Een wielrenner kan tijdens een wedstrijd gemakkelijk 2 à 2,5 liter per uur of 10 à 12 liter per dag verliezen. Als dat vocht niet snel aangevuld wordt, kan het tot dehydratie (uitdroging) leiden. Dat heeft verregaande gevolgen voor de prestaties.
Normaliter kan de zweetproductie variëren tussen de 500 en 1000 ml per dag, maar voor een sporter kan dat twee keer zoveel zijn. Marathonlopers kunnen meer dan 3 liter zweet produceren en voor wielrenners kan dat nog veel meer zijn. Een marathonloper is tijdens zijn/haar wedstrijd meerdere uren in actie.
Bidons, grote bidons
Als je rekent om 1 zo'n bidon per uur te drinken, zit je al snel goed. Je kunt door 2 bidons mee te nemen dus voor zo'n 2 uur drinken meenemen. Ga je langer dan 2 uur fietsen, vul je bidons dan bij een benzinestation.
Veel vezels
De meeste topwielrenners wisselen pasta af met witte rijst. Beiden varianten bevatten weinig voedingsvezel, daarom zijn ze erg geschikt om veel van te eten.
Hypertone sportdrank bevat een hoge concentratie opgeloste deeltjes, meer dan 8 gram suiker per 100 ml en elektrolyten. Een hypertone sportdrank blijft langer in de maag en wordt minder snel opgenomen. De hoeveelheid koolhydraten is hoog. Deze worden ook wel energiedrankjes genoemd.
Tijdens ritten op matige intensiteit die langer dan een uur, maar korter dan twee uur duren, kunnen wielrenners het beste elk uur 9-12 milliliter per kilogram lichaamsgewicht drinken, verspreid over het uur. Voor een wielrenner van 70 kilogram is dit dus 630-840 milliliter per uur.
Fietsen doen we meestal niet voor 1 uurtje, tenzij je een korte intervaltraining hebt. Tijdens jouw duurrit en/of wedstrijd verlies je veel vocht en deze willen wij zo goed mogelijk aanvullen voor de start. Drink daarom 250-500 ml voor de start, het liefste een Isotone Sportdrank.
Wit brood of rijst met omelet, havermoutpap met rozijnen en smoothies van fruit met yoghurt. Tussen het ontbijt en de start van de etappe blijven de renners eten: winegums, gels, rijpe bananen, rijstcakejes met honing of sportrepen.
"En de organisatie bepaalt wie waar slaapt, niet de renners zelf." Soms heb je een slaapplek dichtbij de start, maar zijn de bedden ronduit verrot. Een andere keer moet je ver reizen, maar heb je een heerlijk matras. Of je komt op een kamer waar het gordijn niet lekker sluit, of het bloedheet is.
Winegums heel normaal
Maar chips en winegums zijn wel normaal in het wielrennen. "Je moet binnen het half uur na de wedstrijd suiker en koolhydraten aanvullen en dat kan met met een handje winegums heel snel. Veel renners eten ook van die gummibeertjes." Winegums zijn prima, zegt ook sportdiëtiste Antoinette Drexhage.
Gemiddelde wielrenner: 22-25 kilometer per uur. Tour-renner: 35-38 kilometer per uur.
De fiets is duidelijk sneller door de lagere rolweerstand door het type band en de iets hogere bandenspanning, het hogere rendement van de aandrijving en de iets lagere luchtweerstand door de diepere zit. De fiets is vergelijkbaar met sportieve tourfietsen met derailleurversnellingen.
De gemiddelde, gezonde volwassene verliest gemiddeld zo'n 2,5 liter vocht per dag. Dat doe je al zwetend via de huid, ademhalend, en via de stoelgang en urine. Dat verlies moet je aanvullen om de vochtbalans van je lichaam in evenwicht te houden.
Mensen kunnen wel acht liter per dag zweten
Mensen produceren dagelijks tussen de honderd en achtduizend milliliter (dus 8 liter) zweet. Tijdens hele intensieve inspanning in de hitte kan de zweetproductie oplopen tot wel een à twee liter per uur.
Gemiddeld verbruikt een wielrenner zo'n 6.071 kilocalorieën, maar bij een stevige bergetappe loopt dit soms zelfs op tot 9.000 kilocalorieën.
Per dag eet een wielrenner meer dan 8000 calorieën. Vandaag hebben de deelnemers aan de Tour de France hun eerste bergetappe op de agenda staan. Het wordt een zware rit, dus het is extra belangrijk om goed te eten.
Tijdens de rit (vb.
Per uur dient de renner 60 tot 90g koolhydraten in te nemen door middel van gemakkelijk verteerbare voedingsmiddelen (preparaten) zoals sportrepen, -gels en –dranken. Sommige renners verkiezen ook gewone voeding zoals peperkoek of bananen, maar dit eerder in het eerste deel van de rit.
Voeding tijdens wielrennen
Dan raadt Jumbo Foodcoach je 20 gram koolhydraten per uur aan. Wanneer je langer dan twee uur gaat wielrennen, is minimaal 40 gram koolhydraten per uur het advies. De sportvoeding tijdens het wielrennen kan bijvoorbeeld een energiereep, gelletje of isotone drank zijn.
Eet zeker tijdens lange en zware ritten veel; ongeveer 90 gram koolhydraten per uur. Combineer glucose en fructose in je koolhydraten. Vermijd eiwitrijke, vezelrijke en vetrijke producten zoals noten en volkoren producten tijdens het fietsen; na het fietsen zijn deze wel weer goed.
Heb je een wedstrijd? Dan kun je een banaan beter voor of na de wedstrijd eten, omdat een banaan niet alleen maar uit snelle suikers bestaat. Een uur voor de wedstrijd werkt een banaan bijvoorbeeld uitstekend om nog even wat lichts en voedzaams naar binnen te werken.
De extra lange rustige duurtraining bouw je geleidelijk op: elke derde week fiets je ongeveer tweederde van de afstand van de week daarvoor. Duurtraining tempo 3 (93%) is gelijk aan het tempo wat je tijdens de 100 km wilt gaan fietsen.
Laat de dag voor de wedstrijd vezelrijke koolhydraatbronnen (peulvruchten, volkorenbrood, groenten, fruit, volkorenpasta) liever staan. De vezels in deze producten houden namelijk veel vocht (en dus gewicht) vast en zorgen voor veel volume in je maag.
WAT ZIJN DE SYMPTONEN VAN EEN HONGERKLOP? De symptomen van een hongerklop zijn overduidelijk. Tijdens de inspanning voel je je plotseling extreem vermoeid en zwak. Ook is je bloedsuiker laag, begin je te zweten, trillen en ervaar je veel verzuring in de spieren.
Iemand van ongeveer 70 kg, verbruikt rond de 650 kcal per uur. Hiermee is wielrennen dus zeer voordelig voor gewichtsverlies. Om optimaal calorieën te verbranden is het aan te raden om een intensievere intervaltraining te doen van bijvoorbeeld een uur, in plaats van een rustigere duurtraining van 3 uur.
U mag niet fietsen als u onder invloed bent van alcohol. Dit kan leiden tot gevaarlijk rijgedrag en daarmee tot gevaar voor anderen. Het alcoholgehalte in uw bloed mag niet hoger zijn dan 0,5 promille. Dat is net als in de auto of op de motor.