Het leefloon dat een leefloontrekkende student ontvangt, wordt gelijkgesteld aan het algemene, geïndexeerde leefloon voor leefloontrekkers: Samenwonenden: 789,29 euro/maand;Alleenstaanden: 1 183,94 euro/maand;Personen met een gezinslast: 1 600,03 euro/maand.
U hebt recht op een leefloon als uw inkomen onvoldoende is en als u niet in staat bent die toestand te veranderen. Als uw inkomen lager is dan het leefloon, kunt u vragen om het verschil bij te passen zodat uw inkomen op dezelfde hoogte komt als het leefloon.
Er worden twee soorten toelagen uitbetaald, de variabele en de forfaitaire bedragen. Het bedrag dat je kunt ontvangen ligt tussen € 90,00 en € 4.000,00 als je kind in het secundair de lessen volgt.Volgt de student de lessen in het hoger onderwijs dan bedraagt de studiebeurs tussen € 400,00 en € 5.000,00.
Als je financieel niet meer wordt gesteund door je ouder(s) en je onvoldoende of geen inkomen hebt, kan je bij het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW) een leefloon aanvragen om te studeren.
Het bedrag dat je maandelijks ontvangt hangt af van je (leef)situatie. Er zijn drie verschillende situaties mogelijk : 544,91 euro als je samenwoont met een andere meerderjarige persoon. Het is hierbij niet van belang of je met deze persoon al dan niet een relatie hebt.
Het maandelijks leefloon bedraagt vanaf 1 januari 2023: 809,42 euro voor een samenwonende persoon. 1.214,13 euro voor een alleenstaande persoon. 1.640,83 euro voor een persoon die samenwoont met een gezin ten laste.
De leefloonbedragen zijn met ingang van 1 juli 2023 : Samenwonend: 825,61 euro per maand ( 9.907,30 euro per jaar)Alleenstaand: 1.238,41 euro per maand (14.860,96 euro per jaar)Gezinslast: 1.673,65 euro per maand ( 20.083,80 euro per jaar)
Leefgeld: circa 3.640 euro
Een student heeft uiteraard ook iedere week een budget nodig om van te leven. Voor voeding en ontspanning is een leefgeld vereist van circa 70 euro per week.
Veel ouders leggen al geld apart voor een studie later als een kind nog jong is. Een richtbedrag voor de kosten van studeren is ongeveer 1000 euro per maand. Het hangt er ook vanaf of studenten uitwonen of thuis wonen en of ze een studie doen op mbo-, hbo- of wo-niveau.
De basisbeurs is het bekendst: dit basisbedrag voor thuiswonende mbo-studenten is in 2023 €90,85 per maand. Je krijgt meer studiefinanciering als je niet meer thuis woont. De basisbeurs voor uitwonende mbo-studenten is €296,51 per maand.
Als werkende of werkzoekende kunt u tot € 1.000 per jaar STAP-budget aanvragen voor scholing en ontwikkeling. U kunt deze subsidie gebruiken voor een training, cursus of opleiding. De subsidie loopt tot en met 31 december 2023.
Kunnen je ouders niet meebetalen aan de studie? Dan kan je een aanvullende beurs aanvragen. De aanvullende beurs is er voor studenten op het mbo, hbo en universiteit. Met de rekenhulp van DUO kan je kijken wat de hoogte is van je studiefinanciering inclusief aanvullende beurs.
Die schooltoeslag komt boven op de schoolbonus en de kleutertoeslag als het gezin aan bepaalde voorwaarden voldoet. De schooltoeslag vervangt de schooltoelagen, de vroegere studiebeurzen in het basis- en secundair onderwijs. Voor het hoger onderwijs blijft de studietoelage voorlopig wel van kracht.
Welke inkomsten tellen mee? Het bruto belastbaar inkomen van werknemers, dat is het bruto inkomen na aftrek van de RSZ-bijdrage. De inkomsten van zelfstandigen, na aftrek van de beroepskosten x 100/80. De uitkeringen voor ziekte, werkloosheid, pensioen.
Bereidheid tot werken
Het OCMW kan vragen dat je werkt. Dat kan zowel gaan over vakantiewerk als over een job tijdens het academiejaar. Je mag € 291,63 netto bovenop je leefloon verdienen. Hetgeen je meer verdient, wordt van je leefloon afgetrokken.
De betaling van het leefloon gebeurt per week, per veertien dagen of per maand naar keuze van het OCMW, steeds op een vaste datum of dag, door middel van een postassignatie, een circulaire cheque of een overschrijving. Uitzonderlijk kan de betaling ook rechtstreeks aan de betrokkene gebeuren.
Wettelijk minimum leefgeld
Indien het budget het toelaat, wordt er wel rekening gehouden met een normbedrag van 40 euro per week voor de eerste persoon. Voor elk extra gezinslid komt er nog 10 euro bij.
Het Nibud heeft studenten gevraagd of hun ouders een bijdrage leveren aan hun studie. Uit dit onderzoek blijkt dat 68 procent van alle studenten geld van hun ouders kreeg. Uitwonende studenten ontvangen gemiddeld €339 per maand, thuiswonende studenten krijgen €109 per maand (Nibud studentenonderzoek 2021).
Gemiddelde kosten boodschappen voor studenten
Het Nibud vraagt studenten in haar onderzoek ook wat zij gemiddeld uitgeven aan boodschappen per maand. Voor uitwonende studenten is dat € 173. Studenten die thuis wonen, gaven minder uit: € 36 per maand.
Als je niet genoeg gewerkt hebt, kun je na je studie een bijstandsuitkering aanvragen. Een bijstandsuitkering vraag je aan als je na je studie geen werk kunt vinden en te weinig geld hebt om van te leven.
Dichterbij streeft ernaar dat je zoveel mogelijk zelfredzaam bent. Daarom ontvang je leefgeld als je zelf voor je maaltijden zorgt. Dat leefgeld is € 8,05 per dag. Die vergoeding bestaat uit € 7,50 voor eten en € 0,55 voor hygiëne.
Personen die alleen een leefloon van het OCMW als inkomen hebben, betalen geen belasting. Zij hebben dus ook geen recht op belastingverminderingen.
Met een laag inkomen heeft u mogelijk recht op steun vanuit de Rijksoverheid en uw gemeente. Bijvoorbeeld met toeslagen, (bijzondere) bijstand, kwijtschelding van gemeentelijke belastingen, of een kindpakket (bijvoorbeeld een tegoedbon voor zwemles). Welke hulp u kunt krijgen hangt af van uw situatie.
Het bestaansminimum is een bedrag dat iemand minimaal nodig heeft om van te leven. De overheid bepaalt elk halfjaar het bestaansminimum. Dit bedrag is niet voor iedereen hetzelfde, maar hangt af van uw leeftijd en leefsituatie. Het bestaansminimum wordt ook wel het sociaal minimum genoemd.