Geef je kind op een dag ongeveer 150 milliliter voeding per kilo van zijn gewicht. Als je kind 5 kilo weegt, heeft het op een dag dus ongeveer 750 milliliter voeding nodig. Dat zijn dus bijvoorbeeld 10 flesjes van 75 ml, of 9 flesjes van 80-85 ml. Dit is echt een richtlijn en geen wet.
Forceer je kind niet om een fles leeg te drinken. Een kind van 4 kg drinkt gemiddeld 440 à 750 ml flesvoeding per dag. Dit kan over de dag verdeeld worden volgens het ritme van je kind. Dit kunnen 8 porties zijn van 55 à 95 ml per fles of 7 porties van 60 à 110 ml per fles of 6 porties van 75 à 125 ml per fles.
Omdat een baby die uit een fles drinkt minder controle heeft over de hoeveelheid die hij drinkt, kan hij gemakkelijk teveel binnenkrijgen. Hierdoor wordt zijn maag kunstmatig opgerekt en raakt hij gewend aan grote porties. Teveel bijvoeding kan ook bij een baby ouder dan zes maanden zorgen voor een te harde groei.
De eerste dag krijgt een baby (afhankelijk van het geboortegewicht) 10-15 ml voeding per keer. De eerste 10 dagen wordt dit gemiddeld met 10 ml per voeding per dag opgehoogd; 2e dag 20 cc per voeding, 3e dag 30 cc etc. Uiteindelijk is het de bedoeling dat je baby uitkomt op ongeveer 90-110 ml per voeding.
We hebben in het verleden vaak gezegd dat baby's niet meer dan een liter per dag mogen drinken, maar hiervoor is geen wetenschappelijk bewijs! Op deze site van het voedingscentrum staat meer informatie waar je op kunt letten bij het geven van flesvoeding.
Te veel voeding, dit zijn de signalen
Als je veel melk aanmaakt kun je dit merken doordat: Je baby onrustig drinkt en zich vaak verslikt. Er regelmatig melk terug komt via de mond van je baby. Je baby buikkrampen heeft en veel huilt.
Te snel drinken kan leiden tot krampjes. Bovendien leert je baby niet meer om goed naar zijn/haar eigen verzadigingssignalen te luisteren en kan je baby wellicht minder goed aanvoelen wanneer hij/zij vol zit. Ook kan het zijn dat de zuigbehoefte na zo'n korte voeding nog niet bevredigd is.
Grotere hoeveelheid in overleg
Als het lijkt of je baby meer wil dan de rekensom, denk dan niet automatisch aan honger. Vaak is er een andere reden, je baby kan ziek zijn, hij kan zuigbehoefte hebben, misschien drinkt hij te snel of hij is onrustig door teveel prikkels of weinig slaap.
Bij flesvoeding kun je van 6 voedingen naar 5 voedingen wanneer je baby er aan toe is. Dit is meestal rond de 6 weken. Omdat je één voeding minder geeft kun je meer voeding aanbieden bij flesvoeding waardoor je baby meer tevreden is na de voeding en het langer vol kan houden.
Zeker de eerste weken willen baby's soms een paar uur lang vaker en meer drinken, we noemen dat 'clusteren'. Meestal doen ze dat in de late middag- en vroege avonduren. Clusteren komt vaak voor. Uw baby kan zo langer doorslapen, omdat hij een voorraadje voeding heeft.
Van je verloskundige of kraamverzorgende krijg je een richtlijn hoe vaak je je kind de fles moet geven. Meestal is dat ongeveer zes tot acht voedingen per 24 uur. Dit hoeft niet op vaste tijden. De meeste baby's willen vooral 's avonds wat vaker een beetje drinken.
Een voeding zou rond de 20-30 minuten moeten duren. Als je baby de fles sneller leeg heeft, kijk dan eerst nog eens kritisch naar je voedhouding. Is de houding goed, kies dan voor een speen met een kleiner gaatje. Of las om de 20 slokken een kleine pauze in.
De algemene richtlijn stelt: geef je baby 150 milliliter per kilo van zijn of haar gewicht, per 24 uur. Voorbeeld: is je kindje 4 kilo, dan zal hij of zij ongeveer 600 milliliter melk nodig hebben.
Van te veel flesvoeding kan je kind te zwaar worden. Een voeding duurt 20-30 minuten. Geef het flesje in ieder geval niet langer dan een half uur en gooi restjes weg. Duurt een voeding korter dan 20 minuten, neem dan af en toe een pauze.
De maag wordt langzaam groter, waardoor een baby meer voeding per keer kan drinken en langere periodes ertussen kan laten. Als je baby tevreden is, meerdere plas,- en poepluiers op een dag heeft en aankomt in gewicht, dan weet je dat hij voldoende voeding krijgt.
Pasgeboren baby's tot en met 4 weken mogen 3 tot 4 uur slapen zonder voeding. Tussen de 4 en 12 weken kun je jouw baby gerust door laten slapen als hij of zij geen signalen afgeeft of vanzelf wakker wordt. Tussen de 12 en 24 weken heeft een kindje 5 tot 7 uur rust nodig na elke voedingsbeurt.
Leg uw baby ergens te slapen waar niet teveel prikkels zijn. Borstvoeding geeft u op verzoek of ongeveer om de drie uur. Ook bij flesvoeding kunt u kiezen voor voeden op verzoek of ongeveer om de drie tot vier uur. Als uw baby overdag een langer dutje doet, kunt u hier vier uur tussen twee voedingen aanhouden.
Tijdens de regeldagen worden vraag en aanbod opnieuw op elkaar afgestemd. Meestal valt de vraag van je baby naar meer voedingen samen met een groeispurt. Je baby groeit, heeft behoefte aan een grotere hoeveelheid moedermelk en regelt dat zelf door vaker te gaan drinken. Dit is normaal gedrag van je baby.
Een sprong is een plotselinge verandering in de mentale ontwikkeling van een baby. Die gepaard gaat met de drie H's: Huilerigheid, Hangerigheid en Humeurigheid. Sprongen kondigen een vooruitgang aan. De in totaal tien sprongen komen bij alle gezonde kinderen op ongeveer dezelfde leeftijd voor.
Hoeveel voeding nodig is, verschilt per baby. Je kan aanhouden dat je baby ongeveer 150 ml melk per kilogram lichaamsgewicht per dag nodig heeft. Een voorbeeld: weegt je baby 3,5 kg, dan is er dus 3,5 x 150 ml = ongeveer 525 ml nodig per dag. Dit kan je geven in zeven voedingen van 75 ml, verdeeld over de dag.
Normaal wordt melkvoeding op lichaamstemperatuur (ongeveer 37 °C) gegeven. Je mag ze ook op kamertemperatuur (ongeveer 20 °C) geven. Geef het flesje sowieso niet te koud, maar laat ze ook niet koken. Het is aangeraden water maximaal 2 à 3 dagen in de koelkast (voorkeur HGR) te bewaren.
Mijn baby boert niet, is dit normaal? Het is normaal als je baby niet altijd boert na zijn voeding. Niet iedere baby hoeft te boeren, en niet iedere baby heeft het nodig na iedere voeding. Je kleine boert namelijk alleen als hij (veel) lucht hapt of inslikt tijdens het drinken.