'compensatiepunten' kunnen er namelijk voor zorgen dat je gemiddelde toch minstens een 6,0 is, waarmee je voldoet aan de slagingseisen. Elke extra voldoende punt die je hebt is er één, die compenseert dus een onvoldoende punt: Eén 5 compenseer je dus met minimaal één 7.
Er zijn geen wettelijke regels die zeggen hoe lang iemand over vmbo, havo of vwo mag doen. Zonder vertraging duurt het vmbo duurt 4 jaar, havo 5 jaar en vwo 6 jaar. Een leerling mag in de regel niet meer dan 1 jaar blijven zitten in dezelfde klas.
'Een 5,5 staat voor een score die hoortbij iemand die ten minste 50% van het getoetste niveau, en wat daarin beschreven staat, goed doet. Onder de 5,5 zitten scoorders bij wie de kans groter is dat ze het niveau niet beheersen.
Het gemiddelde van al je cijfers op het centraal examen is een 5,5 of hoger (voldoende). Je voldoet aan de kernvakkenregel. Dit houdt in dat je maximaal één 5 als eindcijfer mag staan voor de kernvakken Nederlands, Engels of Wiskunde.
Eindexamenleerlingen mogen het eindcijfer van 1 vak wegstrepen. Dat mag geen kernvak zijn, zoals Nederlands, Engels of wiskunde. Het eindcijfer van het weggestreepte vak telt dus niet mee bij het bepalen van de uitslag, maar blijft wel zichtbaar op de cijferlijst.
Het SE-cijfer van een vak mét CE is een getal met één decimaal. Het CE-cijfer van een vak is een getal met één decimaal (zelfs als er geen SE is).