Statistisch gezien heeft 6,6 procent van de volwassenen kans op het krijgen van verlatingsangst.
Ongeveer 1% van de Nederlandse volwassenen heeft last van verlatingsangst. Bij kinderen kan tot 4% er last van hebben. Het lijkt er dus op dat veel van deze angst bij jongeren vanzelf over gaat wanneer zij volwassen worden.
Iemand met verlatingsangst moet telkens overtuigd worden dat iemand ze niet wil verlaten. Dat gedrag kan bij volwassenen zelfs juist de aanleiding zijn voor de een om de ander te verlaten. Er worden ook andere begrippen gebruikt voor verlatingsangst zoals separatieangststoornis en scheidingsangst.
Verlatingsangst is een angststoornis die je met therapie onder controle kunt krijgen. Afhankelijk van jouw klacht kun je een behandeltraject ingaan. Een vorm die vaak gebruikt wordt en bewezen effectief is, is Cognitieve Gedragstherapie (CGT). Samen met een psycholoog onderzoek je jouw ideeën over alleen zijn.
Ook ervaringen op latere leeftijd kunnen zorgen voor verlatingsangst. Gebeurtenissen op latere leeftijd kunnen ook zorgen voor verlatingsangst. De angst is meestal latent aanwezig in de jeugd maar komt bijvoorbeeld pas aan de oppervlakte bij een eerste relatie, een overlijden of als je op jezelf gaat wonen.
Verlatingsangst is verreweg de meest bekende term voor de stoornis, die ook wel separatieangst of separatieangststoornis wordt genoemd. Het is een psychische aandoening die zich bij zowel kinderen, jong volwassenen als volwassenen kan ontwikkelen.
Zo'n 40 procent van de mensheid zou er 'last' van hebben. Bindingsangst of verlatingsangst.
Probeer jezelf te realiseren dat je geen controle hebt over de gevoelens of gedachten van andere mensen. Of ze moeten van je houden en je nemen zoals je bent, of het heeft niet zo moeten zijn dat ze in jouw leven thuishoren. Probeer gewoon jezelf te zijn en geen controle over de ander uit te gaan oefenen.
Het is niet bewezen dat verlatingsangst erfelijk is, maar wel is het zo dat kinderen waarvan één van de ouders last heeft van verlatingsangst, zelf ook vaker last hebben van verlatingsangst. Kortom, verlatingsangst is zeker niet altijd erfelijk. Ook aangeleerd gedrag en omgevingsfactoren spelen een rol.
Iemand met verlatingsangst trekt een partner aan met bindingsangst en andersom. Dat gebeurt niet bewust, maar de onderliggende dynamiek is zo sterk dat beiden ervoor zorgen dat er tussen zichzelf en de ander een veilige marge blijft, een soort tussenruimte waardoor de ander niet te dichtbij kan komen.
Mensen met borderline hebben een vaak grote behoefte aan intieme relaties, maar zijn daar tegelijkertijd bang voor. Ze zijn extreem bang om in de steek gelaten te worden. Ze stellen mensen daarom voortdurend op de proef. Zo testen ze als het ware of en wanneer iemand hen in de steek laat.
"De meeste mensen kennen wel bindings- en verlatingsangst", zegt singlecoach Meinou Lambeck. "Bindingsangst is de angst dat iemand te dichtbij komt. Verlatingsangst is het tegenovergestelde. Je gaat dan een relatie echt claimen, waardoor het stuk kan lopen."
Oorzaken onzekerheid in relatie
Zo kan je bijvoorbeeld onzeker zijn binnen je relatie omdat je een negatief zelfbeeld hebt: hoe kan mijn partner mij leuk vinden terwijl ik helemaal niet leuk ben? Maar ook ervaringen uit het verleden die emotionele littekens hebben achtergelaten kunnen zorgen voor een onzeker gevoel.
Je lichaam, je hersenen raken er erg aan gewend om deze gedachten te hebben. Het blijven denken aan die persoon is dus een verslavende gewoonte geworden omdat jouw hersenen gewend zijn aan deze “gedachtenwegen”. Dit is een puur fysieke gewenning en fysieke verslaving.
Als je bindingsangst ervaart vind je het moeilijk om je aan iemand te hechten. Wanneer een contact emotioneel of fysiek gezien te intiem wordt neem je afstand. Contacten blijven vaak oppervlakkig. Je vindt het moeilijk om een commitment aan te gaan en krijgt binnen een relatie al snel een beklemmend gevoel.
Probeer rustig te blijven, ook als uw kind erg angstig of dwingend is. Laat merken dat u veel vertrouwen in uw kind heeft, zonder dat u dat steeds zegt. Bedenk samen met uw kind dingen die je kunt doen om je beter te voelen in spannende situaties. Bijvoorbeeld aan iets anders denken of rustig ademhalen.
Separatieangststoornis. Separatieangst is een bekend verschijnsel bij kinderen tot 4 jaar. Ze worden angstig wanneer een ouder de kamer verlaat of uit het zicht raakt of wanneer een scheiding verwacht wordt. Vanaf 4 jaar kunnen de meeste kinderen zonder veel problemen alleen of bij anderen worden gelaten.
Angstige hechting ontstaat als je ouders inconsequent waren in hoe ze op jouw behoeften als kind reageerden. In je latere leven betekent het dat je weliswaar hunkert naar intimiteit, maar dat je tegelijkertijd ook vaak piekert over je relatie en het vermogen van je partner om jouw liefde te beantwoorden.
Al vanaf 6 maanden kan je baby de eerste tekenen van verlatingsangst en eenkennigheid laten zien. Sommige baby's laten het al wat eerder zien. Je kindje heeft er vaak het meest last van als hij tussen de 8 en 18 maanden is. Meestal zijn de ergste klachten verdwenen als je kind 3 jaar is.
Selectief mutisme is een ontwikkelingsstoornis waarbij een kind/jongere in sommige situaties niet 'kan' praten, terwijl hij of zij dat in andere situaties heel goed kan. Kinderen/jongeren met selectief mutisme praten thuis en tegen sommige mensen.
Angststoornissen hebben hun oorsprong in de hersenen. Iedereen is wel eens angstig. Maar als je angstig bent zonder aanleiding, of als de angst je dagelijkse leven beheerst, is er sprake van een angststoornis.
Zo herken je verlatingsangst bij je baby
Nu huilt je kindje tranen met tuiten als je weggaat. Je baby verstijft als er vreemden in de buurt komen. Je baby begint te huilen als je de kamer verlaat. Je baby moet 's nachts ook vaak huilen en wordt rustig zodra jij er weer bent.
Als je jezelf constant aan de oppervlakte houdt door altijd met andere mensen te zijn, laat je die ruimte niet toe. Als je alleen bent, moet je leren om te gaan met de rust. Zo kun je de momenten dat je alleen bent als oplaadmoment gebruiken. Je kunt tot jezelf komen en naar je eigen gedachten luisteren.