Landelijk is die leerling-leraarratio in het basisonderwijs tussen 2016 en 2019 licht gedaald, van 18,4 naar 17,7. In 2020 kwam de verhouding opnieuw uit op 17,7. Tussen basisscholen onderling variëren de cijfers enorm: van onder de tien leerlingen per leraar tot achterin in de dertig.
Er is geen maximum voor de groepsgrootte. Gemiddeld is de groepsgrootte 23 of 24 leerlingen.
Nederland vertoonde de hoogste waarde (17).Het EU27-gemiddelde lag hier op 11. In het hoger onderwijs daarentegen liet het Vlaamse onderwijs een hogere ratio optekenen dan de buurlanden. Van de buurlanden scoorde Duitsland het laagst met een ratio van 12.
De gemiddelde groepsgrootte in het basisonderwijs in Nederland is 23 leerlingen. In het voortgezet onderwijs verschilt de gemiddelde groepsgrootte per onderwijssoort. Zo zitten er in een havo-klas gemiddeld 26 leerlingen, terwijl in een vmbo-kaderklas gemiddeld twintig leerlingen zitten.
Opheffingsnorm basisschool
Dit is afhankelijk van de zogenaamde leerlingdichtheid in een gemeente. In dichtbevolkte gebieden kan voor een basisschool met ruim 200 leerlingen al sluiting dreigen. Terwijl voor een school in een zeer dunbevolkte gemeente de minimale norm van 23 leerlingen geldt.
Groeiregeling De groeiregeling ging uit van de toekenning van 8,72 fre per leerling (groepsformatie 8,28 fre, plus taakrealisatie 0,44 fre). Omgerekend in fulltime eenheden (functie schaal LA) is dit 0,0487 fte per leerling, rekenkundig afgerond op vier cijfers achter de komma.
Na 1 jaar houdt ongeveer 8 procent het voor gezien, na 3 jaar zo'n 15 procent. Redenen om te stoppen liggen op het persoonlijke vlak of hebben te maken met gezondheid. Andere redenen zijn werkdruk en stress, minder goede relaties met collega's en leidinggevenden, en gebrek aan doorgroeimogelijkheden.
Een leraar in het primair onderwijs (po) verdient tussen € 3.800 en € 7.900 per maand. Dat is inclusief onder andere vakantiegeld en een eindejaarsuitkering. Dit volgt uit de cao primair onderwijs (cao po). Het primair onderwijs bestaat uit het (speciaal) basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs.
Het ministerie van Onderwijs en Vorming betaalt het salaris rechtstreeks aan het personeelslid, maar het ministerie vordert de totale loonkost terug van het schoolbestuur.
Volgens Schleicher is dat te wijten aan de organisatie van het onderwijs in veel landen. "Leerkrachten worden gedegradeerd en moeten enkel maar lesgeven, soms zelfs kant-en-klare voorgefabriceerde lessen. Dat zorgt voor weinig intellectuele voldoening.
Een leerkracht in het basisonderwijs verdient tussen de €2.678 en €5.850 per maand. Dat is inclusief vakantiegeld (8% van het brutosalaris) en eindejaarsuitkering. Er zit een groot verschil tussen het minimum en het maximum. Dit komt doordat er veel mogelijkheden zijn binnen het beroep.
1 Van de ene dag op de andere komen jonge kleuters in een groep terecht waarbij er maar 1 juf is per 20 kleuters. In de kinderopvang ligt de norm op 1 kindbegeleider per 7 à 8 kindjes.
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap laat elk jaar onderzoeken wat de gemiddelde groepsgrootte is. De afgelopen jaren lag de gemiddelde groepsgrootte op de basisschool rond de 23 leerlingen. Hoe groter de school, hoe meer grotere klassen.
Ruimte leerling basisonderwijs
Basisscholen hebben minimaal een bruto vloeroppervlak van 3,5 vierkante meter per leerling.
Degene die voor de klas het meest verdiende is de professor. Als hoogleraar heb je een jaarinkomen dat kan variëren van €84.600 tot €133.500. Lees het hele rapport Wie verdient wat in 2019 (PDF) voor meer informatie. Volgens andere onderzoeken doen leidinggevenden het ook goed in het onderwijs qua salaris.
Zo liggen de gemiddelde lonen in pakweg Frankrijk (32.494 euro) en Italië (29.609 euro) een pak lager. Duitsland scoort dan weer erg goed met 55.394 euro, maar dé absolute primus is Luxemburg. Daar hebben leerkrachten een gemiddeld jaarlijks brutoloon van liefst 81.291 euro.
Gemiddelde beloning leraren voortgezet onderwijs
Gemiddeld verdienen leraren in het voortgezet onderwijs zo'n € 6.200 per maand. In die berekening is rekening gehouden met de schalen en treden van alle leraren (gewogen gemiddelde) in loondienst. Het modale inkomen in Nederland is zo'n 3.500 euro per maand (in 2023).
Van de leraren die in 2021 in het po waren gestart had 9 procent een jaar later de sector weer verlaten. Zes jaar eerder was dat nog 18 procent. De uitval van startende leraren in het po nam tot 2013 toe, daarna is het percentage dat uitstroomt afgenomen.
Volgens de huidige regelgeving kunnen schooldirecties een vastbenoemde leerkracht pas ontslaan na twee negatieve evaluaties. Tussen de twee evaluaties moet de leerkracht minstens twaalf maanden gewerkt hebben.
In het onderwijs ligt dat veel hoger, namelijk op 27,4 procent. Lesgeven is voor die leraren emotioneel belastend en zwaar. Monika Donker en Janneke de Ruiter (beiden Universiteit Utrecht) onderzochten in hun promotie-onderzoeken de emoties die leraren ervaren tijdens het lesgeven.
Er bestaat echter geen wettelijke maximum voor het aantal tussenuren. Jouw school mag zelf bepalen hoe het rooster in elkaar zit. Let er wel op dat de medezeggenschapsraad (MR) van jouw school adviesrecht heeft over het vaststellen van het rooster.
Je staat een maximum van 930 uur daadwerkelijk les te geven. Ter context, op het primair onderwijs is dat 4 dagen van 8:30 tot 15:15 met 3 kwartier middagpauze, en woensdagen van 8:30 tot 12:30. Dat maakt gemiddeld 28 lesuren per week.
Gemiddelde werkweek primair onderwijs. Totaal aantal gewerkte uren per week is 46,9 uur, bij een fulltime-aanstelling (norm werkweek is 40 uur) (Algemene Onderwijsbond, 2017).